Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en de Bijbelvertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en de Bijbelvertaling

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5).

Elk vrij ogenblik werkte Luther aan de verdere vertaling van het Oude Testament. In 1524 verscheen het tweede deel, bevattende de boeken Jozua tot Esther, onder de titel: „Das ander Teyl des alten testaments." Het titelblad toont een gewapend soldaat met de helm in de hand, zeker omdat er zoveel oorlogsgeschiedenissen in voorkomen. Verder staan er 23 illustraties in, waaronder 5 afbeeldingen van de tempel. Op de laatste bladzijde vinden we 2 emblemen, het Lam met de banier der overwinning en Luthers zegel, de roos met hart en kruis. Daaronder staat: „Deze kentekenen zijn het bewijs, dat dit boek door mijn handen is gegaan, want er komt geen eind aan het nadrukken en bederven van boeken."

Voor een goed deel is het handschrift van deze boeken bewaard gebleven. Daaruit blijkt Luthers manier van werken. Hij ging eerst de tekst zo letterlijk mogelijk overzetten, en daarna omwerken. Menige bladzijde met z'n herhaalde doorstrepingen en correcties legt getuigenis af van de consciëntieuze wijze van arbeiden. Met rode inkt bracht hij de verbeteringen aan.

Het eerste en tweede deel van het O.T. beleefden in korte tijd veel herdrukken. De belangstelling voor het O.T. was zo mogelijk nog groter dan voor het Nieuwe.

Dit spoorde Luther aan, om met alle kracht door te werken. Hij begon nu met het boek Job. Hier stuitte hij echter op bijna onoverkomelijke moeilijkheden, niet alleen bij het verstaan van de grondtekst, maar vooral bij het vertalen in het Duits. Hij schrijft aan Spalatinus op 23 februari 1523: „Hier is alles wel. We zitten echter met het zware karwei om Job te vertalen, moeilijk wegens de grootsheid van zijn grootse stijl. Het schijnt wel, dat hij ons vertalen nog slechter verdraagt dan de vertroosting van zijn vrienden. Of misschien wil hij rustig in zijn as blijven zitten; 't komt mij voor, dat de schrijver van dit boek beslist niet gewenst heeft, dat het ooit in een andere taal overgezet zou worden.

We krijgen soms in vier dagen nauwelijks drie regels klaar. Waar de lezer nu met zijn ogen overheen glijdt als over een gepolijste plank, hebben we moeten zweten en zwoegen om de gaten en bulten uit de weg te ruimen, opdat men daar nu zo fijn zou kunnen wandelen."

Met de psalmen ging het vlotter. Luther was met het psalter in de grondtekst reeds lang vertrouwd. Maar met de vertaling in het Duits luisterde het hier zijns inziens nog nauwer dan elders. Dit was immers zijn dagelijkse gebedenboek; het was hem zo oneindig lief en met heel zijn hart begeerde hij het tot een Duits volksboek te maken. Meer nog dan elders blijkt hier, dat Luther zijn vertaling maakte met het oog op het voorlezen van de tekst. De Bijbel is volgens de Reformator niet allereerst een Boek voor de studeerkamer of voor stil lezen. Wie hem voor zichzelf leest, doet goed dit hardop te doen, opdat het Woord hem toespreekt in letterlijke zin. Luther las voor zichzelf ook veelal hardop. De Bijbel is z.i. geen „lees" boek, maar een „hoor" boek.

Van het psalter geldt in dubbele zin, dat het meer gezegd, dan gelezen moet worden. Ieder christen moet de psalmen eigenlijk uit het hoofd kennen. Daarom moet de tekst zo doorzichtig en vloeiend mogelijk zijn, de spreekmelodie moet in het gehoor liggen. „Ik moet bekennen, " schreef Luther eens aan Hessus, „dat ik iemand ben, die feller bewogen, dieper verrukt, sterker geboeid word door poëzie dan door de ongebonden stijl. Wanneer dit reeds in het algemeen met mij het geval is, hoeveel te meer gaat het me zo met het oog op het psalter." Nog in het jaar 1524 kwam „Das Dritte Teyl des alten Testaments" van de pers. Het bevat Job, Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied. De titel van dit deel is gevat in een geïllustreerd kader. Bovenaan ziet men twaalf mannen, zittend rondom een open boek, daaronder is links David afgebeeld en rechts Mozes, onderaan de kruisiging van Jezus. Ver-

der komt er één houtsnede in voor, voorstellende Job met zijn vrouw en drie vrienden tegen de achtergrond van zijn in elkaar gestort huis en verdreven kudde. Psalmen en Spreuken zijn in twee kolommen gedrukt en van kanttekeningen voorzien.

Nog in hetzelfde jaar 1524 verschenen de psalmen in een afzonderlijke band: „Der Psalter deutsch, Martinus Luther. Wittemberg 1524." Dit was een goedkope en handige uitgave, opdat zoveel mogelijk christenen zich deze „Bijbel in het kort" zouden kunnen aanschaffen. De vertaling was echter niet naar Luthers zin en in 1528 gaf hij er een verbeterde editie van: „Neu Deutsch Psalter." Hiervan had Luther altijd een exemplaar bij zich, zelfs op reis. Met dit boekje in de hand zien we hem vaak op schilderijen afgebeeld. Links en rechts, boven en onder de tekst en tussen de regels staat het vol met aantekeningen. Meditatie en wetenschappelijke arbeid reiken elkaar daarin de hand.

Toen allen eens aan tafel zaten in het „Zwarte Klooster, " brak er een zwaar onweer los. Luther zei: „Nu kunnen we de 18e psalm leren verstaan en exegetiseren uit ervaring" en hij reciteerde hem van vers 13 af. Zulk een opmerking heeft symbolische waarde. Hij had ook in het geestelijk leven de donder van de Wet vernomen. Hij hoorde het geluid voortrollen in de psalmen. Daar vernam hij ook het suizen van de zachte stilte van Gods genade. Zo bleef het psalmboek hem door heel zijn leven het meest directe Woord van God, in eigen nood en uitredding beproefd, hem vergezellend in alle strijd en vreugde met zijn smeekgebeden en verlossingsliederen.

Bij deze uitgave schreef hij zijn beroemd geworden voorrede op de psalmen als „het gebedenboek aller heiligen, " waaruit we enkele gedeelten overnemen:

„En is het niet juist dat, wat we het allermeest in de psalmen aantreffen, zulk een ernstig spreken temidden van allerlei stormen des levens? Waar vindt men fijner woorden over de vreugde, dan de lof-en dankpsalmen bevatten? Daar wordt u een blik gegund in het hart van alle heiligen, als in een schone, bekoorlijke tuin, ja als in de hemel zelf; ge ziet, welke fijne, heerlijke, fraaie bloemen daar groeien, bloeiend met allerlei goede, dankbare gedachten jegens God om Zijn weldaden. En aan de andere kant, waar vindt ge diepere klachten, droeviger woorden vol verdriet, dan in de klaagpsalmen? Daar slaat ge andermaal een blik in aller heiligen hart, maar het is als in de dood, ja als in de hel. Hoe donker en duister is het daar, waar de aanblik aller dingen omfloerst is door de toorn van God. En wanneer de psalmisten spreken van hun vrees of hoop, drukken zij zich uit op een wijze, dat geen schilder het hen verbeteren zou."

„Kortom, wilt ge de heilige, christelijke kerk zien, gepenseeld in levendige kleuren en vorm, in een kleine schilderij uitgebeeld, neem dan het psalter voor u. Daar hebt ge een fijne, heldere, zuivere spiegel, waarin ge zien kunt, wat de christenheid is. Ja, gij zult ook u zelf daarin vinden en het rechte „ken u zelf, " bovendien God zelf en alle schepselen." „Daartoe helpe ons de Vader van alle genade en barmhartigheid door Jezus Christus, onze Heere, Wie lof en dank, eer en prijs zij voor dit Duitse psalter en voor al Zijn ontelbare, onuitsprekelijke weldaden in eeuwigheid. Amen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1959

Daniel | 8 Pagina's

Luther en de Bijbelvertaling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1959

Daniel | 8 Pagina's