Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 127

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 127

De Dordtse Kerkorde, art. 31b.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Dordtse Kerkorde, art. 31b. En hetgeen door de meeste stemmen goed gevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden, tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze Generale Synode besloten, zo lang als dezelve door geen andere Generale Synode veranderd zijn.

De kerkorde stelt als algemene regel dat kerkelijke besluiten, indien Gods Woord geen duidelijk uitsluitsel geeft, na grondige overweging genomen worden naar het gevoelen van de rneerderheid. Wel blijft het altijd een zaak van goed beleid om door diskussie een beslissing rijp te maken om met , , een gemeen akkoord" een beslissing te nemen. Hierbij ligt er vooral een taak voor de praeses van de kerkelijke vergadering om er voor te zorgen dat een besluit er niet doorgejaagd wordt zonder behoorlijke diskussie, en anderzijds om er voor te zorgen dat bij een middelmatige zaak de vergadering niet te lang wordt opgehouden door een te breedvoerige bespreking, waarbij soms op zijsporen getreden wordt door er dingen bij te halen die niets met de eigenlijke zaak hebben te maken. En wanneer het blijkt dat er bij de minderheid zodanige bezwaren zijn tegen het gevoelen van de meerderheid, dat deze minderheid er zich heel moeilijk bij neerleggen kan, is het terwille van het heil en de vrede van de gemeenten geraden om geen besluit te nemen of de beslissing uit te stellen voor een latere vergadering. Het komt dan toch wel dikwijls voor dat later dezelfde zaak veel eenvoudiger en met meer eendracht kan opgelost worden. Soms is het ook beter terwille van de vrede en de eendracht in de kerk een genomen meerderheidsbeslissing niet uit te voeren, vooral als er ook achteraf veel tegenstand in de gemeenten te vinden is. Als voorbeeld van dit laatste kan b.v. genoemd worden bij de Geref. Kerken, die de beslissing genomen hadden de Theol. School van Kampen met de Theol. Fakulteit der Vrije Universiteit te verenigen. Om de schadelijke gevolgen die er voor de rust en de vrede der kerken uit zouden kunnen voortvloeien en ook lettende op het oordeel der meeste provinciale synoden, achtte de Generale Synode van Arnhem (1902) het niet raadzaam deze vereniging tot stand te brengen. Een ander voorbeeld hiervan is te vinden op de laatst gehouden Generale Synode der Chr. Ger. Kerken, waar een besluit genomen werd dat deputaten voor de Evangelisatie in sommige gevallen gebruik mochten maken van de televisie. Tussen de verdaagde zitting der synode kwamen hiertegen vele protesten binnen van kerkeraden, en sommige dreigden zelfs met uittreding uit het kerkverband als het besluit uitgevoerd zou worden. De verdaagde zitting van de synode besloot toen niet over te gaan tot de uitvoering van dit besluit, echter met de vaststelling dat het besluit zelf op kerkrechtelijke wijze juist genomen was. (Dit laatste dan zeker tegenover die kerkeraden, die bezwaren ingediend hadden over de kerkrechtelijke wijze waarop dit besluit genomen was). Vooral zal het nodig zijn om geen meerderheidsbesluiten te nemen inzake die dingen, die een konsciëntiebindend karakter hebben, terwijl Gods Woord er toch niet zo duidelijk over spreekt, en dat de mening van de minderheid dan als onschriftuurlijk zou moeten worden afgewezen. Een kerkelijke vergadering heeft niet alleen erop te letten welke en hoe de besluiten genomen worden, maar heeft er ook op te letten welke konsekwenties een uitspraak medebrengt. Een besluit te nemen waarbij tevoren al bekend is dat dit toch niet uitgevoerd kan of zal worden, heeft geen enkele goede zin en is zelfs schadelijk voor het gezag van de kerkelijke vergadering in het algemeen.

Alle kerkelijke vergaderingen zijn in hun besluiten gebonden aan Gods Woord en aan de algemene ordebepalingen van de kerk, zolang deze laatste niet in de ordelijke kerkelijke weg veranderd zijn. ledere mindere vergadering, ambtsdrager of lid heeft zich dan ook aan de kerkelijke besluiten van de meerdere vergadering te houden. Reeds schreven we over het recht van appèl om een besluit veranderd of opgeheven te krijgen). Nu geeft de DKO echter twee uitzonderingen hierop: „tenzij dat het bewezen wordt te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze Generale Synode besloten, zo lang als dezelve door geen andere Generale Synode veranderd zijn". Indien een kerkelijk besluit kennelijk in strijd komt met Gods Woord of de geldende kerkenordening behoeft het niet , , voor vast en bondig" gehouden te worden. De rechtsgeldigheid wordt dan aan het besluit ontzegd. Hierover . meer de volgende keer.

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 127

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 1967

De Saambinder | 4 Pagina's