Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geloofsleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geloofsleer

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE MEDEDEELBARE EIGENSCHAPPEN (1)

Van de onmededeelbare eigenschappen was geen vergelijking mogelijk. Bij de mededeelbare is dit anders; hier zien we wel een zwak vergelijk tussen de eigenschappen van God en van de mens. Maar het blijft een vergelijk, geen letterlijk delen in de eigenschappen van God.

Door de mededeelbare eigenschappen van de onmededeelbare te onderscheiden, verzetten we ons tegen het deïsme en atheïsme, wat God helemaal uit deze schepping heeft verbannen. Juist door deze mededeling toont God Zijn voortdurende aanwezigheid in de schepping.

Onder de mededeelbare eigenschappen rekenen we Gods kennis, wil en macht. De kennis is onderverdeeld in alwetendheid en wijsheid, de wil in goedheid, heiligheid, rechtvaardigheid en waarachtigheid.

1. Kennis

-alwetendheid

Hieronder verstaan we de eigenschap van de volmaaktheid van het verstand van God, waardoor Hij Zichzelf en alles buiten Hem volmaakt kent.

Allereerst heeft Hij dus volmaakte kennis van Zichzelf. Deze zelfkennis is voor ons volstrekt verborgen; daarvan heeft God niets geopenbaard.

Ten tweede heeft Hij volmaakte kennis van alles buiten Zichzelf. Deze kennis heeft betrekking op de hele schepping. De kosmos, de aarde, zelfs de hel is voor Hem bekend. In die schepping is geen schepsel voor Hem verborgen, ja zelfs het hart en de gedachten van ieder schepsel kent Hij. Verder kent Hij alle handelingen van de mensen, het zij goede, het zij kwade. Kortom,

Hij weet alle dingen.

Deze kennis van God is volmaakt; er is geen enkel gebrek in. Daarom zullen er ook geen dingen gebeuren, die Hij nog niet geweten heeft. Zijn kennis neemt niet af of toe, maar is eeuwig en onveranderlijk. - wijsheid

Hieronder verstaan we in het bijzonder, dat alles wat er gebeurt leidt tot dat Godverheerlijkende doel, wat Hij Zelf bepaald heeft.

De alwetendheid gaat over de goddelijke kennis van de gebeurtenissen; de wijsheid gaat over al het handelen van God, waarmee Hij Zijn eigen eer bedoelt.

Het doel van de gehele kennis van God is tot verschrikking voor de goddelozen, maar tegelijk tot troost voor de rechtvaardigen. Maar bovenal is deze kennis tot de aanbidding van God, Wiens wijsheid in alle dingen openbaar komt.

2. Wil

Hiermee bedoelen we de eigenschap, dat God Zijn eigen bestaan wil en Zichzelf en alle dingen, die tot Zijn eer zijn, bemint. Gods wil richt zich op het goede, want Hij is Zelf het hoogste Goed. De wil van God is dan ook de diepste oorzaak van alles wat er gebeurt. Dat geldt alle grote en kleine gebeurtenissen in ons leven, maar ook in het wereldgebeuren.

Dat geldt ook de zaligheid van de mens. De vraag komt dan op of God ook het kwade wil, immers dat gebeurt ook in deze wereld.

Het kwaad wordt door God voor zover gewild, als het dienstbaar is aan het doel, wat Hij er mee voor heeft. Daarom laat Hij het kwade toe tot het doel, wat Hij heeft, maar ook tot straf van de goddelozen. In al Zijn handelen is God souverein, de volstrekt Rechtvaardige, Die aan niemand verantwoording hoeft af te leggen.

Wil dat zeggen, dat wij ons dan maar aan die wil moeten overgeven, als aan een soort noodlot? We hebben immers toch geen macht over wat er gebeurt?

Zeker niet. De wil van God bestaat voor ons uit twee delen. Er is een deel dat wij niet kennen, omdat God het ons (nog) niet bekend gemaakt heeft. Er is ook een deel dat wij wel kennen, omdat God het ons in Zijn Woord heeft geopenbaard. We spreken dan over:

a. De wil van het besluit - deze is niet geopenbaard.

b. De wil van het bevel - deze is wel geopenbaard.

a. De wil van het besluit is voor de mens verborgen. Het is de bepaling, wat God doet en doen zal. Deze kan de mens niet weerstaan. Ook kan de mens hiertegen niet zondigen, omdat hij het besluit van God niet weet. De Heere keurt de wens van David om een tempel te bouwen goed, maar het is Gods besluit, dat zijn zoon Salomo deze tempel zal bouwen en niet David. Paulus mocht niet langer het Evangelie preken in Klein Azië. Alhoewel het niet verkeerd was, dat hij het wilde, had God besloten, dat hij naar Europa zou gaan.

Omgekeerd kan men wel Gods besluit uitvoeren, door dingen te doen, die zondig zijn. Denk aan Jozefs broers, die hem naar Egypte verkochten. Het was zonde, maar in Gods besluit tot hun eigen behoud. Echter, dit besluit kenden zij niet, daarom zondigden zij.

Bijzonder komt dit uit bij het verraad en de kruisiging van de Heere Jezus. Het was Gods besluit, maar Judas kende dat besluit niet. Petrus beschuldigt de Joden, dat zij verantwoordelijk waren voor de kruisiging, al moest Christus lijden en sterven overeenkomstig Gods besluit.

b. De wil van het bevel is aan de mens geopenbaard. Hierin bepaalt God, wat wij doen moeten. Het is de plicht die God oplegt aan de mens. Deze blijft gehandhaafd, ook al kan de mens door de zonde er niet meer aan voldoen. Met gedachten, woorden en werken verzet de mens zich tegen de wil van Gods bevel. We worden geoordeeld naar de wil van het bevel. Hierin eist God onvoorwaardelijk gehoorzaamheid en onze bekering, omdat wij door onze schepping deze gehoorzaamheid konden opbrengen. We kunnen ons nooit verontschuldigen met een beroep op Zijn besluit, want dat is voor ons verborgen. Zo verhardde Farao zich, door zich niets aan te trekken van Gods bevel.

Hij bewerkte zijn eigen ondergang, ook al was dit Gods besluit. Maar daar wist Farao niets van. Hetzelfde geldt van Judas. Meermalen werd hij dringend door de Heere Jezus gewaarschuwd, maar hij verhardde zich.

Zo wordt ieder door het bevel van God vermaand, maar als we in ongehoorzaamheid volharden, werken we zelf Gods besluit van onze verwerping uit.

Nu moet nog op een gevaar gewezen worden. We mogen namelijk niet over twee willen in God spreken. De wil van het besluit en de wil van het bevel vormen één geheel. Gods bevel is altijd dienstbaar aan Zijn besluit. Hij doet alle dingen medewerken ten goede. Bevel en besluit strijden niet met elkaar. Nog één voorbeeld ter verduidelijking. Abraham moest van God Izak offeren; dit was Zijn bevel. Gods besluit was, dat Izak zou blijven leven, maar ook dat Abraham beproefd zou worden. Het bevel was dus tot beproeving van Abrahams geloof en als zodanig een uitvoering van de wil van het besluit.

Tot de wil van God rekenen we de volgende eigenschappen:

a. Gods goedheid, die openbaar komt in liefde, genade, barmhartigheid en lankmoedigheid.

God is Zelf als het hoogste Goed de Bron van alle goed. Deze goedheid openbaart Hij in het algemeen aan alle schepselen en in het bijzonder aan Zijn uitverkorenen. Voor alle mensen is deze goedheid om hen tot bekering te brengen, want Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze, maar dat hij zich bekeert.

Voor de uitverkorenen is deze goedheid tot hun tijdelijk en geestelijk nut.

In alle vier onderscheidingen van Gods goedheid zien we zo een algemene kant, die zich richt op alle schepselen en een bijzondere kant. die betrekking heeft op de uitverkorenen.

- De liefde geeft de innerlijke genegenheid van de Schepper tot het schepsel aan. Zo heeft God Zijn schepping lief, maar in het bijzonder Zijn volk.

- De genade laat er de nadruk op vallen, dat het schepsel geen enkel recht meer heeft op al het goede, dat hij ontvangt.

Dit geldt algemeen voor alle schepselen, maar ook in het bijzonder voor Zijn volk. In het algemeen geldt dit ook voor de bekendmaking van Zijn Evangelie. Deze uitwendige prediking komt tot allen die het evangehe horen. Door de Heilige Geest komt het echter inwendig in de harten van de uitverkorenen.

- De barmhartigheid geeft het handelen van God aan, wanneer Hij Zijn schepselen hulp verschaft. Ook die barmhartigheid heeft een algemene en een bijzondere toepassing.

De barmhartigheid roemt tegen het oordeel in, dat de mens verdiend heeft. Daarom worden de uitverkorenen vaten der barmhartigheid genoemd. Tot deze barmhartigheid wordt God niet bewogen door iets in het schepsel, maar Hij is in Zichzelf bewogen.

- De lankmoedigheid is nauw verbonden met de barmhartigheid. In de barmhartigheid gaat het er over wat God onverdiend doet, in de lankmoedigheid wat Hij nog niet doet, nl. straffen. Het is het uitstellen van de straf voor een zondaar; dit is zijn genadetijd. In zijn algemene lankmoedigheid maakt God Zich vrij van hen, die onbekeerd blijven. In Zijn bijzondere lankmoedigheid worden de uitverkorenen tot bekering gebracht. Ook deze eigenschap is tot verheerlijking van Zichzelf.

b. Heiligheid

Met het woord heiligheid vat de Bijbel de heerlijkheid van al Gods eigenschappen samen.

Heilig zijn betekent afgezonderd zijn; zo is God afgezonderd van alles wat onheilig, zondig is. De heiligheid wordt weergegeven met het beeld van het licht, zo als de zonde wordt weergegeven door de duisternis.

Al wat God doet of voortbrengt is eveneens heilig. Dit was zo in de schepping, maar dit is ook zo in de herschepping. In de herschepping gebeurt deze heiligmaking door Christus.

c. Rechtvaardigheid

Nauw verbonden aan de heiligheid is Gods rechtvaardigheid. Want krachtens deze eigenschap moet God de zonde, de onheiligheid straffen. De rechtvaardigheid vloeit uit Zijn heiligheid voort.

Door deze rechtvaardigheid heerst God als Koning over Zijn schepping, maar heeft Hij ook aan ons Zijn wetten gegeven als levensnorm. Naar deze rechtvaardigheid beloont God de wetsvervuller en straft Hij de wetsovertreder. We noemen dat belonend en vergeldend. Dat God de zonde moet straffen, betekent niet dat Hij daartoe gedwongen zou worden.

Stolwijk,

ds. CA. van Dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

De geloofsleer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1992

De Saambinder | 12 Pagina's