Vereenigingsnieuws

's-Gravenhage. D.V. Woensdag 4 Juni hoopt de J.V. „O.D.S." Jaarvergadering te houden in het kerkgebouw van de Geref. Gemeente (Oude Boomgaardstraat). Aanvang 's avonds kwart voor acht. Openingswoord door den eerevoorzitter, den Weleerw. Heer Ds. P. Honkoop. Onderwerpen o.a. „Paulus voor Agrippa" en „De Dordtsche Synode", leder is hartelijk welkom.

Ring Rotterdam, Op D.V. Zaterdag 14 Juni a.s. hopen de vereenigingen van den Ring Rotterdam in 3e Ringvergadering bijeen te komen in het vergaderlokaal van de Geref. Gem. te Rotterdam Zuid. Ingang 's Gravendeelstraat. De volgende onderwerpen zullen worden ingeleid: 1e. „Wereldrijk en Godsrijk" (n.a.v. Daniël 3) door vr. P. de Korte en 2e. „Onze levenshouding" door vr. J. de Bode van Kralingscheveer. Deze vergadering zal aanvangen om 4 uur n.m. Alle belangstellenden zijn hartelijk welkom.

VERSLAG van de 2e gecombineerde jaarvergadering van de Meisjesvereniging „Opwaarts"' en de Jongelingsvereniging „Bid en Werk" te Axel".
Op Woensdag 26 Maart j.1. hielden de M.V. „Opwaarts" en de J.V. „Bid en Werk" te Axel hun 2e gecombineerde jaarvergadering in de Chr. Bewaarschool aldaar onder leiding van den voorzitter der J.V., den heer Camphens. Deze opende de vergadering met het laten zingen van Psalm 138: 3, las Joh. 14 voor en ging voor in gebed. De voorzitter heette hierna alle aanwezigen, in het bijzonder de afgevaardigden van de kerkeraad en de verschillende zusterverenigingen, hartelijk welkom. Naar aanleiding van de bekende woorden „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst" sprak hij een kort openingswoord. De notulen van de vorige jaarvergadering werden onveranderd goedgekeurd.
Vervolgens kwamen de ingekomen stukken aan de beurt welke felicitaties bevatten van de J.V. te Middelburg, de ring Zeeland, de studievereniging te Vlissingen en van den eersten voorzitter van beide verenigingen, dhr. de Blaay te Middelharnis. De verschillende verslagen lieten ons zien, dat de M.V. 17 leden en de J.V. 6 leden telt, dat beide verenigingen met een ruime kas het nieuwe jaar kunnen beginnen en dat in het afgelopen jaar gezamenlijk 22 studieboeken werden aangeschaft.
Jan Vlaander las hierna een inleiding voor over Ruth. Gezongen werd Psalm 87: 3 en 4, waarna uitvoerige bespreking op het onderwerp volgde. Pleun Vlaanderen las een gedicht voor, getiteld: Jezus in Gethsémané". Voor de pauze werd gezongen Psalm 103: 2 en in de pauze presenteerde de M.V. chocolademelk en koekjes. Na de pauze werd gezongen Psalm 97: 6, waarna Nelly de Feijter haar inleiding voorlas, die als titel droeg: „Kerkvaders". In 't bijzonder behandelde ze: Athanasius, Ambrosius en Augustinus. Saar de Putter declameerde op zeer verdienstelijke wijze: „'t En zijn de Joden niet", van Jacob Revius. Een korte bespreking volgde nu op de inleiding. Er werd nog gezongen Psalm 84: 6 waarna weer pauze werd gehouden.
Na de pauze werd Psalm 33: 7 gezongen, waarna leden van de M.V. een 2-tal psalmen zongen. De secretaris las hierna een gedicht voor van den voorzitter. In de diversen las A. Scheele een gedicht voor van een donateur over: Lukas 22 en 23 en werden nog enkele gedichten gelezen, o.a. „O, ruisen van het ranke riet" door Saar de Putter.
Vervolgens feliciteerden de verschillende afgevaardigden. In de rondvraag dankte de secretaris den voorzitter voor de arbeid in dit jaar aan de vereniging gegeven en verzocht de vergadering hem toe te zingen de zegenbede uit Psalm 134. De presidente van de M.V. sprak hierna nog een kort slotwoord, waarna Ouderling Jansen uit het Gebed des Heeren het 4e en 6e vers liet zingen en deze vergadering sloot met dankgebed.

RING VAN J.V. DER GER. GEM. IN ZEELAND.
Op Zaterdag 19 April j.l. hield bovengenoemde Ring zijn 14de vergadering in de zaal van den heer Krijger aan de Beestenmarkt te Goes. De opkomst was, gezien de drukke werkzaamheden op het land, bevredigend.
De vergadering werd geopend door den Heer F. v. d. Vlis met het laten zingen van Psalm 119: 69, het lezen van 2 Kon. 10 vanaf vers 18 tot en met 36 en gebed. In zijn openingswoord wees hij op de noodzakelijkheid dat het hart recht is voor God, hetgeen bij Jehu ontbrak, daarom was Jehu's ijver een ijver zonder verstand. Allen werden hartelijk welkom geheten.
De notulen werden gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen was een bericht van verhindering van Ds. v. Stuyvenberg te Yerseke, alsmede van den heer Geluk, hoofd der school te Tholen.
Uit het jaarverslag van den penningmeester bleek, dat de kas sloot met een batig saldo van ƒ 115.19. Uit het jaarverslag van den secretaris, dat 12 verenigingen aangesloten zijn met een ledental van 225.
Vr. D. Bakker van Middelburg behandelde nu het onderwerp: „Het Eeuwige, ongeschapen Woord". Tegenover de ketterij van Arius bewees de inleider op Schriftuurlijke gronden, dat Christus eeuwig God is, eenswezens met den Vader en den Heiligen Geest. Een uitvoerige bespreking volgde.
Vr. A. Hogerland van Wolfaertsdijk las een zelfvervaardigd gedicht voor getiteld „Een J.V. in Babel", handelende over de drie vienden van Daniël, die geworpen werden in de vurige oven.
Hierna werd gepauzeerd.
Na heropening met het zingen van Psalm 89: 8, verkreeg vr. M. A. v. d. Velde te Haamstede het woord tot het lezen van zijn onderwerp, getiteld: Nederland en Oranje worden één". Duidelijk bleek, hoe de Heere Zelf in jaren van onderdrukking, vervolging en strijd de band tussen volk en Vorstenhuis heeft gelegd. Ook hierop volgde nog enige bespreking.
Door vr. Overbeeke te Krabbendijke werd nog een onderwerp ingeleid, getiteld: „Hoe de Bijbel tot ons kwam," waarin werd getoond, hoe de Bijbel is beschreven en hoe hij is gekomen tot zijn huidige samenstelling. Ook hierop volgde een korte bespreking.
Na gehouden rondvraag dankte nu de voorzitter alle aanwezigen voor hun belangstelling en sprak de wens uit, dat we elkander D.V. in het najaar allen weer mochten ontmoeten. Hij drong er bij allen op aan onvoorwaardelijk te buigen onder het Woord Gods, datzelve te onderzoeken, omdat het Gods Woord is en dat de Heere er Zijn zegen aan verbinden mocht.
Op verzoek sloot nu ouderling Lucasse van Hoedekenskerke de vergadering met dankgebed, nadat gezongen was Ps. 25: 5.

De secretaris J. BAAYENS.

KORT VERSLAG der gehouden Ringvergadering van de Ring Gouda van J.V.'s der Geref. Gem. op Zaterdag 26 April 1947 te Gouda.
Te ruim half acht opent de 2e voorzitter, vriend M. C. Vos van Gouda deze vergadering met het laten zingen van Psalm 30: 4 en gebed, waarna hij een gedeelte uit Gods Woord leest en wel Johannes 16. Na een kort openingswoord waarin hij alle vrienden hartelijk welkom heet, worden de notulen gelezen, die onveranderd worden goedgekeurd en geteekend. Hierna geeft de voorzitter het woord aan vriend M. Warnaar van Bodegraven, die vanavond een inleiding zal houden over „De Emmaüsgangers" naar aanleiding van Lukas 24: 13—35. Op zeer duidelijke wijze zet inleider zijn inleiding uiteen, waarvoor de voorzitter hem hartelijk dank zegt. Een flinke bespreking volgde, waarin verscheidene vragen worden gesteld, die tot aller voldoening worden beantwoord. Na sluiting der bespreking volgt de pauze, waarin thee geserveerd wordt. Na heropening der vergadering met het laten zingen van Psalm 32: 6 is het woord aan vriend H. van Dam van Gouda, ter behandeling van zijn onderwerp getiteld
„Mystiek". Op voortreffelijke wijze zette inleider zijn moeilijk onderwerp uiteen, terwijl zoo duidelijk mogelijk de vraag beantwoord werd: „Wat is er onder mystiek te verstaan?" Na een woord van dank aan inleider voor zijn interessant onderwerp volgt nog een bespreking, waarin verschillende vragen behandeld worden.
Na sluiting der bespreking volgt de Rondvraag. Deze leverde niets op. Nadat de voorzitter nog een kort slotwoord gesproken heeft, waarin hij de wensch uitspreekt dat wij elkander op een volgende vergadering in October a.s. nog weer in welstand zouden mogen ontmoeten, laat vriend Warnaar nog zingen Psalm 25: 4 waarna de voorzitter deze vergadering met dankgebed sluit.

De Ringsecretaris, J. DEN OUDSTEN.

VERSLAG Ringvergadering Ring „Noord-Holland", gehouden te Amsterdam op 3 Mei in het Kerkgebouw der Geref. Gemeente.
De voorzitter, de heer E. Blom, opent deze vergadering met het laten zingen van Psalm 127: 1 en 2, leest vervolgens Daniël 6 en gaat voor in gebed, waarna hij een kort openingswoord spreekt, waarin hij allen van harte welkom heet. Speciaal de kerkeraad der Ger. Gem. van Amsterdam en de secr. die na verblijf in het ziekenhuis van enkele maanden zijn functie weer kan waarnemen.
Hierna geeft hij de waarn. secretaris gelegenheid tot het lezen van zijn notulen der vorige ringvergadering, welke onveranderd worden goedgekeurd.
Als 1e onderwerp levert de J.V. uit Westzaan een inleiding over „Daniël in de leeuwenkuil", welke verzorgd wordt door vriend H. Valk.
Deze geeft een zeer duidelijke beschrijving van het rijk van koning Darius en dat Daniël hierin zo'n grote plaats inneemt. Dit moet een doorn in het oog zijn van de vorsten en stadhouders die ook niet nalaten te proberen Daniël ten val te brengen. Ondanks hun woeden blijft Daniël getrouw en blijft hij zijn God bidden met open vensters naar Jeruzalem.
Alles lijkt verloren voor Daniël wanneer de inleider aanhaalt: Daniëls beproeving.
De beslissing is gevallen. Een steen op de mond der kuil en verzegeld met des konings ring. De inleider haalt aan dat hij niet kan geloven, dat Darius' gang naar de leeuwenkuil een geloofsgang is geweest doch eerder egoïsme, gezien hij zijn beste medewerker moet missen. Tenslotte: Daniëls redding en daarbij de proclamatie van koning Darius.
Na deze leerzame inleiding volgt een leerzame bespreking waarin alle vragen tot tevredenheid worden opgelost. De voorzitter dankt vriend Valk voor zijn gehouden referaat en er wordt overgegaan tot een korte pauze.
Na de pauze worden eerst enige zakelijke aangelegenheden afgehandeld waarna de J.V. uit Amsterdam-Noord gelegenheid wordt gegeven een 2e onderwerp te leveren. Dit wordt verzorgd door den secr. en wel over „De ware zelfkennis".
Deze vindt het geen gemakkelijke taak hierover een onderwerp te maken en haalt de vijf bange oorlogsjaren aan waarin de mens geen ware zelfkennis heeft gevonden. De ware zelfkennis komt van God en voert tot God. Vele dingen brengt de inleider naar voren waar geen ware zelfkennis uit geboren wordt. Alleen door er oprecht om te bidden kan God ons dat schenken. Met zelfkennis gaat Godskennis gepaard wat we zien in den hoofdman. Ook de verloren zoon leerde zichzelf kennen. De secr. eindigt met de hoop uit te spreken dat Davids bede ook onze bede mag worden, die we kunnen lezen in Psalm 139: „Doorgrond mij, o God en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg".
Ook na dit onderwerp komen verschillende vragen naar voren, welke eveneens worden opgelost. De voorzitter dankt ook deze vriend voor zijn werk en gaat over tot de rondvraag.
In de rondvraag komen enige dingen naar voren, verschillende besluiten worden er genomen.
De voorzitter roept allen op om op de eerstvolgende ringvergadering aanwezig te zijn, welke gehouden zal worden D.V. in October, welke tevens onze eerste Jaarvergadering hoopt te worden.
De voorzitter verzoekt ouderling Kuyk de vergadering te sluiten welke laat zingen Psalm 119: 3 en eindigt met dankgebed.

De secr. C. FAAS.

De Ring Flakkee heeft Hemelvaartsdag-middag een zeer geslaagde vergadering gehouden in het kerkgebouw van ue Geref. Gemeente te Dirksland. Daartoe uitgenoodigd heb ik deze vergadering bijgewoond en wil in korte trekken het verloop van deze vergadering weergeven.
Dit samenzijn, wat door ongeveer 300 personen werd bezocht, waarvan circa 200 leden van de J.V.'s en Meisjesvereen. van Dirksland, Herkingen en Middelharnis, werd om 3 uur door den voorzitter, den heer Th. de Waal van Middelharnis geopend. Op zijn verzoek werd gezongen de Nederlandsche Geloofsbelijdenis, waarvan de eerste berijming. Vervolgens las hij 1 Cor. 15: 1—25 en ging voor in gebed.
Het eigenlijke openingswoord werd gesproken door den heer J. van Vulpen, hoofd van de Chr. School te Herkingen. Op korte, maar zeer duidelijke wijze laat hij uitkomen hoe Henoch, die met God wandelde, ten hemel is gevaren en brengt dit in verband met dezen Hemelvaartsdag, waarin wij allen gedenken hoe Christus is ten hemel gevaren, om Zijn volk een plaats te bereiden. Na dit leerzame openingswoord, waarvan wij hier slechts zeer in 't kort kunnen gewagen, laat de heer v. Vulpen zingen Psalm 100: 1 en 4.
Na lezing der notulen van de vorige Ringvergadering werd een onderwerp ingeleid over „De beteekenis der Verschijningen van den Heere Jezus'' door vr. A. C. van Rossum van Melissant. Gezongen werd nog Ps. 25: 5 en volgde bespreking op dit onderwerp. Hoewel de inleider zijn onderwerp met veel zorg had samengesteld, en alles zeer duidelijk had uiteengezet, kon hij toch niet voorkomen dat veel vragen van leerzaam gehalte werden gesteld. Alle vragen werden op zakelijke en duidelijke wijze beantwoord en wat onderwerp en bespreking betreft kunnen we van een goed geheel spreken. Alvorens te gaan pauzeeren werd Ps. 47: 1 en 3 gezongen en intusschen gecollecteerd. In de pauze werd een gemeenschappelijke koffiemaaltijd aangeboden, waarbij de leden van de diverse Jongel.- en Meisjesvereen., zoomede verdere genoodigden aanzaten. Het viel ons daarbij op welk een aangenaam en geordend verloop dit had.
Na de pauze werden nog 2 korte inleidingen gehouden, 1e. „De plaats van onze J.V.'s in de Geref. Gemeente" door den Secr. van het L.V. en 2e. „De Doodstraf" door vr. Blok van Sommelsdijk. Vr. Blok had zich in die stof vrij goed ingewerkt mede te oordeelen naar de vastberaden wijze, waarop hij de vele vragers van antwoord diende.
Het slotwoord werd gesproken door den heer J. H. Koppelaar, ouderling van de Geref. Gemeente te Middelharnis, die als titel van zijn toespraak heeft: „Verkeerde paden". Hij staat hierbij stil, hoe Dina, de dochter Jacobs, uitging om de dochteren des lands te bezien, hoe ze in Sichem werd ontvangen en welke ontzettende en bittere gevolgen dit heeft gehad.
Met ontroerende ernst wijst de heer Koppelaar er op, hoevelen ook onder onze jongens en meisjes met een gedoopt voorhoofd heengaan om de dingen rondom hen te bezien, ze daarvan met klem afmanende, omdat het einde daarvan zeker de dood is en ze opwekkende tot de vreeze des Heeren, omdat Diens liefde-dienst nog nooit iemand van de Zijnen heeft verdroten.
De voorz. de heer Th. de Waal die deze vergadering op meesterlijke wijze leidde dankte allen, die hebben medegewerkt aan het welslagen van deze vergadering en op zijn verzoek werd deze 5e Ringvergadering door den heer Koppelaar met dankzegging gesloten, nadat vooraf nog werd gezongen Ps. 19: 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen