Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het "magische" jaar van 2001

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het "magische" jaar van 2001

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige week zijn we het laatste lustrum van dit millennium ingegaan, het laatste vijftal van een duizendtal jaren. Met het verstrijken van het jaar 2000 (en niet het jaar 1999!) zal immers dit duizendtal jaren afgesloten worden. Het zal, vermoeden we, wel weer aanleiding geven tot allerlei speculaties, zoals dit ook het geval was rond het jaar 1000. En misschien nog wel meer. Er zijn immers vóór de geboorte van Christus zo'n 4000 jaar verlopen en dan erna 2000 jaar ... Staan we misschien met het overschrijden van het jaar 2000 voor een heel bijzonder millennium? Zou het zevende millennium soms het sabbatsmillennium zijn: het duizendjarig vrederijk?
Ik denk dat er anderzijds zwakke geesten zijn die overvallen worden door de angst voor zo'n magisch getal als 2000. Dat is ook het geval geweest rond het jaar 1000: Onheilsprofeten verkondigden de spoedige ondergang van de wereld.

Nuchterheid
In Schriftuurlijke nuchterheid kunnen we al deze speculaties en profetieën, met al de angstaanjagende gedachten die ermee gepaard kunnen gaan, naast ons neerleggen en langs ons heen laten gaan. Voor de gedachte van een duizendjarig vrederijk op aarde geeft het onderwijs van de Heere Jezus, de laatste en grote Profeet, geen enkele grond. En dat wat Hij wel heeft gezegd over het wereldeinde, maakt duidelijk dat wij de tijd daarvan op geen enkele wijze kunnen berekenen of zelfs maar vermoeden.
Er is nóg een heel nuchter argument tegen allerlei speculatie over wat er rond de duizendjarenwisseling gaat gebeuren: In de berekening van onze jaartelling is een fout gemaakt van zo'n jaar of zes. Dit houdt in dat het inmiddels al iets meer dan 2000 jaren geleden is dat het Kind Jezus geboren is. En wat betreft de zesduizend jaren die bijna voorbij zouden zijn: Volgens de joodse jaartelling, die uitgaat van de bijbelse gevens, breekt dit jaar het jaar 5757 van de wereldgeschiedenis aan.

Eeuwigheid
Natuurlijk is het aan de andere kant wel zinvol bij het ingaan van het laatste lustrum van dit duizendtal van onze jaartelling een ogenblik stil te staan om ons te bezinnen op het tijdsgebeuren. Ik wil in dit korte bestek maar één aspect noemen: ons zicht op de eeuwigheid. Dat wil ik doen aan de hand van wat uitspraken die ik de afgelopen weken las of hoorde.
Uitspraken die ons heel wat te zeggen hebben. De laatste was van de enkele weken geleden overleden professor Berkhof (een invloedrijk dogmaticus en kerkhistoricus). In een gesproken In memoriam werd een (kort voor zijn dood gedane?) uitspraak aangehaald, waarin hij zei dat het daarom zo hard en zo koud is geworden in de menselijke samenleving omdat de mensen geen weet meer hebben van een eeuwig leven. Als er alleen maar dit leven is en als volgens heel velen het hoogste in dit leven is zoveel mogelijk genieten, op welke wijze dan ook, ja, dan wordt het inderdaad hard en koud op de wereld. Dan slaan het egoïsme, het materialisme en het individuaUsme heel hard toe! En dat gaat dan ten koste van vele zwakkeren in de samenleving: armen, werklozen, anders gekleurden, asielzoekers, psychisch en lichamelijk gehandicapten, dementerenden enz. Uiteindelijk gaat het ten koste van iedereen.

Tevreden
De kick van het genot is er nog wel en vele jongeren zijn, blijkens tevredenheidsenquêtes, zeer tevreden over de voorzieningen die onze tijd biedt. Maar echt geluk en vrede in het hart en vredig samenleven met de medemens zijn schaarse artikelen. Velen geloven ook niet meer dat ze op de markt van het leven nog te vinden zijn.
Mij viel in een recente studie over de doelsteüingen van het (christelijk!) onderwijs op, dat nog wel gesproken werd over een ideaalbeeld dat je als onderwijzer en leraar moet hebben (en in dit verband werd gesproken over vriendschap, liefde, geluk, de beleving van het leven als iets zinvols), maar dat dit tegelijk een utopisch beeld werd genoemd.
Over zicht op eeuwig leven werd in bedoelde studie niet of nauwelijks meer gesproken! Ik las er wel: „Naarmate de westerse mens meer is gaan geloven in de maakbaarheid van vrijwel de gehele werkelijkheid, heeft hij minder greep gekregen op datgene wat zijn bestaan pas werkelijk de moeite waard maakt: de beleving van zin." Ik denk dat Berkhof gelijk had!

En in de kerk?
Zou het er in de kerk beter uitzien? Minder egoïstisch, minder materialistisch, minder individuaUstisch? Zouden kerkmensen, die nog weet hebben van de eeuwigheid, van het doel van de levensreis, wel een zoutend zout en een lichtend licht zijn?
Ik vrees dat de werkelijkheid beschamend is. 't Is de vraag of vele kerkmensen nog werkelijk zicht hebben op de eeuwigheid. Ik denk dat ook hier Berkhof gelijk had. Maar ik geloof dat hij meer had moeten zeggen. Ik moet in dit verband denken aan een lezing die ik onlangs bijwoonde over de grote Opwekking in Amerika, waarin Whitefield zo'n gezegende vrucht op zijn prediking mocht zien. Daar waren mensen die weer zicht kregen op de eeuwigheid. Wat mij in de kenschetsing van de prediking in de Awakening 't meest opviel was de grote ernst waarmee Whitefield en anderen preekten over de zonden en over de verschrikkingen van de hel en tegen die achtergrond over de algenoegzaamheid en bereidwilligheid van Christus om zondaren zalig te maken.
De bekeringen kenmerkten zich, aldus de beschrijver van deze Opwekking, Jonathan Edwards, door een diepe overtuiging van zonde en ernstige vrees voor de toorn van God en daarna, wanneer men tot Christus geleid was, een grote vreugde en verwondering over Gods liefde in Christus.

Godsgericht
Naar mijn vaste overtuiging hebben we dit weer nodig in de kerk: een geloofsleven dat bevindelijk weet heeft van het Godsgericht, in oordeel en genadige verlossing, beide als geestelijke werkelijkheid ervaren. Dat geeft pas echt zicht op de eeuwigheid.
Het bevindelijk weet hebben van zoveel zonde, schuld en tekort èn van genadige vergeving, maakt ook mensen tot zachtmoedige medemensen. Ik wens elke lezer bij het begin van het laatste lustrum van ons millennium dit zicht op de eeuwigheid! a< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 januari 1996

Terdege | 68 Pagina's

Het

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 januari 1996

Terdege | 68 Pagina's