Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op de drempel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de drempel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe laat is 't aan de tijd? 't Is de avond: in z'n rosse goud Wordt schoon en oud Der wereld dagehei gezicht — En voor mijn ogen zinkt De tijd gelijk een masker neer. (P. C. Boutens)

Wordt het geen afgezaagd lied, het lied van het vlieden van de tijd, met de grondtoon in mineur: alles is ijdelheid ? Weten we het niet al lang en goed, dat er niets bestendigs hier beneden is, dan alleen de trouw en lankmoedigheid van God en Diens onuitsprekelijk geduld met ons?

Moet nu toch elk jaar opnieuw worden voorgehouden, dat ons leven een damp is? Wij weten het immers wel, dat uren, dagen, maanden en jaren als een schaduw heen vliegen.

Ja, toch w r el! Wij kunnen zo devoot zeggen, dat er maar één schrede is tussen ons en de dood, maar nu en dan wordt dit zeggen meer werkelijkheid, wanneer we in de onmiddellijke nabijheid komen te staan met die laatste vijand: een verkeersongeval, dat goed voor ons afloont: het onderdaan van een operatie, waarvan de uitslag voor ons verborgen is; het plotse ver^chc'dc" van buren, bekenden, familieleden of vrienden. Dan wordt die „éne schrede" meer dan anders geaccentueerd, en ons hart klopt hoorbaar, onstuimiger want... hoe staan de zaken van binnen bij ons!

De jaarwisseling telkenjare onderstreept het broze van ons bestaan; we worden er opzettelijk met de haren bijgesleept: zie hier. hoe nietig alles is; wat is een jaar levens: wat zouden we luchtkastelen bouwen in zo'n wankele wereld; zouden we grote dingen zoeken?

Is er dan bij elke vernieuwde jaarwisseling slechts negatieve taal te horen ? Is het alleen maar een wijzen op het onzekere van ons bestaan en het betrekkelijke van ons doen en denken? Zeker neen! Op Oudejaarsavond blijkt zo verheven groot de wondere goedertierenheid Gods over ons. Ja, ook elke morgen opnieuw, wanneer we onze ogen weer op mogen slaan en een nieuwe dag voor ons open ligt; maar aan het eind van de jaarkring komen we toch méér tot de rekening: , .Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat we niet zijn vernield; dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben geno-Tien."

Dan wordt onwillekeurig een terugbb'k geworpen op het verleden en dan wordt de som van Gods weldaden zo lang en breed, dat we er van duizelen zouden, en óns optelsommetje hoe nietig en klein steekt het er bij af; wij proberen wat cijfers van goede gedachten, woorden en werken bijeen te schrijven, maar zo gauw we daarmee bezig zijn, wordt met een grote wisser alles weggeveegd, en onze onthutste ogen zien één grote nul. En we kijken naar onze buurman, die veel moest overkomen dit jaar; die ternauwernood de streep heeft cehnald - er was geen denken aan, dat hij het jaar zou doorkomen — hij heeft wel stof om de Heere te danken. En wij, die niets bijzonders zijn overkomen, wij, die onze gangen wiesen in boter — ach, wij hebben nog veel meer reden om God dankbaar te erkennen: wat heeft Hij ons voor veel leed en kruis bewaard, en dat aan mensen, die even onwaardig waren!

Ja, 't is goed een wijle stil te staan bij het overschrijden van de drempel oud - nieuw. Wij zien meer onze onwaardigheid dan anders, met daar tegenover cle hoog tegen de hemel afgetekende trouw des Heeren.

Dat wij daardoor onze dagen leerden tellen, opdat we een wijs hart mochten bekomen: de Heere, Die zo vele weldaden schenkt in 't natuurlijke leven kan ons die grote Weldaad verlenen, die uit Christus voortvloeit; een zegen, die ons verzeilen zal over de grote drempel van leven en dood, van tijd en eeuwigheid. Dan breekt het grote Nieuwjaar aan, waar geen klok meer tikt en slaat, waar geen zon meer op-of nedergaat, waar nooit geen nacht meer is.

Mochten we dat grote Goed, wanneer we 't nog missen, in 't nieuwe jaar door genade deelachtig w r orden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1952

Daniel | 8 Pagina's

Op de drempel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1952

Daniel | 8 Pagina's