Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OP DE WACHTTOREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP DE WACHTTOREN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

5

Een blik op de wereld.

De geschiedenis der wereld houdt nauw verband met de komst van Gods Koninkrijk. Gods voetstappen worden daarin beluisterd, die ons prediken de komst van het grote eindgericht. Daarom heeft de kerk de opdracht, op de tekenen der tijden te letten. Zo klonk eenmaal het bestraffende woord tot farizeën en schriftgeleerden: „Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet ge wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?”

Iedere wachter op de wachttoren dient daarom na te gaan hoe de wereldgeschiedenis zich ontwikkelt. Zo heeft Spurgeon eens gezegd: Iedere dag lees ik mijn dagblad, om te zien hoe God de wereld regeert.

Van grote betekenis is in dit verband de profetische rede, die Christus kort voor Zijn sterven heeft uitgesproken. In grote lijnen wordt ons daarin gezegd, wat er zo al plaats zal vinden in het laatst der dagen.

Wij lezen daarin over de dagen van Noach en de dagen van Lot.

„En gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk, zij werden ten huwelijk uitgegeven, tot de dag, op welke Noach in de ark ging, en de zondvloed kwam, en verdierf ze allen”.

„Desgelijks ook, gelijk het geschiedde in de dagen van Lot; zij aten, zij dronken, zij kochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op de dag, op welke Lot van Sodom uitging, regende het vuur en sulfer van de hemel, en verdierf ze allen. Even alzo zal het zijn in de dag, op welke de Zoon des mensen geopenbaard zal worden”.

Deze dagen zijn dus tot een teken, ook voor ons, gesteld.

Opmerkelijk is, dat hier geen openbare grove zonden worden gemeld. De dagen van Noach worden gekarakteriseerd als dagen van: eten, drinken, trouwen en ten huwelijk uitgevende. Op zichzelf geen verkeerde dingen. In de dagen van Lot was de kuituur wat meer tot ontwikkeling gekomen, en dan lezen wij over: eten, drinken, kopen en verkopen, bouwen en planten. Ook geen verkeerde dingen. De decadentie van het huwelijksleven wordt hier niet eens gemeld.

Wat is hier dan tot een teken van het laatst der dagen gesteld?

Wij antwoorden: De valse gerustheid! de vervlakking! de verzakelijking van het leven! en daarmee gepaard gaande de verwording van het leven! Kortom, het leven buiten God! Dan kunnen wij nette fatsoenlijke mensen zijn: eten, drinken, trouwen, kopen, verkopen, bouwen en planten, maar als God er niet in wordt erkend, dan draait alles om de mens! Dan wordt de mens god! God van de troon en de mens op de troon!

Hoe zien wij dit alles in vervulling gaan in onze tijd.

Ondanks dat de ernst der tijden, en de tekenen van Jezus’ wederkomst al meer en meer in vervulling gaan, leeft men valselijk gerust! Vrede! vrede! en geen gevaar! Valselijk gerust voor de tijd! Valselijk gerust voor de eeuwigheid! Sinds de dagen van Noach en Lot schijnt de mens nog niets te hebben geleerd. ’t Is een tijd van welvaart, een tijd van genot. Eten, drinken, trouwen, kopen, verkopen, bouwen, planten, en zo lééft alles wat tot het zakelijke vlak van het leven behoort, maar.... de ziel is dood! Niet de ziel o verwint, maar wel het cijfer!

Niet de Schrift overwint, maar wel de machine en het bankkantoor! Zo komt alles in het aardse vlak, in het zakelijke vlak en het woord der Schrift wordt al meer en meer op non-aktiviteit gesteld: „Gij bekommert en verontrust u over vele dingen, maar één ding is nodig!”

Hoe dient de wachter op de wachttoren ook hier op de bazuin te blazen. O mens! werk toch niet alleen om de spijze die vergaat, maar werk vooral om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven! Temeer, omdat de vervlakking, de verzakelijking van het leven, onmiskenbaar leidt tot verwording van het leven!

Tot verwording van het persoonlijk leven! Tot verwording van het gezinsleven!

Tot verwording van het volksleven!

Lezen wij in de Schrift over de dagen van Noach en de dagen van Lot, dan bemerken wij daarin - zo heeft eens iemand gezegd - een climax, maar ook een anticlimax! De climax is de kulturele vooruitgang. Er wordt in de dagen van Lot ook gebouwd, geplant en verkocht, waarvan niet gesproken wordtin de dagen van Noach.

De anticlimax is echter dat „trouwen en ten huwelijk geven”. In de dagen van Lot is dat weggelaten. De vooruitgang in de kuituur ging gepaard met een morele verwording! Het huwelijk wordt niet eens meer genoemd, het is opzij gezet en door de grofste onzedelijkheid vervangen.

Evenzo zal ’t zijn in het laatst der dagen. De meest verfijnde ”beschaving” en de meest grove bestialiteit zullen elkander de hand gaan reiken.

Zien wij dat verschijnsel niet al meer en meer toenemen in onze tijd?

Dagbladen, tijdschriften van de meest profane en onzedelijke inhoud en afbeeldingen, congressen van „Chaos rond Eros” werken hier toe mede ook in ons land. Provo-mentaliteiten, huwelijksontbindingen, schaamteloze kleding van vrouwen en meisjes zijn hier de ernstigste voorbeelden van.

De roep tot waakzaamheid.

Een kort, maar toch zo veelzeggend woord heeft de Heere ons gegeven, in dat kleine woordje: Waakt!

”En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik u allen: Waakt”!

Waakt! want gij weet niet de dag, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal. „Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende; en zijt gij de mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen”.

De dag en de ure van Jezus’ wederkomst is ons onbekend. Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht, in welke de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde, en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.

„Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heilige wandel en godzaligheid! Verwachtende en haastende tot de toekomst van de dag Gods, in welke de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten”.


Houdt ons gemoed voor U bereid.
Opdat het blij Uw komst verbeid’.
Daar ’t in het stil vertrouwen leeft.
Dat Gij ons onze schuld vergeeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

OP DE WACHTTOREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's