Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De jaarvergadering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De jaarvergadering

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals reeds opgemerkt, was het kerkgebouw onzer Utrechtse gemeente stampvol, toen om 10.15 uur de vergadering werd geopend door de voorz. van het L.V., de weleerwaarde heer ds. H. Rijksen.

Gezongen wordt Ps. 118 : 7 en 8. Daarna leest de voorz. Daniël 3 vanaf vers 21 en gaat voor in gebed.

In zijn openingswoord, wat gebaseerd is op het voorgelezen Schriftgedeelte, roept de voorz. allereerst alle aanwezigen een hartelijk welkom toe, maar in het bijzonder de predikanten, studenten en ambtsdragers.

Niet minder welkom worden geheten het hoofdbestuur van het Landelijk Verband van meisjes-en vrouwenverenigingen, vertegenwoordigd door 3 leden waaronder presidente en secretaresse.

Dit wordt, aldus de voorzitter zeer gewaardeerd en wij beschouwen het als een voorrecht dat U door in ons midden te zijn blijk geeft met ons mee te leven. Ook roepen wij de vele meisjes, die aan onze oproep om mee-te-vergaderen gehoor hebben gegeven, een hartelijk welkom toe.

Wij hebben U uit Daniël 3 gelezen hoe Nebukadnezar in het Duradal dat enorme gouden beeld van zestig bij zes ellen had opgericht. Zijn bedoeling was macht en gestalte te geven aan wat hij verworven had. Een uitbeelding alzo van de staatsmacht van Babel.

Bij de inwijding was een geweldig feest georganiseerd. Naar de samenstelling te oordelen was een groot orkest aanwezig, maar ook was er de dreiging van de oven des brandenden vuurs.

Die oven is eigenlijk de zwakke plek in dit mooie feest. Het onderstelt de mogelijkheid dat niet allen gewillig zullen jubelen en knielen. Maar tevens de zekerheid dat honderd procent het zal doen, gelet op de dreiging van deze oven. Angst voor die oven zal alle knie doen buigen.

Wat een verschil met de dienst des Heeren. Vrijwillige gehoorzaamheid is het kenmerk; niemand wordt gedwongen. Vrijwillig gehoorzamen, vrijwillig knielen. Een vrijwillig volk op de dag van Zijn heirkracht. Hierop doelt de Heere Jezus ook, als Hij zegt: „Wilt gijlieden ook niet heengaan? " Maar neen! Onder de duizenden die zich in het Duradal verzameld hebben zijn de drie vrienden Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Op voorspraak van „Daniël" bekleden ze hoge functies in het rijk. Maar als het machtige orkest invalt en iedereen op de knieën valt, blijven deze drie vrienden recht overeind staan.

De vrees voor de oven deed iedereen knielen, de vreze des Heeren hield deze vrienden staande. Maar de aanbrengers boodschappen het wel. Deze drie hebben geweigerd, over hen zal de Koning oordelen. Maar omdat hij deze trouwe dienaren gaarne mag, geeft hij ze een kans. Hij doet dat in de vorm van een vraag. „Is het met opzet....? " En wat is hun antwoord?

Vol vastberadenheid klinkt het: „Wij hebben niet van node U te antwoorden

enz. Ze zeggen niet: cle Heere zal wel zorgen dat wij niet in die oven komen. Neen, maar we lezen hieruit dat wie trouw mag zijn, geen aanspraak op loon heeft of laat gelden.

Neen, hoe het ook gaat, maar knielen doen ze nooit! Zouden wij cle trouw van deze mannen kunnen opbrengen? Hoe menigmaal verloochenen wij de Heere omdat we bang zijn voor een zuur gezicht. Geldt dan niet: „Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig? " Zij hadden kunnen zeggen: wij zijn hier uit hoofde van onze functie, we kunnen niet anders. Daar zijn wij soms zo handig in. Maar neen; ze weigeren ondanks cle wachtende oven. Knielen doen ze alleen voor de Heere.

Nebukadnezar ontsteekt in hevige toorn.

De oven wordt zo heet gestookt dat de mannen die deze vrienden er in werpen door de uitslaande hitte gedood worden.

Maar de Kerk des Heeren roeit men niet zo gemakkelijk uit. In de oven leven niet alleen de vlammen maar ook cle Kerk. Deze vrienden wandelen er zelfs in.

Dit alles ziet Nebukadnezar, maar hij ziet meer! „Wij hebben toch, " zo zegt hij. Ja, hij ziet het goed; een vierde wandelt daar met de drie en al begreep hij het niet zoals wij, hij ziet het goed dat cle gedaante van die vierde is als een zoon der goden.

De Christus in Oud Testamentische openbaring, de vierde man die bij Zijn Kerk in het vuur is. Christus bij Zijn Kerk in het vuur. Deze wereld gaat al meer gelijken op een vurige oven. Wij leven in de tijd dat de elementen branden zullen en vergaan. Deze wereld wordt gekleurd door het avondrood van de ondergang.

Maar Christus is bij Zijn Kerk, wie Hij een feest bereid in de vurige oven. Daar hoort men der vromen tent weergalmen!

Zo kunnen in het jammerdal van deze wereld Paulus en Silas lofzangen zingen, al zitten ze te Filippi in de gevangenis. Als die vierde man er maar bij is.

Als de drie vrienden uit de oven komen, is er geen verderf aan hen, alleen de banden zijn verschroeid. Wat! de Kerk kwijt moet in cle smeltoven, raakt zij kwijt.

In het begin zegt Nebukadnezar: „Ieder moet knielen voor mijn beeld." Maar nu voor de God van deze mannen. Doch het is niet een „Geloofd zij God met diepst ontzag." Ieder die een woord ten kwade van deze God zal spreken.... Maar, het beeld van Nebukadnezar blijft staan.

Dat is ook zo in de kerk: als het onze maar blijft.

Maar het gouden beeld moet aan stukken. Dan krijgen we die vierde man nodig.

Met nog enkele toepasselijke woorden voor alle aanwezigen, bijzonder gericht op het leven van onze jonge mensen in de wereld van vandaag, besluit de voorzitter zijn met stille aandacht beluisterde openingswoord.

Jaarverslagen

Uit het jaarverslag van cle secretaris blijkt dat 39 verenigingen bij het Landelijk Verband zijn aangesloten. Twee

verenigingen vierden een jubileum, n.1. de Jongelingsvereen. te Vlaardingen een gouden jubileum op 13 nov. 1961 en de Jongelingsvereen. te Moerkapelle hun veertig-jarig bestaan op 10 jan. 1962.

Het blad „Daniël" ging iets vooruit in aantal abonnees, terwijl over de inhoud van dit blad en wensen dienaangaande een opinie-onderzoek werd ingesteld.

De penningmeester geeft in zijn verslag een duidelijk beeld van de finantiële toestand van het L.V. Het is ook wel bevredigend, al valt het te betreuren dat zo slecht de hand wordt gehouden aan de z.g.n. 3 ct. actie die destijds is ingesteld om tegemoet te komen aan de nog steeds onveranderde, abnormaal lage contributie.

Het batig saldo is voornamelijk te danken aan de voortreffelijke steun die vele kerkeraden aan ons L.V. verlenen.

Zowel secretaris als penningmeester worden bedankt voor hun verslag en hun werk voor het L.V.

Nadat de voorzitter enkele mededelingen heeft gedaan over de huishoudelijke vergadering van de vorige avond, wordt het telegram aan Hare Majesteit Koningin Juliana voorgelezen.

Dit luidt als volgt:

Aan Hare Majesteit Koningin Juliana der Nederlanden.

Het Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen der Gereformeerde Gemeenten, heden te Utrecht in 26e jaarvergadering bijeen biedt Uwe Majesteit zijn eerbiedige hulde en trouw, daarbij de wens uitsprekend, dat God U en Uw doorluchtig Huis met Zijn zegen omringe, U inzonderheid in deze dagen van spanningen en verwikkelingen wijsheid schenkend in alles.

Ds. H. Rijksen, voorz. Boothstraat 7.

Als antwoord hierop mochten wij het volgende antwoord terugontvangen:

Aan Landelijk Verband van Jongel. Ver. Geref. Gemeenten te Utrecht

H.M. de Koningin heeft mij verzocht U Haar dank over te brengen voor de gevoelens, geuit in Uw telegram.

Van der Hoeven, Part. Secr. H.M.

Na de voorlezing aan de vergadering van ons telegram werd staande gezongen couplet 1 en 6 van ons Wilhelmus. Door de voorzitter wordt een enkel woord gewijd aan de heer A. Wagenaar, bij ons allen al jaren bekend als hoofd van de regelingscommissie die op zijn bekende, rustige manier van doen ons reeds zoveel diensten heeft bewezen. Tengevolge van een ernstig auto-ongeval is hij ditmaal niet in staat bij ons te zijn. Uit erkentelijkheid en uit meeleven is hem een fruitmand gezonden.

Rede ds. H. Rijksen

Nadat Ps. 68 : 13 is gezongen, neemt ds. K. de Gier de voorzittershamer over om echter weer het woord aan ds. H. Rijksen te geven. Ditmaal om zijn onderwerp: Belijdenis doen" te behandelen.

Omdat dit uitermate belangrijke onderwerp, op zulk een leerzame wijze in het licht geplaatst, in druk wordt uitgegeven of geheel in „Daniël" wordt afgedrukt, willen we aan de inhoud thans voorbij gaan.

Volstaan we met te zeggen, dat het met grote aandacht werd beluisterd.

Ds. de Gier dankt ds. Rijksen dan ook hartelijk voor het houden van deze lezing en verzoekt de vragen in de pauze die nu gaat volgen schriftelijk in te dienen.

De morgenvergadering wordt na het zingen van Ps. 89 : 7 en 8 met dankgebed door ds. C. Molenaar gesloten.

De middagvergadering

Om 2 uur wordt de vergadering heropend. Ds. G. Schipaanboord laat zingen Ps. 119 : 45 en 84 en gaat voor in gebed. Daarna heeft de beantwoording van het grote aantal vragen plaats.

Op voortreffelijke wijze worden de dikwijls moeilijke en gecompliceerde vragen beantwoord.

Waar dit zo veel tijd in beslag nam wordt met afwerking van de agenda dan ook direct voortgegaan en volgt nu de lezing van de heer J. J. Bos

„Onze roeping in de veranderende samenleving".

Ook op dit onderwerp volgen zeer vele vragen, die door de spreker uitstekend worden beantwoord.

De vraag blijft hier open of men de diep-ernstige bedoeling van deze spreker wel ten volle heeft begrepen. Waarschijnlijk hebben enkele ingelaste gedichten hier een weinig verwarrend gewerkt. Maar ook dit onderwerp wordt geheel in druk uitgegeven gelijk met de lezing van ds. Rijksen en kunnen wij een grondig doornemen van beide onderwerpen alleen van harte aanbevelen. De voorzitter dankt de heer Bos hartelijk voor zijn lezing en wijst nog eens op de belangrijkheid van de in beide onderwerpen vervatte zaken.

Met het oog op de tijd vervalt het slotwoord, ook wel omdat de eigenlijke spreker voor dit slotwoord, ds. A. Vergunst verhinderd was.

Nadat allen die aan het welslagen van deze dag hun medewerking verleenden, (kerkeraad van Utrecht, koster en helpsters, organist, regelingscommissie) hartelijk zijn bedankt, spreekt de voorzitter de wens uit dat de vrucht van deze dag moge zijn te hebben gevoeld hoezeer we aan elkander verbonden zijn. Bovenal mocht dat zijn in Hem, Wiens zegen we bij de voortduur behoeven.

Ds. de Gier verzoekt nu nog te zingen Ps. 138 vers 1 en eindigt met dankgebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1962

Daniel | 8 Pagina's

De jaarvergadering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1962

Daniel | 8 Pagina's