GEHAZI, DE KNECHT VAN ELISA, MET DE MELAATSHEID NAäMANS.

O Gehazi, hebt gij het geld en de goederen van Naaman verkregen? Daarom zal de melaatsheid Naamans u aankleven, en uw zaad in eeuwigheid. De zonde der vaderen worden ook aan de kinderen bezocht. De straf der zonden heeft bij het graf geen einde, de straf rust op het nageslacht dat zich niet bekeert. Die voortblijven zondigen. Het is hier ook geen kleine zonde. De daad van Gehazi is bedreven als knecht van Elisa. Denk u maar goed in wat dat betekent. Welk een vreselijke straf heeft Gehazi. gekregen, en dat als dienaar van EUsa. Welk een droevig slot. Wat een ernstige waarschuwing voor een ieder onzer. Het staat niet tevergeefs opgetekend. Toen ging hij uit van voor zijn aangezicht. Zijn gezondheid is voor goed weg. Zijn eer en vrede is van hem weggenomen. Hij is de dienst van Elisa kwijt geraakt. Waar hij heenging staat niet opgetekend, maar zeker is, dat hij zo de eeuwigheid heeft moeten aandoen. Dat hij van zijn geestehjke melaatsheid nooit gereinigd is. Ge leest ook niet, dat hij ooit berouw getoond heeft. Genade gesmeekt heeft. Aardse krankheid is erg, maar zielskrankheid en daar niet van verlost te zijn geworden, is nog erger.

O Gehazi, wat hebt ge nu aan het geld en aan de klederen gehad? Ook geen dienstknecht meer van Elisa. Al hetgeen ge gehoord, gezien, en gedaan hebt als een dienstknecht van Eüsa, zal eeuwig tegen u getuigen. Vanwaar, Gehazi? Welk een diep onderzoekende vraag. Ook wij allen moeten voor de rechterstoel van God verschijnen. Wij zullen ook rekenschap moeten geven. Dan komen wij voor de Alwetende God te staan. Gelooft u dat wel voor uzelf? Of leeft ge er maar overheen? Vanwaar? En vul dan uw eigen naam eens in. Vanwaar, de weg die achter u Hgt. De zonden die gij bedreven hebt. De ongerechtigheid die gij opgestapeld hebt. Het liegen en bedriegen dat uit uw mond is voortgekomen. Denkt u dat de Heere het niet weet en het bezoeken zal? Vanwaar?

Een rechterlijke vraag en een doorborend oog. De Heere heeft alles gadegeslagen. Hoe is uw hart! Hoe zijn uw handen? Hoe uw lippen? Uitwendig is u misschien bewaard voor zulke daden als Gehazi, doch ik zeg u, inwendig leeft bij ons allen die Gehazi. Zullen wij dan ook de schuld blijven bedekken? Hoe noodzakehjk is het voor een ieder onzer, door Gods Geest ontdekt te worden. Zaligmakend overtuigd te worden. Wij zullen hier onze schuld voor God moeten leren bekennen. Zoi niet, dan zal er ook nooit, een behoefte ontstaan naar die volkomen Borg en Middelaar, om met God verzoend te worden. Denkt er steeds aan, er is een onzichtbare Getuige. Hij ziet en hoort alles. Hij weet aUes wat ge gedaan hebt. Wat een verschil toch, Naaman of Gehazi. Mag ik u eens vragen; Wie volgt gij, Naaman de gereinigde, of Gehazi de melaatse? Naaman staat opgetekend als een beeld van de zondaar, die uiteindelijk terecht i^ gekomen bij de enige Heelmeester. Een duidelijke afbeelcüng, dat alleen Christus ons kan wassen en reinigen van alle zonden. Van Christus ontvangt zulk een schuldenaar het witte kleed om niet. Zulk een ziel ontvangt de onuitsprekelijke rijkdom van Christus. Staat u daar misschien ook naar? Mist ge die nog voor u zelf? Hongert en dorst

Mist ge die nog voor u zelf? Hongert en dorst ge dan niet naar die gerechtigheid? Kunt ge er buiten leven? Durft ge er zonder te sterven? Immers neen. Ik hoor iemand zeggen: Het zal een eeuwig wonder zijn als mij dat nog te beurt mag vallen. Door genade zult ge het leren, hoe ge er deel aan krijgt. Als dat gebeuren mag, dan zult ge de vrede smaken die aUe verstand te boven gaat. De vreugde in God door Christus is onuitsprekelijk. Zulk een ziel wordt aangenomen als de verloren zoon door de Vader. Ge krijgt een Vaderlijke thuiskomst, om het eeuwig welbehagen, door de verdienste van Christus. Dan zult ge de Heere straks eeuwig dienen zonder zonden. Hem eeuwig verheerlijken. Daar gaat de dienst van God nooit meer uit. Nooit meer storing. Nooit meer aanvechting. Nooit enige strijd meer. Gehazi daarentegen werd van de dienstbaarheid verstoten. Voor hem geen hoop meer. Om eigen schuld

voor eeuwig verloren. Nooit meer in de nabijheid van Gods knechten en kinderen. Hoe vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Daarom, bedenk nog wat tot uw zaligheid is dienende. God mocht uw ogen nog openen, uw hart ontvankelijk maken. Zijn liefde nog in uw hart uitstorten. U nog trekken met de koorden Zijner liefde. U nog overtuigen van zonden en straf. U brengen bij die Enige dierbare Borg en Middelaar, Jezus Christus. Door Hem zult gij alleen tot God de Vader kunnen komen. Gods dierbare Geest mocht nog wonen en werken in uw hart. Al werd Gehazi verstoten, EUsa bleef. Daar bedoel ik mee, de deur der genade is nog

niet op het nachtslot. Haast u om uws levens wil. Er is maar een weg ter behoud. Hier op aarde voor God te buigen valt eeuwig mee. Maai* die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen. Wat kiest ge nog? Gelukkig als ge moogt zeggen: Ik kies de weg der waarheid voor mijn voet.

A.

E.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen