Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STADHOUDER WILLEM II EN ZIJN TIJD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STADHOUDER WILLEM II EN ZIJN TIJD

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

27 Mei 1626 — 6 Nov. 1650.

(II.)

Ook het Protestantisme, de geschiedenis heeft het getoond, zou de nadelige gevolgen daarvan ondervinden zodat de buitenlandse politiek door Willem II moest uitlopen op de ondergang van het Protestantisme.

De buitenlandse politiek van Willem II was in aard en wezen on-Nederlands, in strijd met de werkelijke Nederlandse belangen en een gevaar voor het Protestantisme. Geen groter tegenstrijdigheid dan de politiek van Willem II en zijn zoon de stadhouder-koning Willem III.

Wat door de vader werd nagestreefd — een machtig Frankrijk — een absolutistisch bewind der Stuarts over Engeland — werd door de zoon met inzet van al zijn krachten en zijn gehele leven en streven bestreden.

De politiek van Willem II en stadhouder Willem III staan tegen over elkaar als het Noorden tegenover het Zuiden.

Inderdaad moet van de buitenlandse politiek van stadhouder Willem II gezegd worden (lat ze gevaarlijk was voor het staatkundig evenwicht in Europa en voor het behoud van de Protestantse godsdienst. Bovendien moest ze wel door de Republiek worden afgewezen omdat ze te zeer was georiënteerd op inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Engeland.

In het binnenlandse beleid streefde de jonge Stadhouder in de lijn van zijn vader Frederik Hendrik naar vermeerdering van de macht en het aanzien van het Oranjehuis.

Hier vond hij de Staten van Holland, die hem de weg versperden. Gedurende het leven van Frederik Hendrik hadden de Staten van de verschillende gewesten, Zeeland voorop, als in strijd Willem II op zeer jeugdige leeftijd als de toekomstige opvolger aangewezen. Maar in de laatste levensjaren van Frederik Hendrik had het particularisme der regenten zich meer en meer doen gelden. Het streven naar de vestiging van een Souvereine dynastie door Frederik Hendrik bedachtzaam, maar vastberaden nagestreefd, had geleid tot de vorming van een Staatsgezinde partij, die wel zonder aanwijsbare organisatie en program het doel, de Souvereiniteit voor de Staten te behouden met alle kracht nastreefde.

Dat had geleid tot verwijdering tussen de regenten en de ouder wordende Stadhouder. Van de vurige energieke opvolger stelden de regenten zich niet veel goeds voor, waar het er om ging om hun rechten te handhaven. Zij waren de Souvereinen van het land en dat zouden ze de jonge Prins laten voelen. Zij zouden hem, de Souvereinen des lands, met macht bekleden, en uit hun handen moest hij de waardigheden ontvangen.

Dat hij hun „dienaar" en niet hun „meester" was, daartoe bood zich nu de gelegenheid aan om hem dat te laten voelen. Vandaar dat ze enige maanden draalden om aan de jonge Prins de stadhouderlijke waardigheid op te dragen en dat ze hem beëdigde onder de voorwaarden van de gemaakte instructies en die nog gemaakt zouden worden. Een veilig stellen van hun Souvereiniteitsrechten ook in de toekomst. Neen het dynastieke streven van Frederik Hendrik en van zijn zoon Willem II kon geen genade vinden in de ogen van de regenten.

Reeds van af het begin van zijn optreden als Stadhouder kwamen de tegenstellingen tussen de regenten, inzonderheid die van Amsterdam, en de Prins openbaar. Het verzet tegen zijn buitenlandse ambities was groot en de Staten beijverden zich om in de Engelse geschillen neutraal te blijven en tegenover de politiek van de Prins om zich met Frankrijk te verbinden verzetten ze zich met alle kracht. Ze spanden zich in om de leiding van de buitenlandse politiek sedert Frederik Hendrik in de handen van de Stadhouder gelegen weer aan zich te trekken en te herstellen op de voet, zoals het geweest was in de dagen van 's Lands advocaat Johan van Oldenbarneveldt.

Een doorn in het oog der regenten was de waardering van het buitenland voor de Prins, inzonderheid van Frankrijk, waar men de Stadhouder beschouwde als het hoofd van de Staat. Dat ze de onderhandelingen tussen de Prins en Frankrijk over de hervatting van de oorlog tegen Spanje, waaruit licht een versterking van 's Prinsen positie met gedeelten van de Zuidelijke Nederlanden kon volgen, (er was onder meer sprake van de Prins het markgraafschap Antwerpen toe te kennen), met wantrouwen volgden is gemakkelijk te begrijpen, gezien hun streven om de Prins als „dienaar" der Staten te houden. Maar het hoofdtrcffen tussen de Prins en de Staten van Holland lag op binnenlands terrein. De grote tegenstelling, een krachtig centraal gezag der Algemene Staten, tegenover het provincialisme en federalisme zou leiden tot een botsing tussen de Stadhouder en de Staten van Holland. De Prins als voorstander van een krachtig centraal gezag moest wel in botsing komen met de Staten van Holland, die elk der Provincies als souverein beschouwden en die de Unie eigenlijk overbodig achtten in tijden van vrede, pe Prins en dat is zijn grote verdienste, streed voor een krachtig centraal bestuur en ontmoette daarbij de Staten van Holland als zijn tegenstanders. Met groot leedwezen hadden de Staten de toenemende macht en invloed van de Stadhouder onder Frederik Hendrik gezien. Zijn grote macht en invloed ontleende de Stadhouder vooral aan het ambt van kapitein-generaal en admiraal der Unie. Immers daardoor beschikte hij over de machtsmiddelen der Republieken en uit de dagen van Maurits herinnerden de regenten zich maar al te zeer de nadelen welke daaruit voor hen konden voortvloeien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1950

Daniel | 8 Pagina's

STADHOUDER WILLEM II EN ZIJN TIJD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1950

Daniel | 8 Pagina's