Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nadere Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nadere Reformatie

Boekenhoek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een degelijke, uitgebreide studie over de belangrijkste predikers van de Nadere Reformatie is nog steeds actueel en belangwekkend. Dat zeg ik niet in de eerste plaats, omdat het boekwerk De Nadere Reformatie (uitg. Boekencentrum, 379 pagina's voor f. 54, 90) op dit moment van schrijven fier aan de kop staat van de Boekentopvijf van het reformatorisch gezinsblad Terdege. Het is immers van grote betekenis om juist in onze tijd, in onze verlichte twintigste eeuw, ons bezig te houden met het werk van de mannen der Nadere Reformatie. In die tijd waren diverse dwalingen verwoestend werkzaam, maar die laten zich ook in onze tijd, en in verhevigde mate, gelden. Ook ons bedreigt oppervlakkigheid met alle consequenties vandien. En daarom: de wijze waarop bedoelde predikers zich in woord en geschrift tegen de tijdgeest keerden, strekke ons tot een voorbeeld.

Daarom alleen al mogen we blij zijn met de uitgave van Boekencentrum, waarin een boeiende beschrijving van het leven en werk van de tien voornaamste vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie geboden wordt. Prof. dr. W. van 't Spijker behandelt Koelman en Voetius, drs. K. Exalto beschrijft Teellincken Schortinghuis, dr. T. Brienen richt de schijnwerper op Van der Groe en Smytegelt, prof. dr. Graafland bespreekt Comrie en Lodenstein, terwijl prof. dr. J. van Genderen zich bepaalt bij W.A. Brakel en H. Witsius. De inleiding is van de eerstgenoemde hoogleraar en prof. Graafland heeft gezorgd voor een evaluerende uitleiding.

De gedachte van de "ecclesia reformata, semper reformanda" stamt uit de kring van de Nadere Reformatie, een kring die door Van 't Spijker in zijn inleiding beschouwd wordt

als de Nederlandse verschijningsvorm van het internationale Piëtisme van de zeventiende eeuw. Nu kun je met zo'n omschrijving nog alle kanten op - ook de verkeerde - maar de inleider laat op een leerzame wijze zien welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen de Duitse Piëtisten, de Engelse Puriteinen en de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. Een overeenkomst is dat men niet alleen in praktijk wilde brengen wat de Reformatie had geleerd, maar ook dat men in sommige opzichten een aanvulling wilde geven ten opzichte van de Reformatie. Wat geschied was, was onnoemelijk veel. Maar het ideaal lag hoger. De Reformatie behoefde een heldere betoning van Geest en kracht. De leer vraagt om het leven: "Indien onze tijd een roep kent om herwaardering van de ervaring, om erkenning van de persoonlijkheid en om een ook in de levensstijl herkenbare vroomheid, zullen we nog veel kunnen leren van de Nadere Reformatie en met name van hen, die in haar bloeiperiode

haar vertegenwoordigers waren".

Na deze laatste inleidende woorden van prof. Van 't Spijker passeren de tien reformatoren ons in chronologische volgorde. Begonnen wordt derhalve met Willem Teellinck, maar Van der Groe doet dit keer het hek niet toe. De laatste is Alexander Comrie. Men heeft blijkbaar gelet op het geboortejaar en Van der Groe is nu eenmaal een jaar eerder (1705) geboren dan Comrie. Is de laatste bijdrage ook de beste? Ik durf daarover geen uitspraak te doen, maar wel moet gezegd worden, bij alle respect voor de andere schrijvers, dat prof. Graafland een grondige, maar ook vrij objectieve en zeer leesbare bijdrage heeft geleverd met Alexander Comrie (1706-1774). En dat alles zal

toch niet alleen aan Comrie zelf liggen, hoewel deze de enige in de reeks is, die niet van Nederlandse afkomst is: "Voor orthodox Nederland was Comrie een geschenk om dankbaar voor te zijn, een gezant van Godswege". Hoewel Comrie niet expliciet de thematiek van de Nadere Reformatie aan de orde heeft gesteld, mag hij toch zeker wel als (late) vertegenwoordiger van de beweging gezien worden. Met enkele treffende citaten toont Graafland dit aan. Comrie gaf er ook duidelijk blijk van dat hij in de traditie wenste te staan van mannen als Fruytier en Witsius. Bovendien had Comrie (en dat is ook kenmerkend voor de Nadere Reformatie) niet alleen oog voor het verval in de kerk, maar ook onder het volk en in het land. Zo wees hij het geestelijk verval in het persoonlijk geloofsleven van Gods kinderen en in de conventikels aan. Maar dat niet alleen. Ook de leer werd

in die tijd aangetast. Vandaar de strijd van Comrie om de zuivere prediking van het Woord. En die heeft bij de prediker van Woubrugge een uitgesproken bevindelijk karakter met onderscheid tussen de verklaring en de toepassing van de tekst.

In de strijd tegen de Saumurse visie heeft Comrie het accent gelegd op de eeuwigheid. Graafland beschrijft dat zo: "Comrie trekt zich ook hier geheel terug op de eeuwigheid van God, die hij dan uitdrukkelijk verbindt met de eenvoudigheid van God. Dat wil zeggen, dat alles wat God is en besluit op een gelijke wijze in God is, dus van eenzelfde eeuwigheid en onveranderlijkheid als God zelf". Dat aan deze woordenstrijd ook te bemerken is dat Comrie wat filosofisch aangelegd was, zal niemand willen ontkennen. Vanzelfsprekend schrijft Graafland ook nog (in 't kort) over Comries rechtvaardigingsleer. In het slot van zijn opstel merkt hij op dat Comrie niet alleen door ds. G.H. Kersten, maar niet minder door dr. A. Kuyper als een waardige en navolgenswaardige vertegenwoordiger van de Gereformeerde traditie gewaardeerd werd. Wat mij betreft had Graafland hier een alinea aan toegevoegd. Als iemand zich scherp opgesteld heeft ten opzichte van de leer van Kuyper, dan was het Kersten wel. En dat met recht en reden. De rechtvaardigmaking van eeuwigheid sluit immers de noodzaak van de rechtvaardigmaking dóór het geloof in de tijd niet uit. Dat laatste is ook door Comrie benadrukt. Intussen heb ik slechts een greep gedaan uit één hoofdstuk. U zult begrijpen dat het een leerzaam boek is, waard om (kritisch) gelezen te worden. U moet het niet lezen om daarna Van der Groe beter uit te kunnen spelen tegen Comrie of Comrie tegen Brakel. Dan wordt u teleurgesteld, want dit boek geeft nogal wat nuances, waar u niet omheen kunt. Het generale belang van de Nadere Reformatie is geweest de roep tot bekering, om terug te keren op de oude paden, om zich te laten leiden door Gods Woorden door Gods Geest.

De aanschaf en de bestudering van De Nadere Reformatie mag ik u van harte aanbevelen.

J.S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's

De Nadere Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's