Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De generale synode 1974 gaf het rapport van de deputaten in handen van commissie II. Deze bracht een kort rapport uit en deed de volgende voorstellen:

1. uit te spreken dat de deputaten aan hun opdracht hebben voldaan en hen te danken voor de verrichte arbeid;

2. deputaten opnieuw te benoemen met de opdracht :

a. de voorgestelde wijzigingen in te brengen op een daartoe te houden vergadering;

b. alles in het werk te stellen om samen met de andere kerken van gereformeerd belijden te komen tot een eensluidende tekst van de belijdenisgeschriften;

c. erop aan te dringen dat de bewijsplaatsen uit de Bijbel aan de tekst worden toegevoegd en

d. met het oog op de vraag naar de geschiktheid voor kerkelijk gebruik in een begeleidend schrijven aan de kerkeraden, classes en partikuliere synoden duidelijk te maken, dat het hier gaat om een betrouwbare weergave van wat de kerk reeds lang belijdt.

Wat besliste de synode? De acta zijn er nog niet. We vermoeden, dat de synode besloten heeft in overeenstemming met de voorstellen van de commissie, met uitzondering van punt 2 onder c.

In elk geval zijn er weer deputaten benoemd en deze deputaten zijn actief. Zij hebben zich in een brief van juni 1975 gericht tot de kerkeraden, classes en partikuliere synoden.

Zij schrijven o.a. het volgende:

„In opdracht van de Generale Synode van 1974 wordt u door de deputaten voor de officiële tekst van de belijdenisgeschriften een eksemplaar gezonden van „De Nederlandse belijdenisgeschriften”.

Hoe deze uitgave tot stand gekomen is, is in de inleiding te lezen. Het is in het geheel niet de bedoeling geweest om de belijdenisgeschriften der kerk aan een herziening te onderwerpen. Het gaat om een nieuwe weergave van de oude tekst.

Het is een feit, dat de taal van onze belijdenis voor velen maar moeilijk te verstaan is.

Eigenlijk zijn de drie Formulieren van Enigheid oorspronkelijk ook niet in het Nederlands geschreven.

De Nederlandse Geloofsbelijdenis is uit het Frans vertaald, de Heidelbergse Catechismus uit het Duits en de Nederlandse tekst van de Dordtse Leerregels gaat op het Latijn terug.

Aan de bewoordingen uit de 16e en 17e eeuw is in de meeste uitgaven tot nu toe maar weinig veranderd; de zinsbouw bleef dezelfde en hier en daar werd een verouderd woord vervangen (lijf werd lichaam, ende werd en).

De taal maakt echter een ontwikkeling door. Daarom zal het vroeg of laat nodig zijn bepaalde zinswendingen te vereenvoudigen en andere woorden te gebruiken om hetzelfde duidelijker te zeggen.

In een tijd waarin velen voor een nieuwe belijdenis pleiten met het argument, dat de oude belijdenissen de mens van de twintigste eeuw niet meer aanspreken, is het van belang dat de belijdenisgeschriften in hedendaags Nederlands aan de kerken voorgelegd konden worden, terwijl de wezenlijke inhoud ongewijzigd bleef.” Even verder schrijven deputaten :

„Naar de mening van deputaten is de tekst van „De Nederlandse belijdenisgeschriften" een betrouwbare weergave van wat wij belijden. Wel waren er een aantal op- en aanmerkingen te maken.” De belangrijkste worden dan genoemd.

Verder schrijven zij:

„Op grond van hun onderzoek zijn deputaten (zoals hierboven gemeld werd) reeds tot de konklusie gekomen, dat het hier gaat om een getrouwe weergave van wat wij reeds eeuwen belijden.

De totstandkoming van de nieuwe tekst is niet als een herziening van de belijdenis te beschouwen, waarmee onze kerken ook zo maar niet zouden instemmen.

Als er op enig punt bij U twijfel rijst aan de betrouwbaarheid van deze nieuwe weergave, dan berichte u dat vóór 1 juli 1976 aan de sekretaris van het deputaatschap.”

Volledigheidshalve vermelden we nog het begin van de brief van de Interkerkelijke commissie aan de drie generale synoden. Zie de aanvang van ons vorige artikel.

De commissie schrijft :

„Aan de totstandkoming van een tekst van de Belijdenisgeschriften van onze Kerken in hedendaags Nederlands, die de daartoe ingestelde commissie U hierbij aanbiedt, is een lange geschiedenis voorafgegaan. Nadat reeds in de oorlogsjaren binnen de Nederlandse Hervormde Kerk de wens was uitgesproken om te komen tot een nieuwe tekst van deze geschriften, heeft in 1950 de Raad voor de Eredienst een rapport, opgesteld door Prof. Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink (later gedrukt in: Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis, XL, 1954, blz. 207-250), aan de Generale Synode doen toekomen. Hieruit is voortgevloeid de uitgave in modern Nederlands van de hand van Prof. Bakhuizen van den Brink, De Belijdenisgeschriften volgens artikel X van de Kerkorde van de Nederlandse Hervomde Kerk, ’s-Gravenhage 1957, die evenwel niet als een officiële tekst van deze Kerk is te beschouwen. Inmiddels was de Generale Synode der Nederl. Herv. Kerk tot het inzicht gekomen, dat het opstellen en vaststellen van een nieuwe officiële tekst zou moeten geschieden in samenwerking met de andere Kerken, die deze belijdenissen bezitten. In 1955 stelde zij zich daartoe in verbinding met de Generale Synoden van de Gereformeerde Kerken in Nederland en van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland.

Het heeft nog tot 1962 geduurd eer als gevolg van dit overleg een interkerkelijke commissie voor de tekst van de Belijdenisgeschriften werd ingesteld. Daarin benoemden de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken ieder enige afgevaardigden, terwijl de Christelijke Gereformeerde Kerken ’n tweetal waarnemers zonden, die evenwel van het begin af aan volledig aan de zaak hebben meegewerkt. Ook is gepoogd medewerkers van de zijde der Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), te krijgen; deze hebben daarin echter niet bewilligd.

De commissie bestond uit de volgende personen: Prof. Dr. J. H. Bakhuizen van den Brink, Prof. Dr. C. G. de Bruin, Prof. Dr. W. F. Dankbaar en Prof. Dr. K. H. Heeroma namens de Nederlandse Hervormde Kerk; Prof. Dr. J. T. Bakker, Prof. Dr. G. A. van Es, Ds. G. Bouwmeester (overleden 3 nov. 1964), Drs. K. ten Kate en Prof. Dr. A. D. R. Polman namens de Gereformeerde Kerken; Prof. Dr. J. van Genderen en Ds. J. H. Velema namens de Christelijke Gereformeerde Kerken.

De commisie koos Prof. Dankbaar tot voorzitter en Ds. Velema tot secretaris.”

Hiermee hebben we wel de hoofdzaak van de voorgeschiedenis naar voren gebracht. We achtten dit van belang voor een rechte beoordeling van de zaak.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's