Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE GRAAN- EN DE WIJNOOGST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GRAAN- EN DE WIJNOOGST

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openbbaring 14: 14-20

In de voorgaande perikoop (14:6-13) zagen we dat het oordeel door de drie engelen werd aangekondigd. Degenen, die het beest aanbidden, zullen wegzinken in de eeuwige pijniging (11). Maar de gelovigen zullen zich eeuwig verlustigen in de Heere (13). In de perikoop die nu aan de beurt is, horen we hoe het aangekondigde oordeel zal worden uitgevoerd. Ook hier wordt alles weer beschreven alsof het al gebeurd is.

Onder de eindgerichten, die zowel de kerk als de wereld zullen treffen, wordt de aarde rijp voor het oordeel. Gods gemeente wordt rijp (lett droog of dor), haar verdrukking en ellende is ten toppunt gestegen, het kan niet langer meer, God gaat haar tot Zich nemen. Ook de wereld wordt rijp, de maat van haar ongerechtigheid raakt vol. De rijpe druif is het zinnebeeld van de ongelovigen, die hun deel in dit leven hebben ontvangen.

Zo wordt er tweeërlei oogst ingezameld uit de volkerenwereld: een korenoogst en een wijnoogst. Het koren wordt ingezameld in de hemelse schuren en de druiven worden getreden in de wijnpersbak. De eerste oogst is een blijde gebeurtenis, de tweede een oordeel (vuur en bloed worden genoemd). En zo wordt de mensheid in twee groepen gescheiden en tot hun eeuwige bestemming gevoerd.

De Heere van de oogst (vs. 14)

Nu ziet Johannes geen engel, maar een schitterende witte wolk, een beeld van hemelse heerlijkheid en reinheid. Op deze wolkenwagen rijdt de Vorst des hemels, zoals een koning, die na de overwinning naar de hoofdstad van het overwonnen rijk gaat om daar zijn troon te vestigen en het volk te regeren. En op die wolk zat „Een, des mensen Zoon gelijk" (vgl. 1:13). Nu komt Christus voor de tweede keer naar deze wereld, niet meer als kind in de stal van Bethlehem, maar als het Hoofd van Zijn gemeente en als Rechter van deze wereld. Zijn koninklijke macht en heerlijkheid wordt getekend in de gouden kroon op Zijn hoofd. En in Zijn hand heeft Hij een scherpe sikkel. Als de Heere van de oogst komt Hij nu naar Zijn land om de vruchten in te zamelen. Vers 14 tekent deze Heer van de oogst als gereedstaande om te komen. Hij wacht tot de hemelklok twaalf slaat, tot de Vader het sein geeft om met de oogst te beginnen (Matth. 24:36). Dat uur is immers alleen aan God bekend. De goddelozen op aarde merken hier voorlopig nog niets van. Zij gaan ongestoord verder met hun ijdele leven. En Gods gemeente wordt nog verdrukt. Zij merkt in de tekenen der tijden wel dat de Heere des oogstes komende is en zij bidt om Zijn spoedige komst (22 : 17), maar van die ure weet niemand. In de hemelse tempel echter worden de laatste toebereidselen getroffen.

De tarwe wordt gemaaid (vs. 15-16)

Uit de hemelse tempel komt een „andere" engel, dat wil zeggen niet de Engel des Verbonds( Christus), die op de wolk zit, maar een geschapen engel, een hemelboodschapper, om aan Christus toe te roepen, dat het uur van de oogst in de hemel geslagen is. Met een grote stem, van verre dus, roept deze engel dat dadelijk met de oogst begonnen kan worden. Zend Uw sikkel en maai, want de ure om te maaien is gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden. Geen minuut eerder of later dan in Gods raadsplan besloten ligt, begint Christus met de oogst En het is hier duidelijk dat Hij eerst de tarwe-oogst van de aarde zal afmaaien, dat wil zeggen eerst neemt Hij Zijn gemeente tot Zich in heerlijkheid. De Bijbel leert ons duidelijk, dat Christus eerst Zijn gemeente in veiligheid brengt alvorens het laatste en vreselijke eindgericht over Zijn vijanden zal losbreken. In hoofdstuk 11:11-12 lezen we hoe Christus bij Zijn komst al Zijn kinderen uit het graf zal opwekken en tesamen met hen, die nog in leven zijn in Zijn heerlijkheid zal opnemen. Vgl. ook 1 Thess. 4 : 13-18. Dit is een geweldige troost voor Gods gemeente. Haar verdrukking zal een einde nemen en de eeu-

wige zaligheid zal haar deel zijn. Als een rijpe oogst zal zij ingezameld worden in de hemelse schuur. Het uur van de oogst is dus dan pas geslagen, als Gods gemeente rijp is geworden, dat wil zeggen tot haar volle uitgroei is gekomen. Het woordje „rijp" betekent hier dor en verdroogd, en daarom wijst het op een korerhoogst uitgegroeid, gestorven, goudgeel. Als de laatste van Gods uitverkorenen is toegebracht, is de oogst vol, rijp, en kan de wereldgeschiedenis eindigen.

En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid. We lezen niet dat Christus Zelf maaide, wel dat Zijn sikkel in de oogst wordt gebruikt, in tegenstelling tot de wijnoogst waarbij de sikkel van de andere engel wordt gebruikt. Wie maaien dus het koren? Dat lezen we in Matth. 13:39: e oogst is de voleinding der wereld, en de maaiers zijn de engelen. In Zijn opdracht maaien zij het koren en daarna wordt Gods gemeente naar de Heere van de oogst tegemoet gevoerd in de lucht. En pas als de gemeente bij haar heerlijk Hoofd is, vindt op aarde de druivenoogst plaats. Christus houdt Zich daarbij op een afstand. Had Hij bij de graanoogst Zijn sikkel in Zijn hand, de druivenoogst laat Hij volledig aan de engelen over. Hij blijft bij Zijn gemeente.

De wijnpersbak wordt getreden (vs. 18-20)

Nu komt er een geschapen engel, die „ook zelf' een scherpe sikkel heeft. En met die sikkel zullen de druiventakken van de wijngaard der aarde worden afgesneden. Niet alleen de druiven worden afgesneden, maar de wijnstok zelf wordt uitgeroeid met wortel en tak. Er zal geen druif meer aangroeien. Het zal met de macht van de aanbidders van het beest na de oordeelsdag voorgoed zijn gedaan.

De goddelozen worden hier niet vergeleken bij het onkruid, zoals in Matth. 13, maar bij een wijnstok met druiven om de gedachte van het treden van de druiven in de wijnpersbak op te roepen.

Opvallend is hier dat de boodschappende engel, die het uur van deze oogst komt bekend maken vanuit het altaar komt. Dit oordeel over de goddelozen komt dus als een verhoring op het gebed van de zielen der martelaren, die onder het altaar waren(vgl. 6 : 9-10). De kleine tijd die zij nog moesten rusten, is bij de graanoogst vervuld. Nu wordt hun gebed verhoord. We lezen dat de engel-boodschapper ook macht had over het vuur (van het altaar, vgl. 8 : 3-5). Dit vuur wijst in ieder geval op het oordeel, hetzij de straf van het helse vuur, hetzij de wereldbrand, als alle elementen brandende zullen vergaan. Het oordeel wordt uitgevoerd: e wijngaard der aarde wordt afgesneden en geworpen in de wijnpersbak van Gods toorn, een beeld van de verschrikkelijke straf over de goddelozen. Zoals de druiven in de pers getreden worden, zo worden de goddelozen verpletterd onder Gods toorn en Zijn wrekende gerechtigheid. De goddelozen zullen een ontelbare schare zijn, want de wijnpersbak is groot, staat er. De hele wereld zal een groot slagveld worden, waar duizenden en nog eens duizenden gedoden zijn. Het wordt een brede bloedstroom, die de dood van heel de goddeloze mensheid aangeeft.

Opeens wijzigt de beeldspraak zich hier in het 20-ste vers. De druivenoogst verandert in een veldslag. Geen rode wijn, maar het bloed van de goddelozen vloeit uit de wijnpersbak. En het bloed spat op tot aan de teugels van de dravende oorlogspaarden, waarop de engelen gezeten zijn, die het oordeel voltrekkea In alle (wind)richtingen doorkruisen zij de aarde, zodat niemand zal ontkomen. Dit laatste wordt aangegeven door het getal van 1600, namelijk 4 x 4 x 100. Vier is het getal van de wereld, ook van de vier windstreken. Nergens ter wereld zal meer ontkoming zijn aan dit allerverschrikkelijkste bloedbad.

Alleen Christus' gemeente is veilig bij Hem. De wijnpersbak wordt buiten de stad getreden. Toen Mozes het volk Israël door de woestijn naar Kanaan leidde, werden de misdadigers buiten de legerplaats gestraft Later, na de vestiging van het koningschap in Jeruzalem werden de misdadigers buiten Jeruzalem gestraft. De Heere Jezus werd ook buiten de poort gekruisigd. En dit laatste bloedbad zal worden aangericht buiten het nieuwe Jeruzalem, waar de goddelozen niet binnen komen en de gemeente veilig is.

Nog is het uur van de oogst niet geslagen! Mar Christus staat gereed met Zijn scherpe sikkel, en ook de andere engel. Zodra het sein gegeven wordt, zodra de bazuin klinkt, zal de oogst beginnen.

Verlangen we naar die dag met een diep verlangen? Of verschrikt de gedachte aan die dag ons? Daar ligt het onderscheid tussen het graan en de druiven. Een derde oogst is er niet. Wees daarom gewaarschuwd, jonge vrienden, als je nog van verre staat! De Rechter van straks is nog een Redder van nu! Zijn bloed reinigt nog! Zalig hij, die het Lam leerde volgen. Wees vrolijk en klap in de handen, want Hij komt, Hij komt, om de aarde te richten. En de Geest en de bruid zeggen: kom! Ja, kom, Heere Jezus!

Vragen:

1. Lees i.v.m. bovenstaande studie eerst ter vergelijking de volgende bijbelgedeelten: penb. 14 : 1-13; 19 : 11-21; 20:7-15; Matth. 13:24-30 en 36-43; 24:29-44; 25:31-46.

2. Heeft de titel „Mensenzoon" of „Zoon des mensen" te maken met Christus' vernedering of verhoging? Zie o.a. Dan. 7:13-14 en Matth. 26:63-64.

3. Over welke tweeërlei oogsten gaat het hier en wat stelt zij voor? Wat betekent het dat de oogst der aarde „rijp" is (vs. 15)?

4. Hoe kun je bewijzen dat eerst de gemeente in veiligheid wordt gebracht, voordat het oordeel over de goddelozen losbarst? Zie o. a. Openb. 11:11-12; 1 Kor. 15 : 23-25; Matth. 24:31.

5. Wat weet je van de sikkel, die gebruikt wordt voor de tarweoogst in vergelijking met die van de wijnoogst (vs 14, 17)?

6. Leg deze perikoop eens naast Matth. 13 : 24-30 en 36-43. Welke overeenkomsten zijn er? En welke verschillen vallen je op? Hoe verklaren we dat hier het onkruid eerst wordt verzameld en verbrand? Denk hierbij aan de laatste bestemming van de opgenomen gemeente! Vgl. ook Matth. 3 : 12.

7. Welke troost bevat de wederkomst van Christus voor alle gelovigen? Vgl. H. C. vr en antw 52.

8. Wie zal het eindoordeel uitspreken, Chistus of de Vader? Vgl. Joh. 15:19-29; Openb. 1 : 18; Matth. 25:31-34 en 4L

9. Waarom spreekt vs. 18 over het afsnijden van de druiventakken, en niet alleen van de druiven?

10. Waarom kwam de boodschapper, die het sein gaf tot de wijnoogst vanuit het altaar?

11. Waar is de wijnpersbak in de Bijbel vaak een beeld van? Zie o. a. Joël 3:13; Openb. 19 : 15; Jes. 63:3-6 en Klaagl. 1:15.

12. In welk vers treedt er een plotselinge verandering op in de beeldspraak? Welke woorden wijzen op de oorlog?

Oostkapelle

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Daniel | 28 Pagina's

DE GRAAN- EN DE WIJNOOGST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Daniel | 28 Pagina's