De profeet Habakuk (9)

De wending

„Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; (de goddeloze komt om)". De inhoud van dit gedeelte van het visioen is nader uitgewerkt in de prediking van het oordeel in het tweede hoofdstuk van Habakuks profetie. Wij hoorden hoe daarin de goddelozen werden aangesproken zowel de Chaldeër als de Judeër. Het ene wee volgde op het andere. Maar aan het eind buigt de lijn om, wanneer de profeet in vers 20, dwars tegen alle dreiging en geweld in, een krachtig „maar" laat horen: „Maar de HEERE is in Zijn heilige tempel. Zwijg voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde!" Je hoort daarin de omslag, de wending. Indrukwekkend klinkt de prediking van het „wee-wee", maar dit woord gaat in hoogheid en geladenheid daar nog ver bovenuit, 't Is immers onuitsprekelijk als een in zichzelf zondig mensenkind God de HEERE door 't geloof mag aangrijpen in Zijn sterkte. Dat is geen prestatie van de mens, maar dat is de rijkdom van de genade Gods in Jezus Christus.

Zijn tempel

„Maar de HEERE is in Zijn heilige tempel". Je kunt daarbij denken aan de aardse tempel, waar de heerlijkheid des HEEREN zich openbaarde boven het verzoendeksel, je mag ook denken aan de hemel. De betekenis is in wezen hetzelfde. De profeet ziet omhoog, omhoog tot Hem, Die woont in een ontoegankelijk licht, hoog boven alle machthebbers en goddelozen. Hier is Habakuk, die geroepen heeft uit de nood van zijn hart: EERE, hoelang? Hier is Habakuk, die geworsteld heeft bij God onder de schreeuw van z"n ziel: EERE, waarom? (Hab. 1 : 2, 3). Maar 't is als breekt hier alle spanning, en alle krampachtigheid verdwijnt, wanneer het in alle bevrijding doorklinkt: aar de HEERE is er! Hier buigt Habakuk nog veel dieper dan voorheen. Al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan; maar de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden. Rust mijn ziel! Waarom? Wel, uw God is Koning. Ook deze tekst valt onder het licht van het Nieuwe Testament. Hier is bevrijding in Hem, in Jezus, Die Zich heeft laten binden in de Hof van Gethsemané. Hier is de vrijheid in Hem, in Jezus, Die Zich liet vastnagelen aan het kruis. Hier is de zegen in Hem, in Jezus, Die een vloek geworden is. Hier is vergeving in Hem, in Jezus, Die tot zonde gemaakt is. Hier is Hij, Die oneindig veel dieper gebogen heeft onder Gods recht dan Habakuk. Als Habakuk getuigt en belijdt: e HEERE is er, dan kan dat alleen op kosten van Hem, Die het geroepen heeft: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ".

Gericht èn genade

Dit tweede hoofdstuk, dat zo vol is van gericht, predikt in vers 14 en 20 zo duidelijk de lichtstralen van Gods genade. Het is, zoals we dat zingen in Psalm 118 : 8: Gods rechterhand is hoog verheven; des HEEREN sterke rechterhand doet door haar daan de wereld beven". Welnu, dat hoorden we: ee, wee, maar diezelfde rechterhand houdt door haar kracht Gods volk in stand: aar de HEERE is in Zijn heilige tempel. Zo schouwt de ziener zijn God.

Ja, zo laat God Zichzelf zien. Hij. de God van gericht èn genade, staat boven alles en allen. Is het wonder, dat, als de profeet dat ziet, dat hij dan zegt: Zwijg voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde!

Stilte gevraagd

Als Habakuk roept: zwijg, dan is het daarbij gebruikte woord weer te geven met ons: „St!". Een woord, dat gebezigd werd bij plechtigheden en opriep tot een heilig zwijgen. Habakuk zal immers aanstonds in gebed gaan. Was de wereld niet vol lawaai en rumoer en geldt dat ook vandaag niet voor de ganse aarde? Waar is het nog eens een keer stil? Weet je, wij durven ten diepste de stilte niet aan.

Sedert de zondeval is de mens bang voor de stilte. De stilte kan je gedachten bepalen bij de dood, bij de eeuwigheid. Nee, niet aan denken en je zet de muziek nog wat harder! Zwijg, zegt Habakuk. St, st, stil nu eens voor het aangezicht des HEEREN. De stilte voor God moet worden een stilte van gezegende boete en schuldbelijdenis. Meisjes en jongens, met al het lawaai van deze wereld kom je er niet.

Een treffend verhaaltje er tussendoor

De haagse ds. D. A. v.d. Bosch, omgekomen in de oorlog, hield eens plotseling op midden in z'n preek. Het was stil, het werd benauwend stil. Je zou zeggen: stil, stiller, stilst. Na een minuut zei hij: „Gemeente, als één minuut zo lang duurt, hoe lang zal dan de eeuwigheid zijn? "

Een bijbels gegeven

Je kent de gelijkenis van de verloren zoon. Toen hij geld genoeg had, trok hij zo'n beetje van kroeg naar kroeg. Hij nam 't ervan en leefde alle dagen overdadig. Maar Gode zij dank, hij komt in de stilte terecht. Alle rumoer van mensen verstomt daar bij de varkens. Daar zit-ie, alleen. Alleen met z'n verknoeide leven, ja, maar ook met God. De stilte van de inkeer wordt tot de stilte van de omkeer. Ik zal opstaan Vader, ik heb gezondigd Neem eens tijd voor de stilte. Of.... durf je niet? Je weet, dat het verkeerd uitpakt? Dan vraagt de Heere het juist, want Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze, maar dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Hoe gezegend als de stilte doorbroken wordt door de belijdenis: Ik heb gezondigd. De Heilige Geest werkt ook vandaag.

Gods hoogheid

Voor de hoge God in Zijn heiligdom zal de gehele aarde moeten zwijgen, hoe luid ze ook moge schreeuwen, hoeveel lawaai ze ook maakt, 't Is als zegt de Heere: abakuk, het loopt Mij niet uit de hand. U moet zelf ook stil worden. Drong de profeet niet aan met z'n waarom en z'n hoelang? St, Habakuk, stil, kind van God. Wees niet te snel met uw oordeel over Mijn wereldbestuur. Wat begrijpt u daar eigenlijk van? Stil eens en luister. Job 38 : 4: aar waart gij, toen Ik de aarde grondde?

Job 38 : 28: eeft de regen een vader, of wie baart de druppelen van de dauw? Job 42 : 1 en 2: oen antwoordde Job de HEERE en zeide: k weet, dat Gij alles vermoogt en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden. Job 42 : 6: aarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as. Stil zijn voor God!

Vragen

1. Zo dikwijls zit in het woordje „maar" of „doch" in het Oude Testament het werk en het kruis van de Heere Christus opgesloten. Probeer dat eens aan te geven voor de volgende teksten uit de Psalmen: s. 3 : 4; Ps. 73 : 28; Ps. 130 : 4.

2. Je vindt de oproep tot zwijgen, tot stil zijn ook in Zefanja 1 : 7 en in Zacharia 2 : 13. Is er overeenkomst met Habakuk 2 : 20, en zo ja, hoe dan?

3. Wat versta je onder het begrip „stille tijd"?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen