Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De "slotvoogd" van Loevestein

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De "slotvoogd" van Loevestein

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd van toernooien en belegeringen is al eeuwen voorbij. Toch keerde op Loevestein onlangs weer iets van het Spartaanse verleden weer. Met de spade verhoogden de vestingbewoners in aller ijl de aangebrachte kistdam, om het wassende water te keren. De winter van 1995 zal "slotvoogd" Cees Alberts lang heugen. Op de koffie bij de beheerder van een ridderburcht uit de middeleeuwen.

Verdronken ligt het Munnikenland tussen Maas en Waal. De buitendijkse landtong is door beide rivieren opgeslokt. Tussen de kruinen van uit het nat oprijzend wilgehout zijn vaag de contouren van Loevestein zichtbaar. Alleen een smalle kade steekt boven het zakkende water uit.

Als slijkgeuzen zeulen we voort over de drassige strook grond. Een dunne regen beperkt het uitzicht. Prikkeldraadversperringen zijn door de vloed geslecht en vormen verraderlijke strikken. De kade eindigt niet ver van het punt waar de asfaltweg weer boven water komt. Een koppel fazanten vlucht nerveus voor ons uit, het kreupelhout in.

Tegen de meters hoge vestingwal staat nog de aluminium ladder waarlangs de slotbewoners hun eenzame post konden verlaten, toen de brug over de buitenste slotgracht onder water stond.

Beheerder
Het toezicht op de vesting is in handen van Cees Alberts. In 1978 kwam hij in dienst als rondleider. Zes jaar later promoveerde hij tot beheerder en betrok met z'n gezin een deel van het voormalige officierslogement. Hij deelt het terrein met Kees en Minie van Willigen.

Kees zit sinds 1965 in de groenvoorziening en het klein onderhoud van Loevestein. Minie staat op de loonlijst als interieurverzorgster. Plaatsvervangend slotbeheerder Jacques Mombers woont in Zuilichem. In normale omstandigheden komt hij met de auto naar het kasteel. Als de uiterwaarden blank staan te voet, over de kade.

Begin februari voer hij naar zijn werk. Behoedzaam een weg zoekend tussen geboomte en over onzichtbare afrasteringen onder het wateroppervlak. Bij extreem hoog water staat het Munnikenland steevast onder water. Tot genoegen van natuurbeschermers, die in dit gebied de oorspronkelijke moerastoestand terug willen laten keren.

„En Loevestein heeft de ellende", zegt Alberts. „Je went er nooit aan. Ons enige voordeel is dat we het water zien aankomen, zodat we de tijd hebben om voldoende proviand in te slaan. De kade uitlopen gaat prima met een beetje post onder je arm, maar het is geen afstand om met boodschappen te gaan zeulen."

Kistdam
In de achterliggende elf jaar is de slotbeheerder vijf keer geïsoleerd geweest. Dit jaar zelfs drie weken. Als geen maatregelen waren getroffen, was het water via de toegangspoort de vesting binnen gestroomd.

Om dat te voorkomen kan in het poortgebouw een kistdam worden geïnstalleerd, door het plaatsen van zware planken in de gleuven die voor dat doel eeuwen terug in de zijmuren zijn aangebracht. De ruimte tussen de twee schotten wordt opgevuld met speciale klei, door een ingehuurde shovel.

„We zijn heel alert op de waterstanden, om te voorkomen dat we door het water overrompeld worden. Dit jaar was de situatie wel heel extreem. Vorig jaar stond het water 84 centimeter hoog tegen de kistdam, maar nu bleef het stijgen.

Jacques zat op het vasteland en was druk bezig met het veiligstellen van z'n eigen inboedel. Kees en ik hebben toen met z'n tweeën de dam veertig centimeter opgehoogd, met aarde uit de vestingwal. Met de schop en een karretje. We zijn er een volle dag mee bezig geweest. Het water is uiteindelijk tot één meter negentien gekomen. Een historisch peil.

Pompen
Om het kwelwater en het nat dat door de kistdam sijpelde te kunnen verwerken, werd de binnengracht met zware pompen op peil gehouden door het overtollige vocht over de wal te lozen, „'s Nachts hebben we afwisselend de wekker gezet, om een ronde langs de pompen te maken. Je kunt niet hebben dat ze afslaan, met gevolg dat bij het wakker worden het water rond je bed spoelt."

Na enkele dagen begonnen ook de kelders van de bijgebouwen en woningen vol te lopen, waardoor huishoudelijke apparaten, gereedschap en archiefmateriaal met de ondergang bedreigd werden. „In "vredestijd" sta je daar niet bij stil, maar bij zulk hoog water besef je dat een kelder niet de ideale plaats is voor dergelijke zaken."

Het ongemak dat zijn beroep meebrengt, wordt voor de slotbeheerder ruimschoots vergoed door de aantrekkelijke kanten ervan. „Ik ben vrij man. En als je het niet vervelend vindt om afgelegen te wonen, is dit een unieke plek. Zeker in de lente, als het groen begint uit te lopen. Maar ook de herfst, met kale bomen rond zo'n kaal kasteel, heeft z'n charme.

Voor m'n werk moet ik wel eens naar Den Haag, maar daar heb ik het in een dag gezien. Kom ik het Munnikenland weer in, dan kan ik alleen maar dankbaar zijn dat ik op Loevestein woon."

Schoonmaak
In de wintermaanden is het slot beperkt geopend. Het personeel heeft dan de tijd om de vesting een grondige beurt te geven. In de primitieve keuken van het kasteel heeft Kees van Willigen een vuur ontstoken, waarin hij het gestolde kaarsvet van de door hem gereinigde smeedijzeren kandelaars verbrandt.

Een groot deel van de vloeren is inmiddels geschrobd en in de oxaanolie gezet. De plavuizen in het roemruchte gevangenvertrek van Hugo de Groot glimmen als een spiegel. Een beetje tè, vindt Alberts, maar dat probleem wordt vanzelf opgelost als het toeristenseizoen weer aanbreekt. Waar nodig worden de muren gewit.

„Er zijn bezoekers die op de wanden lopen in plaats van op de vloer. Vraag niet hoe het kan, maar het gebeurt." Naast vernielzucht is ook diefstal geen ongebruikelijk fenomeen op Loevestein. Hoewel het interieur van een middeleeuwse soberheid is, zijn er toch die kans zien om iets mee te kapen.

„We leven in 1995", stelt Alberts gelaten vast. „Het gebeurt dat bezoekers zich op het toilet opsluiten, om op het gemak de koperen deurklink los te maken. Op de preekstoel in het kapelletje stonden heel mooie, antieke kandelaars. Tijdens een rondleiding heeft iemand die waarschijnlijk in z'n tas gestopt. Die we nu hebben zijn met zware sloten vergrendeld. Daar ontkom je tegenwoordig niet aan.

Al moet ik tegelijk zeggen dat het overgrote deel van de bezoekers prettig publiek is." In een goed jaar trekt het slot 70.000 bezoekers. De aantrekkingskracht van de massieve burcht ligt vooral in de onbedorven lokatie en de tot de verbeelding sprekende historie.

Staatsgevangenis
Hier werkten eens de monniken in hun ruige pijen en legde Dirk Loef van Horne in 1361 de grondslag voor het huidige Loevestein, dat in middeleeuwse staat bewaard bleef. Dankzij het feit dat het slot vier eeuwen dienst deed als staatsgevangenis, een bestemming die het onnodig maakte om de aankleding aan te passen aan de eisen des tijds.

Jacoba van Beieren was de eerste die Loevestein gebruikte als huis van bewaring voor haar Gorinchemse tegenstanders. De laatste gedetineerde was een Belgische officier, die in de jaren dertig van de vorige eeuw zijn dagen achter de anderhalve meter dikke muren sleet. Ook een groep remonstrantse predikanten hield hier gedwongen verblijf nadat de strijd tussen bavianen en slijkgeuzen in het voordeel van de laatste partij was beslecht.

De bekendste gevangene van Loevestein blijft Hugo de Groot. Onder juristen bekend als de man die baanbrekend werk verrichtte op het gebied van het volkerenrecht. Onder de schooljeugd als de man in de boekenkist. De kist, of in ieder geval een exemplaar dat er verrassend veel op lijkt, is nog altijd te zien in de kamer waar hij de dagen doorbracht met vrouw en dochter, klerk en dienstmeisje.

Directeur
Alberts komt al jaren niet meer toe aan rondleidingen. Laat staan aan schoonmaakwerk. Er is steeds meer op hem afgekomen. „Ik coördineer niet alleen het werk binnen de vesting, maar onderhoud ook de contacten met de Rijksgebouwendienst, toeristische organisaties en reisbureaus. Bij hoog water komen daar Rijkswaterstaat, het polderdistrict en de politie bij."

De administratie was lange tijd ondergebracht bij de rijksdienst kastelenbeheer, een bureau van het voormalige ministerie van WVC. De directeur ervan mocht zich slotvoogd van de gezamenlijke kastelen noemen. De beheerders waren aan hem verantwoording schuldig.

Momenteel is een proces van decentralisatie aan de gang. Elk kasteel krijgt een part-time directeur, die de "onderneming" moet gaan promoten om de inkomsten op te schroeven. De administratie van Loevestein is al overgenomen door Alberts.

„Nu ik er wat ervaring in krijg, vind ik het nog aardig ook. Het fascinerende van dit beroep is de veelzijdigheid. Het ene moment zit ik uit te rekenen hoeveel loonbelasting en sociale lasten ik af moet dragen, het andere moment verhelp ik een storing aan een cv-ketel in een van de bijgebouwen en een dag later ben ik aan het ploeteren met een kistdam."

Trouwerij
Het is voor de slotbeheerder nog een open vraag welke gevolgen de organisatorische wijzigingen zullen hebben. Duidelijk is dat het beleid commerciëler zal worden. Op zichzelf heeft hij daar geen moeite mee, zolang de museale functie van het kasteel niet ondermijnd wordt.

„Loevestein wordt al jaren gebruikt voor evenementen in de avonduren. Nu zo'n vijfentwintig per jaar. Van mij mogen het er best vijftig worden. Maar je houdt een aantal beperkingen. Het kasteel heeft bijvoorbeeld geen centrale verwarming. Die kun je natuurlijk aanleggen, maar ik hoop niet dat dat ooit gebeurt. Dan doe je enorm afbreuk aan de historische waarde van het kasteel."

Wel hoopt Alberts dat de Rijksgebouwendienst over de brug zal komen met geld voor een moderne waterkering in het poortgebouw. „Zo'n kistdam is uit historisch oogunt prachtig, maar in de praktijk bijzonder onpraktisch." Geld is er voldoende. De vraag is alleen waaraan het uitgegeven wordt.

Wat dat betreft kan het geen kwaad als er nog eens een Oranjetelg in Loevestein de huwelijksreceptie houdt. Zoals prinses Christina in 1975. „We hadden toen heel slechte toiletvoorzieningen in het kasteel. Zodra bekend werd dat die receptie hier zou plaatsvinden, was in minder dan geen tijd de hele toilettenbatterij vernieuwd."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 maart 1995

Terdege | 80 Pagina's

De

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 maart 1995

Terdege | 80 Pagina's