Februari 1956 was een bijzondere koude wintermaand

November, december 1955 en januari 1956 en ook maart waren feitelijk zachte maanden. Op 6 en 7 november was het in Zuid-Nederland nog 21 graden: een novemberrecord. In december lijkt het weer op de 12e om te slaan, want met noordoostenwinden stroomt er koude lucht binnen, maar twee dagen later is het alweer zacht. In januari zijn er wat voortekenen van een ophanden zijnde kou-inval. Vanaf 7 tot en met 10 januari valt de regen vermengd met sneeuw. Na een zware Noordzeestorm op 19 en 20 januari wordt het wat kouder en valt er regelmatig sneeuw. Op de 27e bereikt de koude lucht Noord-Nederland, maar op de 30e is het in het zuiden bepaald lenteachtig bij 9 graden boven nul.

Bitter koud
De laatste januaridag en de eerste twee dagen van februari zijn echter bitter koud met in De Bilt op 1 februari een etmaalgemiddelde van -14 graden. De 16e wordt de koudste dag, op het KNMI daalt het kwik tot maar liefst -22 graden, Uithuizermeeden brengt het tot bijna -27 graden, het laagterecord voor alle februarimaanden. Op diezelfde dag is het in Rotterdam "maar" -12 graden. In februari vroor het in De Bilt op maar liefst 17 dagen 10 graden of meer (strenge vorst), waarvan 13 dagen achtereen. De gemiddelde temperatuur in De Bilt bedroeg -6,7 graden en dat is een zeer laag gemiddelde (zie de grafiek). De februarimaand van 1956 is de koudste wintermaand van deze eeuw geworden.

Herhaling?
De kans op herhaling van zulk soort koude winters lijkt de laatste jaren afgenomen. Toch is dit een vertekend beeld. Wij hebben weliswaar een aantal (zeer) zachte winters achter de rug, maar we moeten niet vergeten dat in 1985 tot en met 1987 drie koude winters op rij voorkwamen. Zelfs uit al de zachte wintermaanden van de laatste jaren is het broeikaseffect nog niet te bewijzen. Clustervorming (zachte winters achter elkaar) kwam in vroegere jaren en in vorige eeuwen ook wel voor. Wellicht dat als u dit leest, de ijsbloemen op de ramen staan.

Einde van de kou
Aan de kou in februari 1956 is op meterologisch merkwaardige wijze een einde gekomen. Het hogedrukgebied dat voor de aanvoer van de kou zorgde, trok over ons land naar het zuiden, en met de binnenstromende Noordzeebewolking viel geleidelijk de dooi binnen. Maanden later waren ijsresten op sommige plaatsen nog steeds niet verdwenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen