Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een droom of toch iets meer?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een droom of toch iets meer?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb een droom.

Dat zijn bekende woorden. Gesproken door dr. Martin Luther King in augustus 1963 te Washington tot 250 000 mensen. ”Ik heb een droom dat eens op de rode heuvels van Georgia de zonen van vroegere slaven en de zonen van vroegere slaveneigenaren te zamen zullen zitten aan de tafel van broederschap”.

Ik heb ook een droom.

En die wil ik in dit artikel vertellen 'k Ontving die droom toen ik nadacht over wat Paulus zegt in 1 Kor. 14:34. Hij heeft het daar over de positie van de vrouw in de gemeente. Hij wijst een gedragslijn aan en merkt dan op dat die gevolgd wordt ”in alle gemeenten der heiligen”.

Die woorden grepen me.

Ik kan me niet voorstellen dat over de materie, die Paulus ter sprake bracht, overal gelijk gedacht werd. Maar men volgde wel overal eenzelfde gedragslijn. En op deze wijze gaf men uitdrukking aan de eenheid der gemeenten.

Ds. F.J. Pop schrijft in zijn commentaar op de brief hierbij (blz. 338) over de plaatselijke gemeente en haar verhouding tot de andere gemeenten van de Here Jezus. Hij zegt: ”Zij is een deel van een geheel, en hoezeer ook in haar zelf de volheid van het gemeente-zrjn presente werkelijkheid is zij kan zich geen apartheid, geen autarkie veroorloven”.

Dat is waar. Want wie dat doet miskent het kerk van Christus zijn en ondergraaft haar eigen bestaan. Op die manier graaft men zijn eigen graf.

Dit is de achtergrond van m'n droom. Ik droomde dat al onze christelijke gereformeerde kerken beseften zeer wezenlijk deel te zijn van een groter geheel. Zij streefden er gemeenschappelijk naar daaraan uitdrukking te geven door in hun levensopenbaring naar buiten één gedragslijn te volgen. Wat daarbij dreef was de wetenschap broeders en zusters te zijn in de Here Jezus Christus, het Hoofd der kerk. En dat niet alleen Ook de wetenschap slechts dan gemeente van de Here te kunnen zijn als de gemeenschap met al de gemeenten der heiligen onderhouden en beleefd wordt. Dat deed de kerkleden en de kerken met alleen naar zichzelf kijken, maar ook naar de anderen. Het deed hen met alleen met eigen inzichten rekenen, maar ook met die van hun broeders en zusters en van de zusterkerken Men zocht één te zijn in geloof — dat vooral — en in levensopenbarmg Ieder wist zich met allen verbonden. ledere gemeente hield zich aan de lijnen, die getrokken waren Voor apartheid en autarkie was geen plaats.

Volmaakt was het niet De volkomenheid was nog lang met bereikt Maar er groeide een broederschap en eenheid, die verwonderlijk was Het geheel der kerken begon een eigen gezicht te krijgen. Niet zonder rimpels en plooien, maai toch wel een eigen gezicht En dat eigen gezicht was ook herkenbaar in de plaatselijke gemeenten, hoewel die ieder voor zich iets eigens hadden. Zo hadden de kerken iets te zeggen in de wereld van vandaag Soms in klare niet mis te verstane woorden Maar altijd in levensopenbaring als gemeenten van de Here Jezus.

Dat was m'n droom. En … hij is het nog.

Maar hij is geen werkelijkheid. Nog niet tenminste.

In 1947 is de naam van christelijke gereformeerde kerk veranderd in die van christelijke gereformeerde kerkén in Nederland. De acta vermelden op blz. 33: ”Principiëel acht de synode tussen de oude en nieuwe naam geen verschil te bestaan, terwijl de laatste gewenster is, daar er nu plaatselijk van een Kerk gesproken kan worden, in onderschei dmg van het woord gemeente voor

woonplaatsen”. Dit moge zo zijn, maar het eenheidsbesef in de kerken is er niet door versterkt. Steeds meer — ook door factoren van buitenaf — werd de nadruk gelegd op de zelfstandigheid van de plaatselijke kerken. Dat die zelfstandigheid gezien wordt is goed. Want ze is een werkelijkheid waaraan we niet voorbij mogen gaan. Maar in de praktijk werd er zo de nadruk op gelegd, dat er apartheid uit dreigt te ontstaan Een apartheid, die hier en daar autarkische trekken dreigt te krijgen.

Als deze ontwikkeling doorgaat zal de werkelijkheid van een organisch kerkverband een fictie worden. Er ontstaai, een kerkelijk individualisme. En dat zal uiteraard ook doorwerken in de gemeenten Ook daar zal individualisme hoogtij gaan vieren. Het zal werkelijke gemeenschap onmogelijk maken.

Dit is, dacht ik, zo ongeveer de werkelijkheid Het dreigt althans werkelijkheid te worden.

Nu kunnen we ons daarbij neerleggen en verzuchten: het is niet anders Door dat te doen besparen we onszelf veel moeite. We bekommeren ons om het geheel van onze kerken niet en gaan ons eigen gangetje.

Dat kunnen we doen. We zullen dan natuurlijk wel vandaag of morgen de rekening gepresenteerd krijgen.

We zouden ons ook af kunnen vragen: is deze ontwikkeling te stuiten en om te buigen in een andere richting?

Zou er niet iets op gang te brengen zijn dat het eenheidsbesef in onze kerKen versterkt en aan die eenheid meer gestalte geeft ?

1974 is een synode-jaar.

Ik heb altijd wat moeite met de gedachte, dat op een generale synode de keiken elkaar ontmoeten. Voor mijn gevoel vergaderen met zij, maar afgevaardigden. Dat gevoel zal wel met goed zijn, maar ik kan het niet kwijt.

Misschien komt het ook wel omdat we — ik heb zelf ook wel eens aan zo'n vergadering mogen (en moeten) meewerken — ter synode wel eens vergeten de kerken te vertegenwoordigen. We denken en spreken dan meer vanuit eigen visie dan vanuit de kerken.

Het ware te overwegen dit zo nodig na te laten en meer de kerken zelf aan het woord te laten komen.

Maar als de generale synode van 1974 nu eens werkelijk een ontmoeting van kerken werd en men zou in alles wat gedacht, gesproken en besloten werd zich richten op de vraag hoe de eenheid der kerken óók in levensopenbaring, bevorderd kan worden, dan zou dat een stap in de goede richting kunnen zijn Zeker als die gezindheid zou worden uitgedragen in de gemeenten en daar zou doorwerken.

Wat ik vertelde was een droom.

En naar men zegt zijn dromen bediog. Hij kan een ideaal worden, dat je vurig hoopt verwerkelijkt te zien.

Als dat zo is wordt het wel gevaarlijk Want de kans is groot dat het op een teleurstelling uitloopt. En dat kan bitter zijn. Daar weet ieder die idealen heeft of had in het kerkelijke leven over mee te praten. Toch is het beter wel een ideaal te hebben dan niet. Want wat is een mens zonder vurige verlangens ?

Maar toch vraag ik me af of wat ik schreef niet meer is dan een droom of ideaal. Is het niet veel meer een visioen dat het Woord van God ons laat zien?

Er zit toch wel wat achter als Paulus spreekt over ”alle gemeenten der heiligen”, die de moed hebben één gedragslijn te volgen, al zullen de gedachten met overal en altijd gelijk geweest zijn. Er zit een roepingsbesef achter om de eenheid der kerken te bewaren en ook zichtbare gestalte te geven.

Dat besef mag brj ons met ontbreken. Waar het ontbreekt wordt iets gemist dat zeer wezenlijk tot het kerk zrjn behoort.

Wat ik schreef is toch meer dan een droom van iemand, die alle zm voor de werkelijkheid verloren heeft. Het is iets dat bij het kerk zijn behoort en daarom door de Here van ons gevraagd wordt.

Kerkeraden, classes en particuliere synoden bereiden in deze weken de generale synode, voor zover het de samenstelling van de agenda betreft, voor Wat zal ons daarbij bezielen ?

Ik hoop vurig, dat er het besef mag zijn doelbewust te moeten streven naar een krachtige openbaring van de eenheid der kerken.

Dat zal van iedereen offers vragen. Bereidheid om elkaar werkelijk te ontmoeten, om werkelijk tot een gesprek met elkaar te komen. En om tot betoon van eenheid te komen zullen we misschien eigen gekoesterde wensen ter zijde moeten stellen.

Wie daartoe niet bereid is kan niet in een gemeenschap staan en geeft er blijk van met bereid te zijn werkelijk alle kerken te willen dienen. Daartoe zijn we geroepen Het daartoe met bereid zijn past wel in een tijd als de onze, waarin eigenbelang tot levensbeginsel verheven wordt, maar niet in de kerk des Heren. Wordt deze wereld niet gelijkvormig.

Een streven naar sterkere eenheid en krachtiger openbaring van eenheid lijkt meer dan ooit het gebod van het uur.

Het zou het leven van de kerken en in de kerken ten goede komen.

Het gaat nog altijd om ál de gemeenten der heiligen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Een droom of toch iets meer?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's