Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN WONDERVOLLE OMZETTING VAN DES HEEREN VOLK. VI

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN WONDERVOLLE OMZETTING VAN DES HEEREN VOLK. VI

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; In Denwelke wy de verlossing hebben door zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden." Kolossenzen 1 : 13 en 14.

Daarom horen wij Hem getuigen in Spr. 8 : 21: „Opdat Ik Mijn liefhebbers doe beërven dat bestendig is; en Ik zal hun schatkameren vervullen". O, van hen kan gezegd worden de volheerlijke taal uit Psalm 33 : 12: „Welgeluzalig is het volk diens God de Heere is; het volk, dat Hij Zich ten erve heeft verkoren". Ja, welgelukzalig dat volk wien het alzo gaat en overgezet wordt in dat Koninkrijk om dien volzalige en heerlijke Koning te leren kennen. Niet met een verstandelijke kennis in het hoofd zoals zovelen hebben in onze dagen of met een hoge beschouwende kennis die opgeblazen maakt, maar met de geloofskennis des harten, door de Heilige Geest verklaard en geopendbaard. Zulk een kennis doet in het niet wegzinken en in verwondering wegzakken aan Zijn gezegende voeten. O, die overgezet worden als door Goddelijke liefde, worden als doodschuldige, doemwaardige heUewichten, als boetvaardigen, arme en gans eUendigen in zichzelf geleid tot die Koning. Geleid met de koorden der veroordeling om de hals, geHjk als Benhadads knechten geleid werden als gevangenen en als ter dood geleiden, gebracht werden tot de koning van Israël. Niet om verstoten en gedood te worden maar om die koning yan Israël als hun weldoener te kennen die hen niet sloeg maar hen eten en drinken gaf, hetwelk zij niét verdiend hadden maar uit loutere genade mochten ontvangen.

Zo ook die geestelijke onderdanen van Koning Jezus, daar zij niet anders verwachten en dat eeuwig rechtvaardig om door Hem gedood te worden, gaat Hij Zich juist aan hen openbaren als de volheerlijke Koning, vol van Majesteit en heerlijkheid. O, dan rijdt Hij voorspoedig in him harten op het Woord der Waarheid in rechtvaardige zachtmoedigheid en doet Hij in de krijg geduchte daden. Ps. 45. Dan mogen zij Hem in dat doodelijkst tijdsgewricht leren keimen als de allerschoonste Koning waar Hij Zich zo schoon aan de ziel verklaart bij uitnemendheid.

O, dan moeten zij er onder tranen van uitroepen met de bruid: „Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste, ja zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem." Hooglied 5 : 16. O, dan mogen zij de dichter een klein weinigje verstaan, als die in zielsverrukking heeft uitgeroepen: „Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid". Ps. 45 : 3. Welk een schoonheid mogen zij dan in en aan Hem aanschouwen, dat Hij waarachtig God is van eeuwigheid, daar Hij in hun hart verklaard wordt als een eeuwige Koning. Maar Hem ook aanschouwen als waarachtig en rechtvaardig Mens, geheel zonder zonden, zodat Hij is het dierbare Voorwerp van hun blijdschap, en geestelijke verheuging. Dan mogen zij in Zijn Koninklijke liefde delen en is deze voor hen, dat smakende in hun hart, een eeuwige en uitnemende liefde, die zij dan mogen vermelden en meer is dan de wijn. Want van dezulken geldt, daar zij oprecht gemaakt zijn: „De oprechten hebben U Hef". Overgezet in Zijn koninlorijk om Hem te leren kennen als een overwinnende Koning, daar Hij dan aUes in hunne harten overwint.

Dan worden aUe vijanden van binnen overwonnen en verslagen, de duivel met al zijn helse aanvallen en plagingen verjaagt Hij, de vloeken der wet bedekt Hij, het ongeloof met al zijn kracht werpt Hij temeder zodat Hij alles in de ziel in rust brengt om door het geloof bij en in Hem te rusten, want daar alleen wordt de ware rust geschonken. O, wat een beminnelijke Koning voor hen die hen in alles zo dierbaar is, want U die gij gelooft is Hij dierbaar. Wat beschermt Hij hen dan in het heetst gevaar hen voerende in een vaste stad, in een overvloeiende verversing. O, zalige tijden in het zieleleven dat hun tong dan is als de pen eens vaardigen schrijvers zodat zij voor die ogenblikken mogen zingen: , JMijn hart vervuld met heilsbespiegelingen. Zal 't schoonste lied van enen Koning zingen, daar Zijn schoonheid hoog te loven is". Dan is Hij bij aanvang al htm verlossende Koning, al hun boeien verbrekende, om dan ook de gangen van die Koning te mogen naspeuren. De gangen mijns Gods, mijns Konings, in het heiligdom.

Is dit dan geen wondervoUe overzetting van dezulken die even tevoren nog waren kinderen des toorns, der vervloekingen en onderdanen van het rijk der duisternis en van de vorst der duisternis, maar nu kinderen des lichts zijn geworden ? Opdat zij dan ook als kinderen des lichts zouden wandelen en dat naar het vrije welbehagen des Vaders en door dat welbehagen hun hoorn is verhoogd geworden, om daarvan dan te mogen zingen. En dat met het verheven doel om in Zijn verlossing te mogen delen door Zijn bloed in de vergeving der zonden. Daarmee zijn wij dan gekomen tot onze derde hoofdgedachte n.1. de wondervoUe overzetting:

Tot een grote verlossing.

Daarom lezen wij in onze tekst in vers 14: „In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden." Zij mochten dus niet alleen uit de dood overgegaan in het leven en die geheiligde wetenschap in hun hart hebben, en tevens een bewijs dat zij uit God geboren waren. Maar zij mochten ook delen in die dierbare weldaad van de vergeving der zonden. Zij mochten dus zielsbevindeUjk weten waar hun schuld was gebleven en door de Rechter in Christus waren vrijgesproken van schuld en straf en het recht ten eeuwige leven hadden ontvangen. Daarom horen wij de apostel in het 12e vers uitroepen: „Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht." Zij mochten dus weten dat God de Vader niet meer hun Rechter was, Die ten allen dage rookt en toornt tegen de ongerechtigheden der mensenkinderen, maar dat Hij Zijn toorn heeft afgelegd in Christus voor hen, en hun Vader is geworden. Dus mochten zij weten dat zij kinderen Gods waren door de Heilige Geest, daar die Geest met hun geest getuigde dat zij Gods kinderen waren. En daar zij kinderen waren, zo waren zij ook erfgenamen, erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; om hier op aarde een wijle tijds met Hem te lijden, opdat zij eenmaal eeuwig met Hem verheerlijkt zullen worden. Rom. 8 : 16 en 17. En dat enkel uit loutere genade en eeuwige soevereine liefde.

O, dan mogen wij het toch wel een heilzame

overzetting noemen daar deze is tot eeuwig heil der onsterfelijke ziel en dat om God Drieënig daarvoor eeuwig te verheerlijken en dat ongestoord. Welk een wondervoUe overzetting tot genadige vergeving van erf- en dadelijke schuld en zonden, die achter Zijn rug zijn geworpen. Tot dierbare vrijheid niet alleen maar ook tot genadige vrijmaking want indien de Zoon u vrijgemaakt heeft zo zult gij waarlijk vrij zijn, dat is van alle schuld en straf ontslagen en dat op grond van recht, daar Sion door recht verlost wordt. En door de Zoon vrijgemaakt, dat wil dus zeggen van God de Vader als Rechter en dat in door de Zoon met Zijn aangebrachte zoen- en kruisverdiensten. Zo is de Rechter hun genadig geweest in de Zoon en Hem opgedragen om hen te verlossen dat zij in het verderf niet zouden nederdalen daar Hij voldaan is door des Zoons volmaakte borggerechtigheid en alzo hen verzoening heeft geschonken. O, grote verlossing van zulke gans eUendigen, doemwaardigen, gans verloren doch uitverkoren zondaren. In hun naamloze ellende, denkende in een moment weg te zinken in de eeuwige rampzaligheid, eeuwig weggeworpen te worden met een mannelijke wegwerping, en gebonden te worden aan handen en voeten, de tong te moeten kauwen van de pijn en dat eeuwig rechtvaardig, zijn zij vrij­ gemaakt. Want wij lezen in Job 36 : 15: „Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren, want dan zuUen al hun onderdrukkers, van binnen en buiten weten dat Hij hun vrijgemaakt heeft". Zulks kunnen wij duidelijk zien in de verlossing van koning Hiskia in Jes. 38. Dierbare zalige vrijheid en verlossing in Christus zuUen al Gods kinderen hier op aarde in de ziel ondervinden op grond van Zijn aangebrachte gerechtigheid, na veel helse angsten.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

EEN WONDERVOLLE OMZETTING VAN DES HEEREN VOLK. VI

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's