Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkgeschiedenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CALVIJN.

Calvijn ie Genève. Het Genève, dat Calvijn binnentreed, lag wel in een prachtige omgeving, maar bood geen verheven aanblik, wat zedelijkheid betreft.

Er regeerden daar 3 machten: de bisschop, de graaf en de stadsgemeente. Misschien kan men beter zeggen, dat satan er zijn troon had.

De bisschop was de kerkvorst en droeg aan de graaf de rechtspraak op. De stadsgemeente had ook een bestuur.

Tweemaal per jaar kwamen de burgers bijeen en kozen dan 4 syndici. Men zou ze de burgemeesters van Genève kunnen noemen.

Aan hen moesten de bisschop en de graaf de eed afleggen, dat zij de rechten der burgers zouden eerbiedigen; en zij alleen konden veroordelen tot gevangenschap, marteling en dood.

De syndici werden weer bijgestaan door 20 burgers, die de kleine Raad vormden. Ook was er nog een Algemene Raad. Het ligt voor de hand, dat én de bisschop én de graaf er naar streefden in Genève de lakens uit te delen. Vooral was dat het geval, toen de hertogen van het nabijgelegen Savoye tevens graaf van Genève waren. Als dan de bisschop ook tegelijk een Savoyer was, gaf dat haken en ogen met de burgers.

De geestelijkheid binnen Genève in die dagen kan men gevoeglijk een poel van onzedelijkheid noemen. Wat men daarvan leest is verschrikkelijk; te erg om hier neer te schrijven. En dat niet enkel bij de lagere geestelijkheid, ook de bisschop was hoogst schuldig.

Men mene echter niet, dat het anticlericalisme was, dat zich ging ontplooien. Neen, ook het libertinisme, de vrijgeesterij, stak de kop op. In 1536 verklaarde een aantal hooggeplaatste mannen voor de Overheid, „dat ze in de toekomst geen enkele kerkdienst meer zouden bijwonen, maar zouden leven, zoals het hun goeddacht, zonder zich aan enige vermaning te storen." Men ziet het: bijgeloof en ongeloof in top!

Politieke verhoudingen zouden echter aanleiding zijn, dat ook in Genève de Reformatie haar gezegende „invasie" deed. Om zich te wapenen tegen de tyrannie hadden de geneefse patriotten een bondgenootschap aangegaan met de stad Freiburg in hun nabijheid. (1519). Maar dit bondgenootschap raakte ten einde. Gelukkig kreeg Genève in 1526 een nieuwe bondgenoot, n.1. Bern. Deze stad was toen nog niet reformatorisch en — n.b. — niet vrij van politieke strevingen in die hoek!

Pas 2 jaar later zou er de Reformatie haar intrede doen. In 1530 deed Genève

iets doms. De bisschop deed een aanslag op de stad en nu riepen de burgers de graaf te hulp. Zij wilden dus hun vijand met een vijand bestrijden. Dat vonden Freiburg en Bern te gevaarlijk. Zij snelden toe en versloegen de graaf (— de hertog van Savoye).

In 1532 zendt Bern 3 reformatorische predikers naar Genève. Het waren Farel, Viret en Froment. Hun taak zou niet gemakkelijk zijn in die goddeloze stad. Mijn bestek laat niet toe, diep op hun geschiedenis in te gaan. Zij hébben echter voorbereidend werk voor de arbeid verricht.

Guillaume Farel bewoog zich veel in Frans-Zwitserland. Nu eens sprak hij in een huis, dan weer in een kerk, ook wel op kerkhoven, net zoals het uitkwam. Hij viel mispriesters aan in cle rede tijdens cle misbediening en trok zich van gevangenschap absoluut niets aan! Viret was al even strijdlustig.

Al spoedig na hun komst in Genève werden beiden echter met de sterke arm cle stad uitgedreven. Wel hadden zij brieven van aanbeveling bij zich van Bern, maar de geestelijken hadden er blijkbaar nog het hoogste woord.

Farel liet het er echter niet bij zitten. Hij zond zijn secretaris Froment er heen. Deze zou zogenaamd franse lessen geven, maar tegelijk was hij bezig dc reformatorische leer te onderwijzen. Hij waagde het zelfs op Nieuwjaarsdag 1533, zo maar midden op straat, een preek te houden over de tekst: Wacht u voor de valse profeten! Dat gaf natuurlijk opstootjes en Froment moest vluchten. Gedrieën kwamen zij echter weer terug: Farel in 't geheim en de beide andere predikers in het gevolg van een berns gezantschap.

De monniken lasterden en spotten; maar het werk Gods ging door. Eind 1534 was al een derde van Genève voor de Reformatie gewonnen.

Dan dreigde er iets verschrikkelijks te gebeuren. Maar God waakte over Zijn dienaren, zodat het snode plan slechts zeer ten dele gelukte.-

Een rooms dienstmeisje trachtte namelijk de drie mannen te vergiftigen met soep. Maar Farel wilde geen soep eten en Froment werd juist weggeroepen. Alleen Viret at er van, werd ziek en heeft zijn verdere leven er een zwak lichaam van om moeten dragen.

De vijanden beleefden echter niet veel genoegen van hun boze daad. Het meisje werd met de dood gestraft en cle publieke opinie keerde zich meer en meer tegen Rome.

Nu werd, naar de gewoonte in die dagen, ten overstaan van de Raad een dispuut gehouden tussen genoemde predikanten en twee opponenten, die Rome's leer zouden verdedigen, hoewel ze die zelf niet meer aanhingen! Men had geen andere debaters kunnen vinden! De uitslag van het dispuut kon dus niet twijfelachtig zijn.

Toch koos cle Raad niet aanstonds voor dc Reformatie en dat veroorzaakte een beeldenstorm in de St. Pieterskerk. Farel drong er nu bij de Raad op aan de mis op te schorten en het beeldstormen te verbieden. Aldus geschiedde (Aug. 1535). De officiële afschaffing had plaats aan het eincl van dit jaar.

In Febr. 1536 hadden weer verkiezingen plaats, waarbij 4 burgemeesters gekozen werden, die de zaak der Reformatie van harte waren toegedaan.

Op Zondag 21 Mei d.a.v. had in (of bij) de St. Pieter een grote volksvergadering plaats, waarin de 1ste burgemeester de vraag stelde, „of er ook waren, die wensten te spreken tegen het Woord en de leer, zoals die in deze stad gepredikt werd."

Plechtig beloofden de burgers, dat zij wilden leven naar deze heilige, evangelische wetten en het Woord van'God; dat zij afzwoeren alle missen en andere ceremoniën, pauselijke dwalingen, beelden, enz.

Reeds in Febr. tevoren, was een bevel uitgegaan, dat in elke herberg een bekendmaking zou worden gepubliceerd, die godslastering, kaartspel en dobbelen verbood. Tijdens de preek of na 9 uur 's avonds mocht geen drank worden verkocht; en brood wercl alleen verkrijgbaar gesteld tegen redelijke prijs.

Op 13 Juni werd bevolen, dat de winkels op Zondag gesloten zouden zijn en op 16 Juni, dat de burgers de preek moesten bijwonen of anders worden beboet. Praamsma legt bij dit alles er cle nadruk op, „dat reeds tijdens Farel de grondslag is gelegd voor het strenge régime van later tijd."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1954

Daniel | 8 Pagina's

Kerkgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1954

Daniel | 8 Pagina's