Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alzo togen zij op

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alzo togen zij op

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. G. Blom te Meerkerk

Alzo toog de koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, op naar Ramoth in Gilead. 1 Koningen 22: 29.

Er was niet anders te verwachten. Dat is de ontzettende werkelijkheid, die we ook in onze dagen steeds weer kunnen opmerken. De mens is gewaarschuwd, maar hij is blind voor het grote gevaar dat hem dreigt en hij gaat in eigen weg voort. Achab. de koning van Israël, is verhard. Dat is een verschrikkelijk feit. We lezen het ook van Farao, dat hij zijn hart verstokte. Dan komt er wel de waarschuwing, dan is er wel de roepstem om naar de Heere te luisteren, maar er is geen gewilligheid om dat te doen. Er leeft vijandschap tegen de Heere in het hart. Men is een instrument in de hand van Satan om de Heere tegen te staan. Men is ziende blind. Achab heeft zichzelf overgegeven omkwaad te doen in de ogen des Heeren. Nu heeft de Heere hem ook overgegeven, zodat hij aan de verharding van zijn hart is overgelaten. Zo lezen we hier dus; Alzo toog de koning van Israël op.

Er is heel wat aan voorafgegaan. We kunnen het lezen in de voorgaande verzen. Het komt in het kort hierop neer, dat Achab en Josafat samen zullen optrekken naar Ramoth in Gilead te veroveren. Op aandrang van Josafat laat Achab zijn vierhonderd profeten komen en daarna nog de profeet Micha. De vierhonderd profeten spreken naar de mond van Achab en zeggen dat hij voorspoedig zal zijn. Micha spreekt naar de mond des Heeren en kondigt de ondergang van Achab aan. Het is duidelijk, dat niet de vierhonderd profeten van God gezonden zijn, maar wel die ene profeet Micha. Deze geeft alleen een onheilsaankondiging. Achab luistert niet, maar ontsteekt in woede, laat Micha wegvoeren en geeft een opdracht mee om hem in het gevangenhuis te zetten en hem hard te behandelen, tot hij met vrede zou wederkomen. Micha laat zich zonder verzet meevoeren, maar hij _. heeft nog wel een woord voor Achab: Indien gij enigszins in vrede wederkomt, heeft de Heere door mij niet gesproken. Hij heeft ook nog een woord voor alle anderen: hoort gij volken, altegaar! Wat de Heere gesproken heeft zal zeker gebeuren. Hij zegent in een rechte weg, wanneer mn Hem aanhangt en vreest. Hij komt met oordelen als men volhardt in het kwade. Dat geldt nog. Laten de tijden en omstandigheden anders zijn, maar de mensen wandelen voort op een weg die niet goed is. Dat is te zien in de hele wereld. Ook in ons land. Denk aan de wetgeving, aan de ongerechtigheid, aan de onverschilligheid, aan zoveel dat laat zien, dat de wetten en rechten des Heeren vertrapt worden en dat men weigert te luisteren naar de stem van hen die in de naam des Heeren nog waarschuwen.

De profeten hebben gesproken, maar hoe weinig werd naar hun stem geluisterd. De Heere Jezus is gekomen en men wilde Zijn Woord niet aannemen en heeft Hem verworpen. En zo gaat het de eeuwen door. De Heere geeft nog Zijn getuigen. Men kan nog horen wat de rechte weg is. Maar er is geen wederkeer tot de Heere, tenzij de Heere Zelf door de krachtdadige werking van Zijn Heilige Geest gaat bearbeiden ten leven. Men hoort ook in onze dagen nog waarschuwende stemmen. Zo in het algemeen gericht tegen alle openbaring van zonde en ongerechtigheid en in het bijzonder tegen allerlei levensopenbaring en wetgeving in strijd met Gods Woord, waardoor de mens zich steeds rijper maakt voor het oordeel en waardoor de Heere Zich hoe langer hoe meer onttrekt. Als het gaat over zaken van beleid kan er verschillend worden geoordeeld. Als het gaat over principiële zaken moet alleen geluisterd worden naar wat de Heere spreekt. Daarbij gaat het om ernstige zaken, niet alleen om de vraag hoe de abortus in de wet geregeld moet worden of over de vraag hoe we moeten denken over euthanasie of over een of andere belangrijke zaak, maar het gaat veel meer over het feit, dat de mens van onze dagen alles wil doen zonder de Heere en zo zijn eigen weg gaat. In het paradijs is het al begonnen. Toen heeft de mens er voor gekozen zelf uit te maken wat goed of kwaad is. Dat vinden we overal terug.

Alzo toog de koning van Israël op. Dus hij kon weten dat hij niet voorspoedig zou zijn, maar Micha heeft hij laten wegvoeren en hij heeft spoedig maatregelen getroffen om met zijn leger ten strijde te trekken in de stellige verwachting dat hij straks in vrede zou terugkeren. Dan zou Ramoth in Gilead hem toebehoren en zijn krijgsroem gestegen zijn!

Hij gaat niet alleen. We lezen: en Josafat de koning van Juda. Dat is nog erger. Hij heeft beseft dat Micha de waarheid gesproken heeft. Hij had Zijn verbond met Achab moeten vernietigen en hij had moeten terugkeren naar Jeruzalem. Hij gevoelt wel dat hij in deze weg de Heere niet mee heeft, maar het ontbreekt hem aan moed en kracht om met Achab te breken en zo gaat hij met Achab mee naar Ramoth. Beide koningen hebben het teken des verbonds. De ene koning heeft met de dienst des Heeren volkomen gebroken en de ander trekt met die koning mee op en zo lijkt het of ze uit hetzelfde beginsel leven, het beginsel van zelfhandhaving en vijandschap tegen God. Dat is een verschijnsel dat ook in onze tijd is op te merken. De getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. Het is veel gemakkelijker om mee te gaan met de massa en mee te werken aan alles wat het vlees behaagt dan als Micha alleen te staan. Josafat had Micha bij moeten vallen en zich van Achab afkeren, maar hij trekt mee op. Zo zien we ook velen van hen die de naam van Christus dragen en op een of andere wijze hun plaats in kerk, staat en maatschappij innemen niet de partij kiezen van Micha, maar van Achab, waar we dat niet zouden verwachten. Dat is een dreigend gevaar voor Juda, want de koning kan in de strijd omkomen! Dat is ook een dreigend gevaar voor ons land, voor de staat, voor de school, voor zovele terreinen des levens. Als de Heere het niet verhoedt, wat is er dan te wachten!

Alzo togen zij samen op naar Ramoth. Daar zal Achab zijn einde vinden. Hij gaat zijn eeuwige ondergang tegemoet. Josafat heeft verdiend, dat hij daar ook omkomt, maar de Heere zal genadig ontkoming geven. De oorzaak daarvan ligt alleen in de getrouwheid des Heeren, in Zijn welbehagen en in Hem, Die getrouw geweest is tot in de dood des kruises.

De Heere gaat nog door met Zijn werk. Hij zou ons allen kunnen overgeven aan het goeddunken van ons boze hart, maar het behaagt Hem op Zijn tijd en wijze de Zijnen te omtuinen en te verlossen, opdat ze niet met de wereld zouden omkomen, maar uit genade behouden zouden worden door de verlossing, die in Christus Jezus is. Maar het gaat door een diepe weg heen voor Josafat. Dat wordt ons ter waarschuwing voorgehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

De Banier | 8 Pagina's

Alzo togen zij op

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

De Banier | 8 Pagina's