Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Richard Sibbes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Richard Sibbes

Dienaar van de hemelse apotheek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veracht de vertroostingen van de Almachtige niet. Werp uzelf in de armen van Christus, en als u verloren gaat, ga daar verloren! AJs u het niet doet, weet u zeker dat u verloren zult gaan. Als ergens genade gevonden w^ordt, dan juist daar." Woorden van Richard Sibbes in een van zijn bekendste werken, dat naar ik meen tj^perend is voor heel zijn ambtelijke dienst: "Het gekrookte riet en de rokende vlaswiek". Van deze Engelse hoogleraar werd gezegd dat „de hemel in hem was eer hij in de hemel was".

Richard Sibbes werd in 1577 XVgeboren als de oudste zoon van Paul Sibbes, een wagenmaker in Tostock, in het graafschap Suffolk. Al spoedig verhuisde het gezin naar Thurston, drie mijl verderop. Een zekere mate van welvaart kon het gezin niet ontzegd worden. Toch voelde vader Sibbes er weinig voor om Richard te laten studeren. Nadat zijn zoon te Bury de 'grammarschool' doorlopen had, wilde hij hem in het bedrijf hebben. De jongen, die liever boeken las dan speelde met z'n vrienden, zou de opvolger worden in het bedrijf Zo althans wikte z'n vader, God beschikte anders. Deze jongen was bestemd om met ander 'gereedschap' te werken. Op zich al een leerzame les voor alle ouders, lijkt me. Enkele vooraanstaande mensen maakten het mogelijk dat Richard, hoewel tegen de zin van zijn vader, kon gaan studeren aan het St. John's College in Cambridge, de beroemde universiteitsstad. Een voorspoedige studie volgde, mede door een grote toewijding, die heel zijn leven zou kenmerken. In 1609 werd hij benoemd als een van de academiepredikers.

Levensgeheim
Wat bracht deze begaafde jongeman ertoe de Heere te gaan dienen in het Evangelie van Zijn Zoon? Sibbes zelf is daar uiterst zwijgzaam over, maar er zijn aanwijzingen dat de Heere Paul Baynes, die preekte in de St. Andrews in Cambridge, als middel heeft willen gebruiken. In het voorwoord van 'De beschrijving van Christus' wijst Sibbes zelf op „de ijdelheid van het publiceren over dingen die te heilig zijn om er zo mee om te gaan". Hij merkt daarbij op dat moderne 'bekeerlingen' zo weinig tijd laten verstrijken voordat ze hun hele 'verhaal' publiekelijk uitbazuinen. Het is, zegt hij, gevaarlijk om de woorden van de Meester te vergeten: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. Een waarschuwing die aan het eind van de 20e eeuw nog even actueel is!

Levenskrommingen
In 1610 promoveerde hij in de theologie en werd hij lector aan het Holy Trinity College in Cambridge. In die tijd heeft hij onder andere de bekende Thomas Goodwin onder zijn gehoor gehad. Verder weten we niet veel over deze periode. Zelfheeft Sibbes heel weinig over zijn leven nagelaten. Christenen, zo zegt hij, moeten als mineralen zijn, overvloedig in de diepte der aarde. Dat heeft hij niet alleen tegen anderen gezegd, het heeft in z'n eigen leven vlees en bloed gekregen. Omdat hij zijn uitgesproken puriteinse opvattingen niet onder stoelen of banken stak, werden zijn preken ook door tegenstanders beluisterd. „Er zijn mensen", zo schrijft hij, „die naar de verkondiging van Gods Woord komen om de smaakvolle, sierlijke woorden en zinnen. Anderen komen om misbruik te maken van wat de prediker zegt, misschien zelfs met het doel dat tegen hem te gebruiken." Het was geen denkbeeldige zorg. In 1615 werd het lectoraat hem vanwege zijn opvattingen ontnomen. De man die erachter zat, was de bekende aartsbisschop van Canterbury William Laud, die onder koning Karel I een machtige positie verkregen had.

Levensleiding
De tegenstand werd door de Heere gebruikt tot bevordering van het Evangelie. Edelman Sir Henry Yelverton wist te bewerken dat Sibbes in 1616 benoemd werd tot predikant van Grays Inn in Londen, een van de oude, nu nog bestaande gerechtshoven. Daar preekte hij niet alleen voor de heren rechters en advocaten, maar ook voor een steeds groeiende kring van gewone Londenaren. In 1626 werd Sibbes benoemd tot rector van St. Catherine Hall in Cambridge, een post die hij eveneens tot zijn dood toe bekleed heeft. In 1627 werd hem de leiding van het Trinity College in Dublin aangeboden, maar ondanks herhaalde aandrang nam hij dit aanbod niet aan. In datzelfde jaar hield hij zijn bekende academiepreek "Antidotum contra naufragium fidei", ofwel "Tegengif tegen schipbreuk lijden in het geloof'. De titel verraadt al waar het hem vooral om begonnen was: een dienaar te zijn van de hemelse apotheek. Veel van zijn werken dragen namen waaruit blijkt dat voor Sibbes de theologie een praktische spits had. Een kleine bloemlezing: "Een verzegelde fontein", "Een blik op de hemel", "Het verborgen leven", "Een troostbrief aan een gekweld en bestreden geweten", "De moeilijkheid om zalig te worden".

Levensernst
Veel vreugde heeft hem de vriendschap met dr. John Preston, rector van een andere hogeschool in Cambridge, gegeven. Ze stonden schouder aan schouder als het ging om de verkondiging van het onverkorte, onvervalste Evangelie. Ze verkondigden in Cambridge 'als stervenden tot de stervenden' niets anders dan Jezus Christus en Dien gekruisigd. In de vraag van hun tijd (en niet alleen hun tijd!) naar een 'beleefde, beschaafde prediking' zagen ze niets anders dan een ontzaglijke echo van de oude schreeuw: 'Laat Hem van het kruis afkomen en wij zullen in Hem geloven'. Sibbes schrijft ergens: „Er ligt een vloek op degenen die geen woord spreken om de waarheid te verdedigen wanneer die in gevaar is". Een uitspraak om over na te denken. In 1633 werd hij door de Kroon voorgedragen als "curator voor het leven" van het Holy Trinity College in Cambridge, als opvolger van Thomas Goodwin. Vriend en vijand stonden verbaasd over deze benoeming aan het College waar hij bijna twintig jaar tevoren ontslagen was. Te meer daar hij juist in dat jaar na een nieuw conflict met de Hoge Commissie (Laud en de zijnen) met elf andere predikanten uit Engeland werd verbannen. Bij Sibbes werd het vonnis niet uitgevoerd. Toch heeft hij zijn nieuwe functie niet lang bekleed. Hij overleed op 5 juli 1635 in zijn woning in Grays Inn in Londen. Zo kwam een eind aan een zeer bezet leven in de dienst des Heeren. Niet dat hij zich daar TERDEGE over ooit beklaagde. Het was z'n hartelijke verlangen om Zijn Meester dag en nacht te dienen. Op die zondagmorgen begon voor hem de eeuwige sabbat. „Zalig Zijn de doden die in de Heere sterven van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen."

Het gekrookte riet
Onder alles wat Sibbes heeft geschreven, neemt Het gekrookte riet en de rokende vlaswiek, een werkje over Mattheüs 12 vers 20, de eerste plaats in. Hij beschrijft daarin het geestelijk leven in haar hoogten en diepten. Maar niet als een zelfstandige grootheid, alsof er werkelijk geestelijk leven zou kunnen zijn los van Christus. Wat hij schrijft is niet gestold, het stroomt. Daarbij is hij voortdurend bezig met het stellen van diagnoses én het aanwijzen van de geneesmiddelen uit de goddelijke 'apotheek' van het Woord, van Gods Zelfopenbaring in Christus. Hij zoekt zondaren te brengen aan de voeten van de grote Arts der zielen. Dat hij niet tot de zachte heelmeesters behoort, blijkt uit het volgende citaat. „Dit zal de hel in de hel zijn, als zij zullen bedenken dat ze hun zonden liever gehad hebben dan hun zielen; als ze zullen bedenken hoe liefde en genade hen zochten te dwingen, en ze nu verloren zijn!"

Heilige Geest
Sibbes is doordrongen van de onmisbaarheid van het werk van de Heilige Geest. Want hoewel dit een waarheid is, helderder dan de zonnestralen, dat een zondaar met een verbroken hart de genade behoort te omhelzen, toch is er geen waarheid waar het hart zich meer voor afsluit dan deze waarheid. Bijzonder door het gevoel van ellende, wanneer de ziel geschikt gemaakt is voor genade. Totdat de Heilige Geest het geweten besprenkelt met het bloed van Christus, en Zijn liefde uitstort in het hart, zodat het bloed van Christus in het geweten luider roept dan de schuld der zonde. Want alleen Gods Geest kan het geweten met vertroosting uittillen boven de schuld. Mensen kunnen woorden van troost spreken, maar Christus' Geest is de enige Trooster. Zie hier de tegengestelde gezindheid tussen de heilige natuur van Christus en de onreine natuur van mensen. Mensen willen vanwege een klein beetje walm het licht al uitblussen. Christus zien we altijd de minste beginselen (van het nieuwe leven) koesteren. En als Hij ze scherp afremt, dan doet Hij dat in liefde, opdat ze des te meer mogen gaan schijnen. Is er een beter voorbeeld om te volgen dan dit van Hem, door Wie wij hopen zalig te worden? Maar wij die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen. Allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou."

Bemoediging
Vervolgens slaakt hij de verzuchting: O dat deze wervende en inwinnende gezindheid overvloediger was in velen! Zelfs durft hij te stellen: Velen, zover als in ons ligt, zijn verloren wegens het ontbreken van een bemoediging. Bij zo'n uitspraak moeten we niet de dogmatiek pakken en zeggen dat dit niet kan, omdat alleen zij die niet verkoren zijn, verloren gaan. Wat is uw en mijn gezindheid ten opzichte van het 'beginnende leven'? Hebben we allerlei blusmateriaal in gereedheid, of is er de gezindheid die in Christus Jezus was? Ambtsdragers op huisbezoek, vaders en moeders in de gezinnen, vaders en moeders in de genade, leerkrachten op scholen, ziet toe dat ge niet één van deze kleinen ergert...! Of bent u daar nooit bang voor? Dat dit niet het enige is wat Sibbes te zeggen heeft, moge duidelijk zijn. Hij waarschuwt de 'kleinen' in de genade om niet te gaan steunen op hun zwakheden. Hij kent het menselijk hart. Arglistig als het is, kunnen we ons laten voorstaan op onze zwakheden, die we eigenlijk als deugden zijn gaan beschouwen. Nadrukkelijk wijst hij er ook op, dat de hypocrieten een totaal andere benadering nodig hebben. „De wonden van zelfverzekerde, zich veilig wanende zondaren worden niet genezen met strelende woorden."

Medicijnen
Graag wil ik u tenslotte nog enige medicijnen aanreiken die deze dienaar van de hemelse apotheek aan gekrookte rieten en rokende vlaswieken heeft verstrekt. „Er is nooit reden om te wanhopen, als we bedenken Zij scnrev ^storie dat onze zonden de zonden van mensen zijn, maar Zijn genade de genade van een oneindig God!" „Het is Christus' wijze van doen eerst te verwonden, dan te helen. Geen ziel die gezond en heel is, zal ooit de hemel ingaan. Bedenk in verzoekingen, Christus werd voor mij verzocht; in overeenstemming met mijn beproevingen zullen de genadeblijken en vertroostingen zijn. Als Christus zo genadig is mij niet te verbreken, zal ik ook mijzelf niet verbreken door wanhoop, noch mijzelf overgeven aan de brullende leeuw, satan, om mij in stukken te verscheuren". „Bedenk: daar is meer genade in Christus dan zonde in ons!" „Wij moeten twee ogen hebben: een om de gebreken in onszelf te zien: „Ik ben zwart", de andere om te zien wat goed is: „doch liefelijk". Zie niet alleen de donkere kant van de wolk." „Soms heeft een christen zulke verwarde gedachten, dat hij niets kan zeggen, maar als een kind schreeuwt: „O God...", niet in staat om te zeggen wat hij nodig heeft. Deze roerselen van de geest raken echter de ingewanden van God!" In Christus' offer is zo'n gebed Hem toch aangenaam, als een reukwerk voor Hem toegericht.

Zeeruimte genoeg
Sibbes wijst erop dat de verloren zoon niet zei dat hij geen zoon was, maar dat hij niet waardig was een zoon genoemd te worden. Wanneer we naar ons gevoel meer dan ooit te maken hebben met de walm van onze verdorvenheid, dienen we het volgende te bedenken. Naarmate vijanden elkaar dichter naderen, wordt het conflict des te scherper. Zo is het ook in de strijd tussen vlees en Geest. Zij die het meeste leven in hun ziel hebben, zijn zich het meest bewust van hun verdorvenheid. Anders gezegd: meer genade doet meer verdorvenheid zien. „Alleen daarom zijn we arm, omdat we onze rijkdom in Christus niet kennen! Geloof Christus in tijden van verzoeking, van aanvechting, en niet de duivel." „In alle noodweer is er voor het geloof zeeruimte genoeg om in de oneindige goedheid Gods met volle zeilen te varen". Zijn preek over Johannes 14 vers 1, gehouden op zondag 28 juni 1635, eindigde hij met de woorden: „Laten de voorrechten van christenen hier en in de hemel uw hart bezighouden. Want uw Hoofd is daar en gij zult er binnenkort ook zijn. Koester uw hart dan in die overdenkingen en zie of de onbetekenende dingen van de tijd u kunnen terneerdrukken." De zondag daarop was hij daar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 1998

Terdege | 84 Pagina's

Richard Sibbes

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 1998

Terdege | 84 Pagina's