HET AMBTSGEHEIM VAN DE ZIELSZORGER
Ph. J. Huijser, HET AMBTSGEHEIM VAN DE ZIELSZORGER, 520 blz., geb. f 17.50, J. H. Kok N.V., Kampen, 1961.
Het beroepsgeheim is een zaak van hoge ethische waarde en het is van grote betekenis, dat op dit privilege en op deze plicht niet alleen als het betreft artsen en advocaten, maar ook predikanten en ouderlingen, gewezen wordt. Hoewel deze zwijgplicht juridisch reeds geregeld is, heeft de Kerk op bijzondere wijze er de aandacht op gevestigd o.a. door een aparte formule dienaangaande in de betrokken formulieren van bevestiging op te nemen.
Een actueel probleem behandelt dit dikke boekwerk dus zonder twijfel. Misschien weidt de schrijver wel eens te breed uit; m.i. kon de paragraaf over ziekteverschijnselen als openbaring van geheime zielsconflicten en schuldgevoelens in dit verband gemist worden, maar het is voor iedere zielzorger goed, dit boek te bestuderen en ter harte te nemen. Terecht schreef Bovet: Absolute zwijgzaamheid is een conditio sine qua non voor alle zielszorg, die helaas nog niet overal vanzelf spreekt.
Breedvoerig gaat de schrijver in op de bijbelse grondslagen van het ambtsgeheim. In een volgend hoofdstuk stelt hij aan de orde de leer van de onschendbaarheid van het r.-k. biechtgeheim en wat de lutherse en gereformeerde opvatting in deze was. Schrijvende over de zedelijke grenzen van liet ambtsgeheim toont de schrijver met de stukken aan, dat de Luthersen en de Gereformeerden de absoluutheid van het biechtgeheim verwierpen.
De schrijver meent, dat de predikant de bevoegdheid mist zijn vrouw te betrekkon in zi, in individueel ambtsgeheim of ook in het collectieve ambtsgelieim van de kerkeraad, waartoe hij behoort. Alleen acht dr. Huijser één uitzondering mogelijk: hij zou haar ter verkrijging van een noodzakelijk advies zoveel van het geheim mogen openbaren als een R.-K. biechtvader zou openbaren aan zijn consulent.
Tenslotte zien wij, hoe de wet in ons land de geheimhoudingsplicht sanctioneert en aan de zielzorgers het verschoningsrecht en dat van non-rovelatie heeft gegeven, waarbij de ouderlingen als volwaardige zielzorgers worden erkend.
Terecht zegt prof. Roscam Abbing in een woord vooraf: Dit boek laat ons niet in de kou staan, gaat uitvoerig in op de vragen, die hier liggen, is wijs in zijn vragen en antwoorden, ook al blijft hier en daar een vraag liggen en is soms een antwoord discutabel.
U.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1961
Theologia Reformata | 54 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1961
Theologia Reformata | 54 Pagina's