Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Groot verschil tussen een droge een een sneeuwwinter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groot verschil tussen een droge een een sneeuwwinter

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Krijgen we een 'echte' winter? Het hangt er maar vanaf wat u daaronder verstaat: kurkdroge vorstlucht of de ene sneeuwbui na de andere, met 's nachts vorst? Het verschil is dat de ene winter over land, de andere over zee wordt aangevoerd.

Wij kunnen twee duidelijk verschillende wintertypes onderkennen wat het echte winterweer betreft. Een winter met sneeuwbuien uit het Poolgebied, waarvoor vlak bij huis geen hogedrukgebied noodzakelijk is, en een winter met droge vorstlucht uit Scandinavië en Rusland.

De sneeuwrijke winters zijn de winters die ons met koude lucht uit het Poolgebied bereiken. Vaak zie je dat er eerst een stroom van depressies passeert met fiks wat regen, zoals in de eerste novemberhelft van dit jaar, waarna dan plotseling van Groenland een sterk hogedrukgebied zich naar IJsland en Schotland verplaatst. Wij krijgen dan rechtstreeks lucht uit het Poolgebied aangevoerd.

De verticale vorstgrens daalt naar 500 meter of iets lager, met als gevolg de ontwikkeling van pittige sneeuwbuien boven de Noordzee. De ene sneeuwbui na de andere passeert en ondanks wind van zee ligt er in enkele dagen een laag sneeuw van niet zelden meer dan 10 cm. De nachten worden helder en boven de sneeuw ontstaat in korte tijd strenge vorst. Dat is geen aangename entree van de winter. Vooral wanneer na de eerste vorstnachten er sneeuwbuien passeren, die de groei van de ijsdikte (door sneeuw op het ijs) belemmeren. Ook het verkeer heeft met een dergelijke winterinval veel moeite.

Veel dieper
Een heel andere winterse inval komt met noordoosten- tot oostenwinden van Scandinavië en Rusland naar ons toe. Soms valt daarbij in het geheel geen sneeuw of heel weinig. Ook de winters van 1985 en 1986 waren redelijk droge vorstperioden zonder forse hoeveelheden sneeuw.

In december 1938 kregen wij een dergelijke kou-inval, waarbij geen vlokje sneeuw viel en het vóór de Kerst meer dan 15 graden vroor. De vorst dringt dan veel dieper in de grond en zonder sneeuw kan er na drie tot vier nachten met een pittige vorst al geschaatst worden.

Toch zijn deze specifieke winterperioden, die wij ook kennen in de lange strenge winters van 1946-1947; 1941-1942 en 1962-1963, niet zo talrijk. Daarvoor is de opbouw nodig van een zeer sterk hogedrukgebied boven noordelijk Rusland van soms rond 1060 mb sterk. De vorst overvalt ons in zo'n winter niet, want al enkele dagen ervoor zie je op de weerkaarten de kou via Zweden of Polen opdringen naar West-Europa.

Zeewater
Even terug naar de eerste situatie, met kou uit het Poolgebied via de Noordzee. Daaraan gaan meestal hagel- en nattesneeuwbuien vooraf. De verticale vorstgrens moet voldoende dalen. Een rol speelt daarbij de temperatuur van het zeewater.

Begin december is die na een warme zomer vaak nog rond de tien graden, waardoor de onderste luchtlaag toch nog wordt verwarmd. Dat komt niet voor wanneer de lucht met oostenwinden ons via het continent bereikt. Soms, met een noordoosten wind, speelt de Oostzee nog een rol, zodat van die kant nog een enkel licht sneeuwbuitje mee komt.

Derde mogelijkheid
Eigenlijk is er nog een derde mogelijkheid die ons op de schaats kan brengen, namelijk wanneer zich juist boven onze naaste omgeving een sterk hogedrukcentrum vestigt. Er is dan geen aanvoer van kou uit het Poolgebied, ook niet vanuit Rusland, maar de vorst is enkel een gevolg van de nachtelijke uitstraling van dat hogedrukcentrum, bij weinig wind en met heldere nachten.

Ook die vorst, soms meer dan 5 à 8 graden, kan goed winterweer geven met mogelijkheid tot schaatsen. Maar deze ontwikkeling, die de meest gunstige is (geen sneeuw èn heel weinig wind) van de drie, komt het minste voor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 december 1991

Terdege | 72 Pagina's

Groot verschil tussen een droge een een sneeuwwinter

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 december 1991

Terdege | 72 Pagina's