Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar vinden we ambtsdragers?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar vinden we ambtsdragers?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe oud mogen ouderlingen zijn? Een beetje populair uitgedrukt was dat de vraag die aan de orde was op de vergaderingen van de Classes, eind september.

Tot voor kort kon die vraag op een eenvoudige manier worden beantwoord. Een ouderling was kerkordelijk tot aftreden verplicht aan het eind van het kalenderjaar, waarin hij de 70-jarige leeftijd had bereikt. In sommige gevallen kon hij dispensatie krijgen tot hij zijn periode van vier jaar had volgemaakt, maar dan moest er onverbiddelijk een punt worden gezet.

Over die leeftijdsgrens kan verschillend worden gedacht. Tussen 70-jarigen zijn immers grote verschillen. De één zal bij het bereiken van de leeftijd der sterken lichamelijk en geestelijk nog volkomen fit zijn, de ander is helemaal öp. En daar liggen natuurlijk nog allerlei mogelijkheden tussen.

Maar er moet nu eenmaal een grens zijn waardoor ambtsdragers tegen zichzelf worden beschermd. Want breng het iemand voor wie het ambt z'n lust en z'n leven is maar eens aan het verstand dat het eigenlijk hoog tijd wordt om op te stappen... En dat zou dan gaan ten koste van de ambtelijke arbeid, en dus ten koste van de gemeente. Daarom heeft de Kerk in het verleden gekozen voor de leeftijd van 70 jaar. Het kon nu niet meer voorkomen dat ouderlingen en diakenen blijven zitten tot hun 80ste of 90ste, zoals dat nog wel voorkomt in sommige gescheiden kerken.

Maar nu is die leeftijdsgrens toch weer discutabel gesteld. In de grote steden blijkt het namelijk een groot probleem: waar halen we ambtsdragers vandaan? In een sterk vergrijzende gemeente zijn nu eenmaal niet voldoende jongeren waaruit een keuze kan worden gemaakt. Afgezien nog van de vraag of die jongeren geschikt en bereid zijn om ambtelijke verantwoordelijkheid te dragen.

Zo had de Synode een voorstel op de Classicale tafels gelegd om niet langer een leeftijdsgrens te stellen. Wie 70 jaar wordt mag zijn tijd uitdienen en daarna opnieuw gekozen worden. Daar kwamen de voorstellen in grote lijnen op neer.

Op de Classicale Vergadering die ik bijwoonde waren toch wel wat bezwaren. Hoe vaak mag een ambtsdrager na zijn 70ste jaar nog herkozen worden? En moet de leeftijdsgrens nu helemaal komen te vervallen? Moeten we toch geen streep zetten bij 75 of desnoods 80 jaar?

Als de voorstellen in tweede lezing worden aanvaard, dan komt er in ieder geval weer wat ruimte. Maar laten we wèl wezen, het is alleen maar uitstel van executie. Want 70-jarigen worden - hopelijk - ook weer een keer 80 en misschien wel 90. Maar zal er dan over tien of twintig jaar wel een reservoir zijn waaruit geput kan worden?

Weinig keuze

Laten we niet denken dat het alleen in verstedelijkte gebieden een probleem is: hoe komen we aan ambtsdragers? Ik denk dat tal van kerkeraden alweer met die vraag zitten. Want aan het eind van dit kalenderjaar moet op grond van de kerkorde in alle gemeenten de helft van de kerkeraad weer aftreden. Uiteraard zijn een aantal aftredenden terstond herkiesbaar. Maar in diverse gevallen zal toch moeten worden vermeld: „aftredend en niet herkiesbaar". Dat laatste öf omdat de betreffende broeder de 70-jarige leeftijd heeft bereikt, öf omdat hij reeds twee keer herkozen is, öf omdat hij zelf te kennen heeft gegeven zich niet voor een nieuwe ambtstermijn beschikbaar te willen stellen.

In een kleine gemeente kan dat jarenlang een bron van zorg zijn. Van het be-

perkte aantal lidmaten zit een deel al in kerkeraad of kerkvoogdij. Anderen zijn naaste familie van de zittende ambtsdragers en de rest is ongeschikt of niet bereid om een ambt te aanvaarden. Maar ook in grote gemeenten blijkt het vaak moeilijk te zijn om de opengevallen plaatsen weer vervuld te krijgen. Niet iedereen heeft de capaciteiten om een ambt te bekleden en zij die ze wèl hebben, of van wie we althans mogen verwachten dat ze als ouderling of diaken zouden kunnen functioneren, laten het afweten.

Welke criteria?

Wat zijn de criteria bij de candidaatstelling voor ouderling of diaken? Er zijn gemeenteleden die van mening zijn dat de kerkeraad een zo zuiver mogelijke weerspiegeling moet zijn van de gemeente. Met andere woorden, dat dc in de gemeente bestaande richtingen en stromingen zoveel mogelijk in de kerkeraad vertegenwoordigd moeten zijn. In onze tijd, die gekenmerkt wordt door steeds verdergaande polarisatie, doet zich dan het verschijnsel voor dat „partijen" in de gemeenten hun man(nen) naar voren schuiven. Op deze manier denken ze één of meer woordvoerders in de kerkeraad te krijgen.

Nu is er uiteraard geen bezwaar tegen dat een zekere verscheidenheid binnen de gemeente ook tot uitdrukking komt in de samenstelling van de kerkeraad. Maar dat moet dan wel een verscheidenheid zijn binnen het kader van Schrift en belijdenis. Een kerkeraad is geen gemeenteraad waarin alle bestaande politieke groeperingen evenredig vertegenwoordigd zijn.

De gemeente van Christus wordt niet geregeerd volgens het principe: , , de meeste stemmen gelden", maar naar het Woord van de Heere Die Zijn gemeente in goede orde houdt door middel van de ambten die Hij Zelf heeft ingesteld.

Er zou een heel verhaal te schrijven zijn over de vereisten waaraan een potentiële ouderling of diaken moet voldoen. Maar daarvoor kunnen we terecht in de Heilige Schrift, met name in de pastorale brieven, en ook in de bevestigingsformulier. Als ik het met eigen woorden kort mag samenvatten: een eerste vereiste voor ambtsdragers is dat ze kennis hebben van de Schrift en van de Belijdenis der kerk, en dat ze daar zelf ook uit en naar leven. Dat hun hele handel en wandel de sporen draagt van het beginsel van de vreze des Heeren.

Geen paniek

En wanneer er nu, ook na ijverig zoeken, geen mannen gevonden kunnen worden die aan deze minimale eisen voldoen? Dan zit er - naar mijn inzicht - niets anders op dan de opengevallen plaatsen (tijdelijk) leeg te laten.

Er zijn altijd gemeenten waar de gaten meteen gedicht worden. Bedankt er iemand of ontstaat er een vakature - meteen wordt koortsachtig gezocht naar een nieuwe ambtsdragers. Men gaat er kennelijk van uit dat in de kerkeraad geen vakature mag bestaan. En kan men dan niet iemand vinden die geschikt is, dan maar een minder geschikte. Net als in de dagen van Rehabeam: zijn er geen gouden schilden voorhanden, dan maar koperen...

Maar op deze manier vermindert het gehalte van de kerkeraden. En het zal z'n uitwerking niet missen in de gemeenten. Hoe moeten de mensen die zelf geen ondergrond hebben de gemeente bouwen in het geloof?

Ik zou - in alle bescheidenheid - de kerkeraden willen waarschuwen voor paniek, ook wanneer een aantal vakatures moeilijk vervulbaar zijn. Laat de gemeente in zo'n geval maar eens een poosje kijken naar de lege plaatsen in de kerkeraadsbank. En breng de nood van de gemeente, zowel in de kerkdienst als in de binnenkamer, voor Gods aangezicht. Beter is het óm ambtsdragers dan met ambtsdragers verlegen te zijn. En gemeenten die er echt óm verlegen zijn, krijgen ze soms, onverwacht en ongedacht. Want we hebben een God Die op ons noodgeschrei ook vandaag nog grote wonderen doet.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Waar vinden we ambtsdragers?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's