Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter voerweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter voerweging

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. G. P. van Itterzon, Het kerkelijk ambt in geding. Theologie en Gemeente, deel 10. Uitgeversmaatschappij J. H. Kok, Kampen 1974. 95 blz. Van de hand van prof. dr. G. P. van Itterzon is een waardevolle studie over het ambt versehenen, waarin uitgegaan wordt van de gegevens die het Nieuwe Testament biedt, en bijzondere aandacht wordt gewijd aan de gedachten van Calvijn.

Mede door de verdeling van de stof over 16 korte hoofdstukken en de rustige betoogtrant is het een goed leesbaar boek geworden, terwijl de verwijzingen naar de Heilige Schrift en naar belangrijke literatuur over het onderwerp het mogelijk maken om zich er verder in te verdiepen.

De eerste zin en de eerste twee bladzijden nodigen al tot lezen en nadenken. De schrijver attendeert op de gezagscrisis die de wereld teistert en hevige spanningen oproept. Zij gaat niet buiten de kerk om. Zo vraagt men, of de gaven van de Geest (charismata) niet veel belangrijker en geestelijker waren dan de ambten en of er geen dalende lijn zat in de geschiedenis van de vroege kerk; of wij nog gebonden zijn aan de oude patronen, of dat het geoorloofd en raadzaam is de kerk van nu te reorganiseren naar totaal andere modellen die meer sociologisch zijn bepaald, en of Calvijns leer van het ambt voor het huidige kerkelijk leven nog betekenis heeft.

Al deze thema’s — en dat zijn de enige niet — worden zorgvuldig behandeld. Hoe? Daar moet men het boek zelf voor lezen.

Wie van de auteur een antwoord verwacht op de vraag van „de vrouw in het ambt” zal teleurgesteld zijn, als hij op biz. 42 - 46 de argumenten pro en contra opgesomd vindt, maar naar de eigen mening van de schrijver moet raden. Wel spreekt hij zich met stelligheid uit over de kwestie, of de nieuwtestamentische ambten uit een algemeen ambt van de gelovigen zijn opgekomen, Dat is niet het geval.

Dr. Van Itterzon zou het betreuren, als de inbreng van de kerkordelijke waarden van het gereformeerd protestantisme in de oecumenische beweging werd prijsgegeven vanwege een al te simpel begeren naar eenheid. Geheel akkoord! Maar wordt dit niet sterk gerelativeerd door het woord „naast” in de slotzin van het boek: „Naast het episcopalisme, het congregationalisme en het individualisme blijft de presbyteriaal-synodale vorm van kerkregering door het drievoudig ambt zowel voor het heden als voor de toekomst van een m.i. onmisbaar levensbelang”?

Om met een meer praktisch aspect van deze studie te eindigen, wijs ik op de kenmerken van het ambt, zoals de schrijver die op biz. 55 - 57 noemt:

1. Niemand kan ooit uit eigen beweging zonder meer een ambt gaan bekleden; 2. Men wordt aangesteld en ontvangt hierbij een opdracht; 3. Het ambt moet een dienend karakter vertonen, waarbij de gedachte aan heersen volstrekt verwerpelijk is; 4. Het ambt heeft, juist als het de gemeente wil dienen, een zeker gezag; 5. Het ambt heeft in gemeentelijk verband een blijvend karakter.

„Het kerkelijk ambt in geding” lijkt mij voor theologie en gemeente en speciaal voor de ambtsdragers een werk van betekenis.

C. H. Lindijer, In levende lijve. Een boek over lekenhuisbezoek. 144 biz., f 13,90. Boekencentrum, ’s-Gravenhage 1974.

Dit is een handig boekje voor ieder die met huisbezoek in welke vorm ook te maken heeft. De schrijver vat de resultaten van allerlei publikaties en standpunten overzichtelijk en populair samen, en weet toch aan zijn boek een eigen gezicht te geven. Het boek bespreekt onderwerpen als bezoekwerk, leren luisteren, fasen in een gesprek, wijze van reageren, niet-verbale aspecten van het gesprek, mensen in verschillende levensfasen (puberteit, ouderdom) en situaties (ziekte en rouw).

De geestelijke leiding die gegeven moet worden, komt nauwelijks ter sprake. De schrijver is van mening dat een gesprek maar zelden met gebed of schriftlezing beëindigd behoeft te worden. Hij is sterk gekant tegen allerlei wetticisme en programma’s in ethische raadgevingen. Een mens wat meer naar zijn bestemming te leiden, heet een gebeuren dat niet los staat van het evangelie. Ten aanzien van deze laatste punten verschil ik met de schrijver diepgaand van mening.

Toch wil ik dit boekje graag onder de aandacht van ambtsdragers brengen. Het zou niet kwaad zijn aan enkele hoofdstukken eens een gesprek in een bezinningsvergadering van de kerkeraad te wijden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1975

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Ter voerweging

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1975

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's