Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OUDE SCHRIJVERS (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OUDE SCHRIJVERS (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nadere Reformatie

In zijn boek Het land van Rembrand heeft Busken Huet naast de al eerder genoemde Jacobus Borstius meer 'toongevers, die het woord tot de menigte richtten' genoemd: ook Willem Teellinck, de Middelburgse veelschrijver, met wiens publikaties men een kast kan vullen, was hem niet onbekend, net zomin als Gisbertus Voetius, hoogleraar in Utrecht en een man van de oude stempel, die een generatie theologen diepgaand beïnvloed heeft met zijn gedachtengoed. Beiden behoorden evenals Borstius tot die orthodoxbevindelijke theologen die nog heden ten dage autoriteit onder het bevindelijke volksdeel hebben en die soms ook gerekend worden tot de stroming van de Nadere Reformatie, de kerkelijke beweging die aandrong op een tweede reformatie, nu niet van de leer, zoals bij de hervor­ mers was gebeurd, maar een reformatie van het leven, dat in overeenstemming moet zijn met de leer.

Om die tweede, nadere reformatie te bevorderen zijn dikke boeken geschreven, we denken bijvoorbeeld aan Jacobus Koelman met zijn Pointen van Nodige Reformatie ontrent de Kerk, de Kerkelijke, en Belijders der Gereformeerde Kerke van Nederlandt (Vlissingen, 1678), een werk

(vervolg op blz. 366)

dat bijna kan gelden als een handleiding voor de zaken die aangepakt moesten worden. Koelman achtte een dergelijke reformatie van groot belang. In zijn 'Aanspraak' in de Pointen schreef hij onder meer: 'Indien gij, in wiens handen dit (boek) mocht komen, een Christen zijt alleen in belijdenis, zo let maar op de natuur en gestalte van die belijdenis, die gij aangenomen hebt, en gij zult uzelf zien onder menigvuldige verbintenissen om niet alleen geen vijand noch tegenkanter van het werk van de Reformatie te zijn, maar ook om een kloek vriend en bevorderaar daarvan te zijn, naar uw vermogen. Zijt gij niet verbonden in uw Doopbelofte en verbond (toen gij op de lijst gesteld werd) om onder de banier van Christus te strijden tegen de drie grote tegenpartij der s van Koning Jezus: de duivel, de wereld en het vlees? En dat gij de naam van een Christen draagt, geeft dat niet te kennen dat gij als een gezworen soldaat van Christus verbonden zijt om Zijn strijd te kiezen, voor Hem te verschijnen en Zijn partij te kiezen tegen alle machten van de hel en tegen alle machten op aarde, die gedreven en geleid worden door de draak en ook tegen alle werken van de duivel binnen het Koninkrijk van Christus en in uw eigen ziel? Gewis, wie hij ook zij, die, als hij een gedoopt Christen is, dit werk vergeet, veel meer indien hij een tegenstander en hater ervan is, die verklaart zichzelf als een afvallige of een deserteur en overloper van het leger van Jezus. En wij behoeven niet onwetend te zijn wat het deel zal zijn van degenen die zich zo onttrekken. Des Heeren ziel zal niet alleen geen welgevallen in dezulken hebben (Hebr. 10: 38) maar Hij zal hen tot de eeuwige vlammen veroordelen als Zijn openbrare vijanden, alwaar wening zal zijn en knersing der tanden tot in alle eeuwigheid.’

Teleurstelling

Maar er kwam telerustelling ook bij Koelman toen de meesten toch niet veel bleken te voelen voor een dergelijke Reformatie. Het is deze teleurstelling die ook enigszins doorklinkt in de woorden van Bernardus Smijtegelt toen hij in een preek in Des Christens heil en cieraat ('s-Gravenhage / Middelburg 1744) opmerkte: 'Reformatie is niet te verwachten dan door een wonder Gods. (...)' Over het uitblijven van die nodige reformatie zei Smijtegelt: 'Wat zei God in Jer. 7:13 en 14? Als Ik geroepen heb, gij hebt niet gehoord; als Ik gesproken heb, gij hebt niet geantwoord. Ik zal aan dit volk, dat naar Mijn Naam genoemd is, doen hetgeen Ik aan Silo gedaan heb. Hoe deed God daar aan? Hij heeft haar priesters gedood, daarna heeft hij de Ark van haar laten wegvoeren, het teken van Zijn gunst. Toen de Ark uit Silo is geweest, wij lezen niet dat zij er ooit weer gekomen is... Als er geen Reformatie komt, dan hebben wij niet anders te verwachten, dan hetgeen te Silo geschied is.'

Onderscheid

Toch moeten we wel in de gaten houden dat er een verschil is tussen de voorstanders van de Nadere Reformatie en de oude schrijvers. Daarmee zijn we in de buurt gekomen van een omschrijving van het onderwerp, want als we het hebben over 'oude schrijvers', dan bedoelen we volgens het Groot Woordenboek van Van

Dale: 'theologen van de gereformeerd piëtistische stroming'. Het waren dus mannen en vrouwen, die de gereformeerde belijdenis wensten te handhaven en die de gereformeerde vroomheid voorstonden. De omschrijving van het Groot Woordenboek is overigens wel ruim, en we zullen die wat nader toespitsen. Zo is het goed om ons in de eerste plaats te beperken tot de Nederlandse vertegenwoordigers van deze stroming. In de tweede plaats maken we ook een afbakening voor de tijdsperiode en richten we ons met name op de zeventiende en achttiende eeuw. Een volledige opsomming van de namen van hen die deze beweging uitmaakten, kan achterwege blijven; die is trouwens ook niet te geven omdat de grenzen tussen hen die er wel toe behoren en zij die er niet toe gerekend worden niet duidelijk aan te geven zijn. Het meest bekend zijn geworden mannen als Willem Teellinck, Jodocus van Lodenstein, Gisbertus Voetius, Jacobus Koelman, Wilhelmus a Brakel, Bernardus Smijtegelt, Alexander Comrie en Theodorus van der Groe, maar ook anderen zoals Jacobus Borstius en zij, die nog aan de orde zullen komen.

Waarom worden deze schrijvers tot de oudvaders gerekend? Het antwoord is al aangegeven: ze waren gereformeerd. Ze steunden dus op de leer van de hervormers, een leer gekenmerkt door het sola scriptura - het alleen de Schrift, het sola gratia - het alleen de genade en het solafide - het alleen het geloof Bij een aantal van hun opvattingen die hiermee in verband stonden, zal in het vervolg stil gestaan worden.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's

OUDE SCHRIJVERS (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's