Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

''Dit jaar lopen de zeemeerminnen verrasend goed; waarom weet geen mens''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

''Dit jaar lopen de zeemeerminnen verrasend goed; waarom weet geen mens''

Speelgoed: spiegel van een cultuur

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De speelgoedmaand staat weer voor de deur. Ouders maken zich op om voor een vermogen aan poppen en garages, ministeek en technisch lego, radiografisch bestuurbare auto's en buitenaardse wezens in te slaan. Het kind van de welvaartmaatschappij wordt er bijkans onder bedolven. De handel en industrie varen er wel bij, maar hoe ligt dat voor de jeugdige consument? Een blik op speelgoed: de spiegel van onze cultuur.

De magazijnen van Intertoys zijn tot de nok toe gevuld. De speelgoedgigant in Gouda heeft zich grondig voorbereid op de decembermaand. Aan het eind van het jaar wacht de grote oogst. En de speelgoedmarkt in ons land groeit nog steeds. De achterliggende tien jaar had een verdubbeling van de totale omzet plaats, tot ruim 1,1 miljard gulden in 1991. De vervaardiging van speelgoed is geen kinderspel. Vele miljoenen worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe produkten. Slaat een nieuw ontwerp aan, dan stort de wereldwijde handel zich erop. Financieel directeur H. van der Kraan van Intertoys spreekt van een "driftige" concurrentie. Intertoys heeft, net als speelgoedreus Bart Smit, ongeveer een kwart van de Nederlandse speelgoedmarkt in handen. De onderneming houdt zich niet bezig met de vervaardiging van produkten, maar richt zich uitsluitend op het verhandelen ervan via eigen fdialen en franchisenemers, in totaal zo'n honderdvijfenvijftig. De franchisenemers zijn in hun verkoopbeleid gebonden aan het assortiment van Intertoys, dat ongeveer achtduizend artikelen telt.

Probleempje
Het inkopen van speelgoed vereist "feeling" voor de fantasiewereld van het kind. Bij Intertoys bezit W.J.M. Zentveldt dit talent, reden waarom hij opklom tot de positie van hoofdinkoper van het zogenaamde merken-speelgoed. Desondanks stelt hij zich bescheiden op. „Wij zijn de hele dag met dat kinderwereldje bezig en toch stelt het je steeds weer voor verrassingen. De fantasie van kinderen is nog veel rijker dan wij met z'n allen denken." Van de ontwikkelde speelgoedconcepten wordt maar een gering percentage geaccepteerd. Dat neemt niet weg dat het aanbod nog zodanig is, dat door de speelgoedhandelaren moet worden geselecteerd. Dat gebeurt onder andere in Neurenburg, het Mekka van de speelgoedindustrie, waar nieuwe concepten aan de handel worden gepresenteerd. „Het vereist een stuk commercieel gevoel", zegt Zentveldt. „Neem het hele dinosaurusgebeuren. Vraag me niet waar en hoe dat is ontstaan, maar we worden er als inkoper mee geconfronteerd. De een laat het liggen, de ander pakt het op omdat hij er handel in ziet." De consument bepaalt of de inkoper een juiste inschatting heeft gemaakt. „Pakt die zo'n nieuw produkt op waardoor een trend ontstaat, dan heb je in de roos geschoten", constateert Van der Kraan. „Pikt de consument het niet op, dan zit je met een probleempje."

Speentjes
De speelgoedbranche rust grofweg op twee pijlers. Tijdloos speelgoed als lego en Monopoly verzekert een vaste boterham. De dikte van het beleg is afhankelijk van de snelheid waarmee de verkoper weet in te spelen op een nieuwe rage. Omdat zo'n rage steeds korter duurt, is het zaak er onmiddellijk bij te zijn. „Vorig jaar was het de klikband", zegt Van der Kraan. „Dit voorjaar de speentjes. Ineens waren ze daar en ze werden onmiddellijk verkocht."

Van structureler aard is de vraag naar computerspelen en elektronisch speelgoed. Die heeft de laatste twee jaar een enorme vlucht genomen. Zo heeft de minuscule chip de ontwikkeling van functionerende poppen mogelijk gemaakt. Een pop die huilt, een die plast, praat of beweegt. „Dat geeft een extra dimensie aan het speelgoed", vindt Zentveldt. Drs. E. Blaauwendraat, docent pedagogiek aan "De Driestar" in Gouda, is er minder door geïmponeerd. „Een goed stuk speelgoed laat iets over voor de fantasie van het kind", is zijn mening. „Op een kant en klaar huis is het veel sneller uitgekeken dan op lego, waarmee je zelf kunt bouwen. De zwakte van veel modern speelgoed is de volmaaktheid ervan. Daardoor kun je er maar één ding mee doen. Die pop laten praten of dat autootje laten rijden met je afstandsbesturing."

Veeg teken
Kenmerkend voor goed speelgoed is volgens deze opvoedkundige, die zich de laatste twee jaar heeft ontwikkeld tot een verdienstelijk schoolhofarchitect, dat het altijd in een directe relatie tot de werkelijkheid staat. „Veel speelgoed is niet meer dan een verkleining van de werkelijkheid. Het aantrekkelijke daarvan is dat het kind al spelend thuis raakt in de wereld om zich heen." De belangrijkste functie van speelgoed is voor Blaauwendraat het uitlokken tot spel. Wat dat betreft is het een veeg teken dat het moderne kind zo veel speelgoed nodig heeft. De leefomgeving is dermate verzakelijkt, dat veel natuurlijke spelmogelijkheden teloor zijn gegaan. „De eeuwen door was de straat het speeldomein bij uitstek. Daar was handel, bedrijvigheid en vertier. Die functie heeft de straat grotendeels verloren. De speelwereld van kinderen is daardoor veel armer geworden, vooral in de stad. Je ziet nu dat de eigen kamer het belangrijkste domein voor het spel is geworden en dat de behoefte aan speelgoed is versterkt."

Welvaart
De toename van de welvaart heeft de speelgoedindustrie een enorme duw in de rug gegeven. Had het ouderwetse gezin wat lego in een lege waspoederton, een sigarendoos vol meccano, een stapeltje kapotte puzzels en een afgekloven beer, de moderne jeugd heeft op de eigen slaapkamer een manshoge kast om de uitpuilende voorraad op te bergen. „Het rijst de pan uit", vindt Blaauwendraat. „Er wordt veel te veel gegeven. Daar zou je wat aan moeten doen. Zeker als christenen zouden we ons niet mee moeten laten voeren in de maalstroom van de consumptiemaatschappij, maar alleen red je het niet. Het probleem is dat kinderen heel gevoelig zijn voor het verkeren in een uitzonderingspositie. Ik zie hier een taak voor de reformatorische school. Zo tegen Sinterklaas zou de schoolleiding ouders kunnen manen tot enige nuchterheid. Het teveel aan speelgoed heeft twee bezwaren. In de eerste plaats weten kinderen nauwelijks nog te kiezen. Het tweede is dat de waarde van het speelgoed afneemt, waarmee de dingen in het algemeen minder waarde krijgen."

Compensatie
In vergelijking met landen als Amerika, Duitsland en Frankrijk is de speelgoedconsumptie in Nederland gering. Dat is een direct gevolg van het feit dat ons land achterloopt in de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. De financiële armslag van veel echtparen is daardoor geringer. „In landen waar het gros van de vrouwen werkt, zie je dat het kind vaak speelgoed krijgt als compensatie voor de afwezigheid van moeder", verklaart Zentveldt van Intertoys. „Nu ook in Nederland steeds meer getrouwde vrouwen gaan werken, ligt het voor de hand dat de speelgoedconsumptie verder zal toenemen, ook door de aankoop van speelgoed door crèches en kinderdagverblijven." Niet alleen de bedragen die aan speelgoed worden uitgegeven tonen een stijgende lijn, maar ook de frequentie waarmee speelgoed wordt gegeven. Vroeger gebeurde dat uitsluitend met je verjaardag en op Sinterklaasavond. „Nu krijg je ook iets als je een goed rapport hebt, voor de vakantie, als je ziek bent en met Kerst", weet Zentveldt. „Dat heeft een positieve invloed gehad op de omzetontwikkeling. Er is bovendien een organisatorisch voordeel. De verkoop is gelijkmatiger verdeeld over het hele jaar. Al ligt het zwaartepunt nog altijd op het laatste kwartaal. De laatste drie maanden van het jaar zijn bij ons goed voor vijftig procent van de jaaromzet."

Maanmannetjes
Mevrouw J. Brouwer, bedrijfsleidster van "De Regenboog" in Genemuiden, zit sinds vijf en een halfjaar in het speelgoed. Haar man, eigenaar van bloemisterij Artifleur, had bedrijfsruimte over. Aanvankelijk probeerde het echtpaar die rendabel te maken door de verkoop van gereedschap, maar dat hep niet. Spontaan kwam bij mevrouw Brouwer het idee op om het met speelgoed te proberen. „Ik zag die handel en het begon meteen te lopen." Ze sloot zich als franchisenemer aan bij Novalux, onderdeel van Blokker. Aan de hand van bestellijsten kan het assortiment worden aangevuld. Voordeel van dit systeem is dat aanmerkelijk voordeliger wordt ingekocht. De schaduwzijde is dat Blokker min of meer dicteert wat de aangesloten zaken moeten verkopen. De laatste tijd krijgt de Genemuidense speelgoedverkoopster, lid van de plaatselijke Gereformeerde gemeente, steeds meer het onprettige gevoel dat ze wordt opgescheept met speelgoed dat ze eigenlijk helemaal niet in huis wil hebben. „Van die maanmannetjes en monsters en draken. Ik vind het gewoon troep. M'n eigen kinders zou ik het niet geven. Bovendien loopt het in een dorp als Genemuiden helemaal niet. Het blijft bijna allemaal hangen. Behalve als ik het afprijs en in de bak van tweevijftig gooi."

Provinciesteden
In het no-nonsense dorp, dat door ondernemerschap en noeste vlijt z'n wanstaltige industrieterrein gestaag ziet uitbreiden, kiest men voor het klassieke speelgoed. Lego, meccano, blokken, poppen, viltstiften, rolschaatsen. „Het geijkte spul", vat mevrouw Brouwer samen. „In dat moderne gedoe is maar een heel kleine groep geïnteresseerd. Ik denk dat dat in een stad als Zwolle anders ligt." Financieel directeur Van der Kraan van Intertoys bevestigt dat de grote steden koploper zijn in de aanschaf van nieuwe produkten op de speelgoedmarkt. „Met het hele videogebeuren en de telespellen hep de Randstad voorop. Pas veel later volgen de provinciesteden en nog weer later de dorpen. Maar dat is bij ons niet van invloed op het assortiment van de verschillende winkels. Dat is overal gelijk, of je nu in Groningen, Sittard, Castricum of Zierikzee komt."

Spiegel
Het boeiende van speelgoed is volgens zijn collega Zentveldt dat het een spiegel van de samenleving is. Maatschappelijke o ontwikkelingen en opvattingen zijn in verkleinde schaal terug te vinden in de speelgoedwinkel. De verzakelijking en vertechnisering van de samenleving uit zich in de produktie van technisch en elektronisch speelgoed. De reactie die de verzakelijking oproept is zichtbaar in de sterk gegroeide populariteit van knuffelberen, zelfs onder volwassenen. Zo roept de ene trend de andere op. De opkomst van draken, monsters en bewoners van imaginaire planeten verklaart de hoofdinkoper van Intertoys uit de verhoogde belangstelling voor de herkomst en de geschiedenis van de mens. „De wetenschap heeft die interesse gewekt en wij zijn daar als speelgoedhandelaren op ingesprongen. Min of meer parallel daaraan zie je de modeverschijnselen optreden, waarvan niemand precies weet hoe ze ontstaan. Dit jaar lopen bij voorbeeld de zeemeerminnen verrassend goed. Dat is iets wat je constateert, maar vraag me niet naar de oorzaak."

Andere werkelijkheid
Voor drs. R.H. Matzken, directeur van het Centrum voor Bijbel en Pedagogiek, komen dergelijke modegrillen niet uit de lucht vallen. Hij bespeurt een duidelijk verband tussen de populariteit van het New-Agedenken, met aandacht voor het bovennatuurlijke, en het groeiende aanbod van buitenaardse wezens in de speelgoedzaken. Over de vraag of ontwerpers van dergelijk speelgoed welbewust de New-Agegedachten willen verbreiden, kan worden gediscussieerd. „Duidelijk is wel dat de speelgoedontwerper een mens van zijn tijd is", constateert drs. Blaauwendraat. „Dat komt hoe dan ook tot uitdrukking in wat hij maakt. Zoals je ook het gebouw van een antroposofische architect herkent. Die monsters zouden wel eens de uitdrukking kunnen zijn van een onbewust weten dat er nog een andere werkelijkheid moet zijn, dan de werkelijkheid waarin we leven. In een ontkerstende samenleving, die de Schrift achter zich heeft gelaten, zie je dat men vulling van het ontstane vacuüm gaat zoeken in oosterse religies en occultisme."

Grens
Mevrouw Brouwer uit Genemuiden is er inmiddels van verschillende zijden op gewezen dat veel modern speelgoed minder onschuldig is dan het lijkt. Ze zit er behoorlijk mee tussen. „Kijk, je bestelt vanaf het papier, met zo'n blok", wijst ze. „Daardoor heb je nauwelijks in de gaten wat je in huis haalt. Met de lego en de poppen komen ook tekenfilms en draken mee. Waar moet je nou de grens leggen? Neem deze robot. Ik vind het een gek ding. Maar is het ongeoorloofd om zo'n raar geval te verkopen? Een paar jaar terug was die David de kabouter zo populair. Krijg ik een moeder in de winkel. Waarom moet dat mannetje David heten, vraagt ze. Vroeger had je ook al Paulus de boskabouter. Het is toch niet toevallig dat ze die sprookjesfiguren bijbelse namen geven? Daar ga je dan over nadenken. EigenHjk heeft zo'n vrouw gelijk. Soms kom ik er echt niet meer uit." Tot overmaat van ramp heeft Novalux net een nieuwe voorraad afgeleverd, die rijk voorzien is van het gewraakte speelgoed. „De rayonleider zegt: als je het niet in de etalage wil hebben, zet je dat spul maar achter in de winkel. Maar het staat er wèl. Zeg u nou eens wat ik ermee aan moet. Je krijgt dat spul gewoon toegewezen van Novalux. Het hoort in het assortiment, zeggen ze, maar ik denk dat ik het gewoon maar weer op de karren laat zetten."

Individualisme
„Speelgoed is óf een verkleining van een stukje van de werkelijkheid, óf het weerspiegelt een heersend idee of levensgevoel", stelt drs. Blaauwendraat vast. „Dat betekent dat je in een sterk geseculariseerde samenleving als waarin wij leven met zorg het speelgoed voor je kinderen moet kiezen." Variatie is voor de pedagogiekdocent een essentieel kenmerk van een pedagogisch verantwoorde speelgoedkast. Kansspellen naast behendigheidsspellen, individuele spellen naast gezelschapsspellen. „Door het individuele constructiespel treedt het kind binnen in de wereld van de natuurkunde. Dat heeft zeker z'n waarde. Maar daarnaast is het van belang dat kinderen ook samen spelen. Een van de opvallendste kenmerken van onze samenleving is het individualisme. Het gemeenschapsidee bestaat nauwelijks meer. Ieder leidt z'n eigen leventje. Ook het kind wordt daardoor geïnfecteerd. Dat is voor mij reden om wat terughoudend te zijn ten aanzien van moderne spelletjes die het kind in z'n eentje moet beoefenen, zoals computerspelletjes. „Ik heb er geen principiële bezwaren tegen, maar in onze huidige samenleving, waarin mensen losstaande eilandjes zijn geworden, lijkt het me zinvol om de gezinsspelen meer accent te geven. Ook als tegenwicht tegen de moderne media. Gemiddeld kijkt het Nederlandse kind twee uur per dag tv. Dat doet-ie ook al alleen."

Taalontwikkeling
Opmerkelijk is dat ondanks de afname van het aantal grote gezinnen, geen teruggang valt te bespeuren in de verkoop van gezelschapsspellen. Eind oktober hadden in de Utrechtse Jaarbeurs zelfs voor het eerst de "Nationale Spellendagen" plaats. De toegenomen vrije tijd wordt voor een deel gevuld met spellen als Triviant, een quizachtig spel dat momenteel grote populariteit geniet onder volwassenen. De verslaving aan de beeldbuis is volgens Zentveldt van Intertoys op z'n retour. „We merken duidelijk dat consumenten weer gezellig aan de tafel gaan zitten om samen een spelletje te doen." Blaauwendraat vindt dat geen overbodige luxe. „Door het gezelschapsspel leert het kind zich te houden aan regels en om te gaan met winnen en verliezen. Een ander belangrijk aspect is, dat in veel gevallen samen met oudere broers en zussen of zelfs de ouders wordt gespeeld. Dat heeft niet alleen een sociaal vormende waarde, maar is ook van grote betekenis voor de taaivorming. Een kind dat achter de tv zit spreekt een verminkte taal, net als volwassenen. In halve zinnen, want anders ontgaat je te veel. Dat heeft een negatieve invloed op de taalontwikkeling. Bij het spelen van een gezelsschapspel wordt de taaivorming juist gestimuleerd."

Maatschappij
Ondanks de speelgoedberg waaronder het kind in onze welvaartsmaatschappij wordt bedolven, is de westerse samenleving volgens de schoolhofarchitect allerminst kindvriendelijk. Belangrijke oorzaken daarvan liggen naar zijn mening in de splitsing van de generaties en de moderne ruimtelijke ordening. „Op de eerste bladzijde van de Bijbel staat al dat het niet goed is dat de mens alleen zij. Dat betrekken wij meestal uitsluitend op het huwelijk, maar de bedoeling is breder. De mens is aangelegd op samenleven. Planologen hebben daar veel te weinig rekening mee gehouden. Onze moderne samenleving is totaal uiteengevallen. We hebben woonwijken om te wonen, industrieterreinen en kantoorparken om te werken, winkelcentra om te winkelen en daarnaast nog weer clusters met allerlei voorzieningen. De samenleving werd zo tot maatschappij. Het kind ziet niet meer wat vader doet, weet daarom ook niet wat hij worden wil. Hoe zou hij het moeten weten? Hij ziet niets meer van het grote-mensenleven. Voor elke groep in de maatschappij hebben we een eigen wereld gecreëerd. De school en de speelplaatsjes voor de kinderen. Het kantoor en de fabriek voor de grote mensen. En voor de oude mensen het bejaardenhuis, waar ze volkomen uitgerangeerd zijn. Daar zitten ze voor het raam te wachten, of een van hun kinderen of kleinkinderen misschien tijd heeft om een bezoekje te brengen."

Bijbelse samenleving
Het uiteenrukken van de generaties is voor de reformatorische pedagoog een van de belangrijkste kenmerken van een geseculariseerde samenleving. „Ik denk dat onze maatschappij haaks staat op de bijbelse samenleving, zoals die getekend wordt in Zacharia 8. In dat hoofdstuk zie je drie generaties getekend. De mensen van middelbare leeftijd worden aangespoord om voortvarend hun arbeid te verrichten, want zij zullen de vrucht van hun arbeid genieten. Op straat zitten de bejaarde mannen en vrouwen. Ze worden stokoud, ook een teken van zegen. Ze kijken met welgevallen naar hun kinderen, die bezig zijn in hun werkplaatsen en met ezels door de straat sjouwen. En ze kijken naar de jongens en meisje die de straat vullen. Ze genieten van het spel van hun kleinkinderen. Het kinderspel wordt hier eveneens gezien als een teken van zegen. Allen horen erbij! Dat is een samenleving. En daar is nauwelijks speelgoed nodig, omdat heel de omgeving één grote uitnodiging tot spel is."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 november 1992

Terdege | 88 Pagina's

''Dit jaar lopen de zeemeerminnen verrasend goed; waarom weet geen mens''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 november 1992

Terdege | 88 Pagina's