Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Half zeven en Robert is nog niet thuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Half zeven en Robert is nog niet thuis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De soepbordjes van de kinderen staan al volgeschept op het aanrecht af te koelen. Ik ben lekker op tijd en het wachten is eigenlijk op de jongens. Die zijn blijkbaar de tijd vergeten. Ze zijn te laat. Niet aan te roepen en nergens te bekennen, volgens Frederique, die ze moest opsporen om ze te waarschuwen dat het etenstijd was. Ondertussen staat ook Jeroens vader te wachten bij de achterdeur. Die komt Jeroen ophalen. Tevergeefs dus. Een vervelend gevoel bekruipt me. Ik voel me net een oppas die de boel verwaarloosd heeft, alhoewel dat eigenlijk nergens voor nodig is. Want jongens als Jeroen en Robert zijn niet meer aan het lijntje te houden en spelen zeker niet braafjes meer achter de poort. Toch zit het me niet lekker. Zeker niet nu uitgerekend mijn man enkele dagen naar Zwitserland is. Anders was die er wel eens achteraan gegaan.

Jeroens vader neemt het nogal nuchter op. Nadat hij een rondje gereden heeft en niemand ontdekt, zegt hij droogjes: „Je stuurt hem maar te voet achteraan als ze er zijn. Ik ga nu eerst even eten en straks kom ik nog wel eens horen." Samen met Martijn sta ik te wachten bij het raam. Die merkt wel dat er iets bijzonders aan de hand is, maar heeft meer belangstelling voor iets anders: dansende muggen buiten bij het raam. Ik besluit een vriendin op te bellen aan de andere kant van het dorp. Als die uit het raam kijkt heeft ze zicht op een plein waar veel gespeeld wordt. Maar ook daar geen Jeroen en Robert in beeld. Terwijl ik telefoneer roept Martijn ondertussen hard en opgewonden: „Daar zijn ze weer!" Ik vlieg naar het raam en druip dan met een kater af; hij bedoelt de dansende muggen. Hierna bel ik meteen Jeroens ouders met de mededeling dat ze er nog steeds niet zijn. „Direct na het eten kom ik weer", zegt hij en hij lacht meewarig als ik veronderstel dat ze wel naar de zeedijk gelopen kunnen zijn of wie weet, zijn ze wel op de trein gestapt.

Verontschuldigend zeg ik erbij dat ik, als ze er eenmaal gezond en wel weer zullen zijn, ook wel om mijn veronderstellingen zal moeten lachen, maar nu ik nog in onwetendheid verkeer ik het beslist niet uitsluit. Wat een ander overkomt kan ons ook gebeuren, al denken/hopen we van niet. Half zeven geweest. De ongerustheid neemt toe. Ik beveel Frederique dat ze goed op haar broertje moet passen, dan ga ik zoeken. Voor de zekerheid leg ik pen en papier bij de telefoon en geef instructies dat ze, als er iemand zou bellen (de NS of zo) het telefoornummer moet noteren en zeggen dat ik straks terug zal bellen. „Pffft, ik zweet ervan", zucht ze met donkere ogen. Die heeft de moed al opgegeven geloof ik. „Ik denk maar steeds", vervolgt ze, maar ik smoor de rest met een kort: „Hè Fred, hou asjeblieft op. Ze zijn gewoon ergens aan het spelen en de tijd vergeten."

Ik raus op m'n fiets door de oostkant van ons dorp en ga dan richting zeedijk: niemand. Hijgend kom ik thuis, voer Martijn z'n pap en leg hem snel op bed. Dan staat Jeroens vader bij het raam. Vragend trekt hij zijn wenkbrauwen op. De bezorgdheid zal nu wel van m'n gezicht te scheppen zijn, want hij zegt: „Och, zoiets zullen wij vroeger ook wel eens gelapt hebben." „Ja", mopper ik machteloos. „Maar ik zal het ze toch inpeperen hoor." „Ik zal nog eens een rondje doen", zegt hij kalm en ik verdenk hem van een verborgen grijns. Tien voor zeven! Ietsje later hoor ik de auto stoppen. Twee jongens springen eruit. Jeroens vader opent bedaard de achterklep en tilt een kist boordevol vers getrokken konijnenvoer (gras, paardebloemen). De jongens sluiten met voldane gezichten de optocht. M'n hele tirade verdwijnt als sneeuw voor de zon. Als ik het goed begrijp hebben ze juist een goede daad verricht, al is die dan een beetje uit de hand gelopen...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 april 1994

Terdege | 79 Pagina's

Half zeven en Robert is nog niet thuis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 april 1994

Terdege | 79 Pagina's