Christus voldoet aan Gods recht

door ds. G. A. Zijderveld te Middelburg.

Toen Jezus dan de edik genomen had zeide Hij: „Het is volbracht".

Joh. 19:30a.

De Kerk des Heeren herdenkt in deze dagen in bijzondere zin het Ujden en sterven van de Christus Gods. Laten we in onze gedachten heengaan naar Golgotha, om in de geest te vertoeven op Calvarië's heuvel. Daar zien we de Zoon van God aan het vloekhoutgeslagen om de schuld te betalen voor Zijn Bruidskerk.

Hoe zwaar was het zielelijden van Christus. Hij riep in Zijn zielenood uit „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? "

Hoe benauwd was het in die ure voor Christus! De ganse hellemacht streed tegen Hem en God deed Hem Zijn toom gevoelen. Onpeilbaar diep was de afgrond waarin Christus nederzonk. Wie kan de zwaarte van Christus' lijden doorgronden en verstaan? Doch wie kan anderzijds de liefde van Christus voor Zijn volk peilen? Jezus heeft Zich uit eeuwige soevereine liefde voor Zijn gunstvolk laten kruisigen, om hen te verlossen van de eeuwige dood. Hij heeft voor Zij n Kerk gestreden en de overwinning behaald. Hij heeft aan het kruis uitgeroepen: „Het is volbracht". Christus is de Held Gods. Hij heeft al de vijanden overwonnen en vrede gemaakt door het bloed Zijns kruises.

„Het is volbracht". Dit is de overwinningskreet die van Christus' lippen vloeide op Golgotha. Het werk der verlossing, dat Hij vrijwillig op Zich genomen had, was volbracht. De uitroep van Christus: „Het is volbracht", is een woord van onschatbare waarde. Met dit woord verklaart Christus, dat Hij de losprijs heeft betaald en aan Gods gerechtigheid heeft voldaan. Daarom klinkt dit woord door de ganse schepping. Het „volbracht" van Christus klinkt tot in de hemel der heerlijkheid, maar ook in de diepten der hel. Het „volbracht" van Christus is in de hemel met blijdschap ontvangen, maar in de hel met ontzetting vernomen. Is er wel ooit een woord gesproken, dat heerlijker is voor Gods Kerk? Dit woord is eveneens het oordeel des doods voor satan en zijn engelen. De hemel heeft gejuicht, de zalige engelen hebben zich verheugd bij het horen van de overwinningskreet van Christus, maar de hel en de duivelen hebben gebeefd. Satan moet zijn prooi loslaten en zijngevangenen, de uitverko­ renen, aan Christus geven. De zaligheid voor Gods volk is door Christus verworven. Door Christus' overwirming is de hel gesloten voor het gunstvolk des Heeren en de hemel geopend voor Gods Kerk. Het grote werk, de zaligheid voor Gods uitverkorenen, is door Christus voltooid. Naar Gods eeuwige raad moest de Christus lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan. Het verlossingswerk van Christus was door de aartsvaders en de profeten van Oud-Israël eeuwen tevoren aangekondigd. Alle profetieën, die God door Zijn knechten gesproken had, zijn in Christus vervuld. Vervuld is Jakobs profetie: „Juda, gij zijt het, u zullen uw broeders loven". Vervuld zijn Davids ontboezemingen over het lij den van de Messias Gods. Alles is vervuld, alles is volbracht. Volbracht zijn de lijdensprofetieën, die ons op heerlijke wijze beschreven zijn in de psalmen. Volbracht is wat Jesaja sprak van de lijdende knecht des Heeren, j Volbracht is het grote werk der verzoening, toen Christus Zij n ziel tot een schuldoff er stelde en alzo alle gerechtigheid Gods vervulde. Volbracht is ten einde ook de symbolische eredienst van Israël.

De Oudtestamentische eredienst was feitelijk een symbolische beeldengalerij, waarin de verzoening van de Messias op veelvoudige wij ze werd afgeschaduwd. Het altaar, de offeranden die gebracht werden om de schuld van het volk te verzoenen, wezen allen op Christus. Het verzoendeksel waarop het bloed werd gesprenkeld op de grote verzoendag wees heen naar het bloed van Christus, het Lam Gods. Alles wat de Zoon van God moest doen, al wat Hij lijden moest om een schuldig volk mpt God te verzoenen, was door de profeten verkondigd en door de dienst der schaduwen afgebeeld.

Het is alles volbracht! De zaligheid is verdiend door Christus. Daarom zei Jezus in het hogepriesterlijk gebed: „Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen". Christus heeft volkomen volbracht wat Hij in de stilte der eeuwigheid beloofd had. Daarom scheurde bij Jezus' dood het voorhangsel des tempels van boven tot beneden en zo is er een geopende toegang tot God's genadetroon. Christus heeft een verse en levende weg geopend door het voorhangsel, dat is Zijn vlees. Op deze weg des heils mogen verloren zondaren tot God vluchten, om genade te vinden en om geholpen te worden ter bekwamer tijd.

Door het „volbracht'' van Christus is er een genadevolheid ontsloten, zó groot en zó heerlijk, dat geen mens het verklaren kan. Stromen van levend water en genadeweldaden vloeien uit Christus' wonden. De Zoon van God heeft de beker van God's gramschap en toom geledigd tot de laatste druppel. Daarom klinkt de zegekreet van Zijn lippen: „Het is volbracht". Door Zijn dierbaar lijden en verzoenend sterven heeft Hij aUes gedaan wat nodig was om vijanden met God te verzoenen. Terwijl de tijd nadert, dat Hij zal afdalen in het dal van de schaduwen des doods, maakt Hij Zijn overwinning bekend.

De vernedering van Christus was geweldig groot. Voor de zonde kon niet anders betaald worden dan door de dood van de Zoon van God.

Straks treedt Hij als Overwinnaar van satan, dood en graf tevoorschijn. De duivel dacht het gewoimen te hebben toen Christus aan het kruis geslagen was, maar door het lijden en sterven van Christus verloor Hij juist de strijd. Christus verbrak de banden des doods en bond al Zijn vijanden aan Zijnzegewagen. Christus triumfeerde over al Zijn vijanden, zodat de vorst der duisternis de nederlaag leed.

Satan heeft de eerste mens Adam verleid en hem met zijn geslacht in de afgrond gestort. Christus, de tweede Adam, heeft het werk der verlossing volbracht en aan Gods wet gehoorzaamd. Ja meer. Hij heeft de straf der zonde gedragen voor Zijn schuldig volk, en voor al Zijn kinderen het leven verworven. De golven en baren van Gods toorn gingen over Zijn gezegend hoofd. Wolken van Gods toom en gramschap ontlastten zich op Zijn pad en nochtans bleef Hij gehoorzaam tot de dood, ja, de dood des kruises. Al deze smaad, dit lijden en deze zielesmart heeft Christus willen lijden om Zijn Bruidskerk te verlossen van dood en oordeel. Moest ons hart niet smelten van droefheid over onze zonde en van blijdschap over de liefde van Christus?

Christus heeft Zijn heerlijkheid verlaten om vijanden te redden van de eeuwige dood. Hij heeft Zich laten veroordelen om zondaren te zaligen. Hij is van God verlaten geworden, opdat Zijn volk nooit verlaten zou worden. Christus is de dood gestorven, opdat Zijn Braid eeuwig zal leven in God's gemeenschap. Zie en aanschouw, volk des Heeren, wat Christus voor u volbracht heeft. Hij heeft Zich laten geselen en kruisigen om u te redden. Zie Hem daar hangen aan het vloekhout der schande, ten spot voor allen, om uw zonden. Hij is gestorven in uw plaats, want naar God's rechtvaardig oordeel hebt ge door uw zonden de dood verdiend.

Volk des Heeren, dat ge steeds het lijden van Christus mocht overdenken en bepeinzen, opdat Hij u meer en meer dierbaar worde.

Wie wordt niet bewogen bij het zien van Jezus' lijden en het gevoel van Christus' liefde? Is de liefde van Christus niet hoger dan de hemelen en dieper dan de afgronden? De liefde van Christus is een bron van verwondering en aanbidding voor alle liefhebbers des Heeren. Och, dat deze grote liefde, deze eeuwige liefde, deze liefde van Christus, onze harten mocht vertederen om ons te stemmen totinnige wederliefde. Dat de soevereine liefde des Heeren onze harten brandende mocht maken van liefde tot Christus.

Dat een kool van het altaar des Heeren onze lippen en tong mocht aanroeren om te getuigen van de grote liefde van Christus. O, wat is het zoet en zalig als het lief devuur van Christus in onze harten ontstoken wordt! Gewis, dan beleven we met de Braid: „En al wat aan Hem is, is gans begeerlijk". Onze ziel is krank van liefde. Christus leeft door het geloof in ons hart. In die zalige ogenblikken wordt er een blijdschap gesmaakt die alle verstand te boven gaat. De arme wereld weet niet wat deze blijdschap en liefde van Christus is. De naamchristen verstaat evenmin de zoete zalige gemeenschap met de Heere. Maar Gods volk weet uit zalige zielservaring wat het is om uit de volheid des Heeren bediend te worden en Christus' liefde te beleven.

De Kerk des Heeren is gelukkig omdat God haar toevlucht is in leven en sterven. Christus is voor al Zijn kinderen gestorven. Hij heeft de vrede voor hen verworven. Dat er bij Gods volk een opwassen moge zijn in de kermis en in de genade van Christus. Het wordt beleefd dat achter de dood het leven ligt. De Heere doet steeds een afgesneden zaak. Hij maakt het onmogelijke mogelijk. Er is een kennen van Christus in de belofte, een kennen van Christus als de geboren Koning, een kennen van Christus in de persoonsvereniging. Is Christus Gods Zoon ons ook dierbaar?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen