Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gekakel in het kerkelijk kippenhok 7.

Beste vrienden, jong en oud

We hebben dus al heel wat verdeeldheid gekonstateerd. Binnen de muren van ons eigen kerkverband. Buiten de muren van ons eigen kerkverband. Verdeeldheid vanwege het werk van het N.B.G. en het werk van de GBS. De verdeeldheid is ook tot openbaring gekomen bij het oprichten van het R.D. en bij de stichting van de Reformatorische scholen. Daar zou nog veel meer te noemen zijn. Want men komt op allerhande terreinen steeds verder uit elkaar te liggen.

Dat kerk en school veel met elkaar te maken hebben, is een vanouds bekende zaak. Dat niet iedereen daar gelijk over denkt in deze tijd, is een duidelijke zaak. We hoorden daar de vorige keer reeds iets van. De een zegt: “Ik stuur mijn kinderen niet zo ver van huis. De school in onze omgeving is wel op de moderne toer gegaan, doch wat men daar tekort komt, dat vul ik zelf wel aan. Mooi gezegd natuurlijk, doch of het altijd gebeurt, daar zal nog wel eens een vraagteken achter gezet moeten worden.

De ander zegt: Ik stuur mijn kinderen naar een reformatorische school, al is dat dan ver weg, ik ben er dan tenminste toch van overtuigd dat men daar nog degelijk onderwijs krijgt, vooral op Godsdienstig gebied. En dat is toch een zeer belangrijke zaak. Dat zou ik niet graag tegenspreken. Doch men zegt er wel eens bij: Het is voor mij erg gemakkelijk. Want de kinderen gaan vroeg de deur uit en ze komen in de loop van de middag pas laat terug. Ik ben derhalve de gehele dag vrij. Dan kan ik ook hier en daar eens koffie gaan drinken. Ik zeg niet dat iedereen daar zo over denkt, toch zijn het stemmen uit de praktijk, die ik doorgeef. En een dergelijke manier van afschuiven, wat de opvoeding betreft, kan ik nu ook weer niet zo hoog waarderen. Een ander voedt mijn kinderen wel op. Ik behoef er zelf weinig meer aan te doen. Het resultaat is natuurlijk wel, dat als je van beide kanten kinderen in de kerk krijgt en op de catechisatie, dat de gevolgen op de duur niet uitblijven. Want op de z.g.n. christelijke scholen is alles nieuw, terwijl op de reformatorische scholen men vasthoudt aan het oude. Dit brengt de jeugd alleen maar in verwarring. We hebben dan ook al twee jeugdafdelingen binnen ons kerkverband. We kunnen deze dingen wel zoeken te bagatelliseren, de gevolgen zijn voor het kerkelijke leven wel catastrofaal.

Ter linkerzijde vervagen de normen en ook de vormen, met als gevolg een steeds meer volgen van het wereldse patroon. Want als er geen normen meer zijn, verdwijnen de vormen ook. Het gevolg is: Verwildering!

Aan de andere kant is er natuurlijk ook het gevaar dat men met het handhaven van strakke normen en vormen gaat denken, dat dat zo ongeveer genoeg is. Het gevaar van het farizeïsme is niet uitgesloten.

Ter linkerzijde gaat het allemaal zo gemakkelijk. Men heeft nog een bijbel. Men gaat nog naar de kerk. Het moet niet te lang duren. Je kunt ook niet van iedereen vergen dat hij twee keer komt. Want datje heel de dag in de kerk moet zitten staat nergens in de bijbel. En aan het eind komt het allemaal best in orde. Ik word als een gelovige gezien en aangesproken. En waarom zou ik niet naar de hemel gaan? Men maakt mij niet wijs, aldus redeneert men, dat alle mensen verloren gaan. Ik ga ook naar het H.A. en dan kom je er toch wel. Man, maak je toch geen zorgen! Al dat zware en nare, zo behoeft het echt niet. Alles is “vrij” en we leven “blij”.

Ter rechterzijde neemt men het niet zo gemakkelijk. Helemaal niet. Wat wou een mens zich verbeelden? Hij ligt dood in zonden en misdaden. Hij kan niets. Totaal niets. En degenen die er anders over denken, worden als “niets” in hun ogen geacht. Men zou niet graag naar het H.A. gaan. Want dan eet en drink je jezelf maar een oordeel. Af blijven dus. Ik zou niet graag met een ingebeelde hemel naar de hel gaan. Enz., enz..

Al zijn deze en dergelijke opmerkingen waarheden als koeien, zo groot, het zorgelijke is bij dit alles, dat men er rustig bij leven kan. Men vergeet dat als men zonder ingebeelde hemel sterft, men toch ook verloren kan gaan en dat dat niet minder erg is. Misschien nog wel erger. Want men heeft dan de weg geweten en niet bewandeld. Voor de zodanigen is toch het ergste te vrezen. Althans als men nog gelooft wat er in de bijbel staat, nl. dat het Tyrus en Sidon verdragelijker zal zijn in de dag des oordeels dan de zodanigen, die de weg hebben geweten en niet bewandeld.

Met het schrijven van deze dingen is misschien wel de knuppel in het hoenderhok geworpen, waar elke kip, ieder op zijn eigen wijze, zit te roesten op zijn stok. (Roesten is een woord voor kippenslaap).

Wat wilt u nu eigenlijk? vraagt mogelijk deze of gene. Ik wil niet links-afzwenken en ook niet rechts-. Maar ik wil recht-door, in het oude spoor. Dat wil zeggen dat de mens voor alle dingen wederom geboren moet worden. En dat is een daad die God zonder de mens, in de mens uitvoert, naar Zijn vrijmachtig welbehagen. Doch dat geeft de mens niet het recht om het nu maar af te wachten of dat God het mogelijk ook nog eens zou willen doen. Want elk mens heeft en houdt zijn verantwoordelijkheid t.o.v. God. Hij moet zich daarom getrouw onder de middelen stellen, die God verordineerd heeft, en waardoor Hij de mens wederbaren wil. Namelijk, dat is de zuivere verkondiging van Zijn Woord. Hij moet dat doen in de geest van Psalm 123: Ik hef tot U, Die in de hemel zit, Mijn ogen op en bid; Gelijk een knecht ziet op de hand zijns heren, Om nooddruft te begeren, En ’t oog der maagd is op haar vrouw geslagen, Om hulp of gunst te vragen; Zo slaan ook wij het oog op onzen Heer’, Tot Hij ook ons genadig zij......

Daar zullen er ongetwijfeld zijn, die zeggen: Man, hoe kan dat nu? Ik ben blind; ik kan mijn ogen niet opheffen enz. Ik zou de zodanigen willen zeggen: Probeer het dan maar met je “blinde ogen”, opdat straks niet tegen u gezegd zal worden: Gij hebt niet gewild! God staat altijd vrij tegenover ons. Wij nooit tegenover God. Wie dat eerlijk wil zien, krijgt werk aan de winkel. Die houdt op met kakelen, eindeloze twistgesprekken voeren. Want hij moet bekeerd worden. Waar deze dingen in alle ernst aanwezig zijn, daar houdt de lust op om naar het vlees te leven, en daar is de lust aanwezig om de Heere te vrezen. Niet om in de hemel te komen; ook niet om uit de hel ie blijven. Maar omdat de Heere het zo waardig is. Hij is waard om gediend te worden omdat God God is. Omdat God zo goed is. Dan ben je voor de wereld verloren. Dan kun je daar je vermaak niet meer in vinden. Wantje kunt geen twee heren dienen: God en de wereld. Je grootste vijand wordt dan je eigen bestaan. Want dat is en blijft vleselijk. En daaromtrent staat geschreven, dat het vlees zich der wet Gods niet onderwerpt. Het kan ook niet, omdat het bedenken van het vlees vijandschap is tegen God.

Als deze dingen meer gevonden werden, zou er minder verdeeldheid zijn. Of het zou moeten wezen over de vraag, wie toch wel de minste is.

Dan zou men zich ook niet zo druk maken over de “toeëigening des heils”. Als ik het mijzelf toeeigen, dan steel ik het. En als de Heere het doet, die nog nooit gezegd heeft tegen het huis van Jacob: Zoek Mij tevergeefs, dan krijg ik het eerlijk. Het gaat vanzelf, of het gaat helemaal niet. Met andere woorden als het aan mijn kant niet meer kan, dan is alles mogelijk bij God, Die alleen in Zijn eigen werk verheerlijkt wordt.

Als de zaak alleen van des mensen kant bekeken wordt, kan met bezorgdheid worden gevraagd: Waar moet het naar toe met de kerk? Menselijk gesproken, moet ik eerlijk zeggen: Ik weet het niet.

Doch anderzijds zeg ik: Ik geloof een heilige algemene christelijke kerk, dat is die kerk die de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht Zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, in enigheid des waren geloofs, door Zijn Woord en Geest, van het begin der wereld tot aan het einde, vergadert, beschermt en onderhoudt; en dat ik daarvan een levend lidmaat ben en dat ook eeuwiglijk zal blijven. Zie vraag en antwoord 54 Heidelbergse Catechismus.

Gelukkig zijn diegenen die dit met hun ganse hart mogen onderschrijven. Zij zullen eenmaal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên. Zult u, zal jij daar ook bij zijn? Bij God is ruimte genoeg. Al wie Hem aanroept in de nood, Vindt Zijn gunst oneindig groot. Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's