Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWETENSBEZWAREN TEGEN MILITAIRE DIENST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWETENSBEZWAREN TEGEN MILITAIRE DIENST

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als onze regering haar zin krijgt zal het voor gewetensbezwaarden tegen militaire dienst binnenkort een stuk gemakkelijker worden om uit militaire dienst te blijven. Het kabinet Den Uyl heeft onlangs bij de Tweede Kamer een wetsontwerp tot wijziging van de bestaande wet „Gewetensbezwaren Militaire Dienst" ingediend. Sedert 1923 is het al mogelijk voor aanstaande dienstplichtigen om op grond van de overtuiging dat men de medemens niet mag doden, ook niet wanneer dit op overheidsbevel geschiedt, een verzoekschrift tot vervangende dienstplicht in te dienen bij de Minister van Defensie.

De dienstplichtige wordt dan door een bijzondere kommissie gehoord en kan bij een gunstige beslissing worden vrijgesteld van militaire dienst. Uiteraard zal dan vervangende burgerdienst verricht moeten worden, die enige tijd langer duurt dan de militaire dienst. Deze langere termijn is bedoeld als compensatie voor het vrijgesteld zijn van herhalingsoefening en het minder risiko dragen omdat de „vrijgestelde" in geval van oorlog geen oproep krijgt.

Geen dienstplicht voor iedereen

Volgens artikel 194 van de grondwet zijn alle Nederlanders, daartoe in staat, verplicht mee te werken tot handhaving van de onafhankelijkheid van het rijk en tot verdediging van zijn grondgebied. In Nederland bestaat alleen dienstplicht voor jongens; meisjes zijn daarvan vrijgesteld. Maar zelfs niet alle jongens komen in het leger — de meeste niet. Van elke tien dienstplichtigen komen er drie a vier in werkelijke dienst. De overigen worden afgekeurd, krijgen vrijstelling, worden buitengewoon dienstplichtig verklaard of doen een succesvol beroep op de wet Gewetensbezwaren Militaire dienst. Deze wet dateert nog van 1923, overigens betekende voor deze datum dienstweigering onherroepelijk gevangenisstraf. In 1962 kwam er een nieuwe versie van de Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst. Deze luidde:

1. Ernstige gewetensbezwaren in de zin van deze wet zijn onoverkomelijke gewetensbezwaren tegen de vervulling van militaire dienst van hem, wiens godsdienstige of zedelijke overtuiging hem deelneming aan elk oorlogsgeweld verbiedt.

2. De bezwaren kunnen zich richten:

a) hetzij tegen de vervulling van de militaire dienst bepaaldelijk gericht op strijd met de wapenen;

b) hetzij tegen de vervulling van militaire dienst van welke aard ook.

Tengevolge van het bepaalde in deze wet gaf de kommissie ter toetsing van de bezwaarden geen gehoor aan bezwaren van dienstplichtigen die gericht zijn tegen een bepaalde militaire aktie of handeling. Deze weigeraars baseren hun weigering meestal op politieke gronden. Vorig jaar hebben we hierover in de krant een en ander kunnen lezen in verband met de zaak Kees Vellekoop.

De bezwaren van deze weigeraar werden niet erkend omdat hij niet in alle gevallen tegen militaire dienst is, maar met name bezwaar heeft tegen de deelname van het Nederlandse leger aan de Nato-strijdkrachten en het in dit verband gebruiken van atomaire wapens. Vellekoop zou bijvoorbeeld wel aan een bevrijdingsleger in bijvoorbeeld Angola kunnen deelnemen. De kommissie van advies Gewetensbezwaren Militaire Dienst heeft met deze selektieve dienstweigeraars grote moeite. In de N.R.C. van 13 april '74 verklaarde de voorzitter van de kommissie, Mr. A. Stempels: „Ik kan een zinnig gesprek voeren met iemand die zich uit zedelijke overwegingen afzijdig wil houden van de strijdmacht. Maar ik kan toch niet beginnen aan een gesprek over een krijgsmacht die een kapitalistische orde in stand moet houden". Stempels' probleem is dat hij niet meer kan toetsen of er sprake is van een gewetensbezwaar.

Be nieuwe wet

Het voorstel van de regering tot wijziging van de wet gewetensbezwaren geeft een uitbreiding in vergcijking met de bestaande wet. Volgens de nieuwe regeling kan een dienstplichtige weigeren in militaire dienst te gaan als hij onoverkomelijke bezwaren heeft tegen:

1. het gebruik van geweld of wapens

2. het gebruik van bepaalde wapens (b.v. atomaire wapens)

3. een strijdmethode of bepaald gebruik van een wapen (b.v. een bombardement door een vliegtuig)

4. militair geweld door een NAVOkrijgsmacht in strijd met de beginselen van internationaal recht.

Tot nu toe werden alleen godsdienstige bezwaren tegen de militaire dienst erkend. Ook politieke bezwaren worden voortaan een grond voor dienstweigering.

Andere politieke bezwaren zoals de bovengenoemde selektieve dienstweigering en bijvoorbeeld bezwaren tegen de MAVO zondermeer worden niet erkend. De vervangende dienst blijft bestaan. De bezwaren worden niet meer getoetst, het schrijven van een brief is voldoende. Mocht blijken dat het goed funktioneren van het leger gevaar loopt dan zal een speciale kommissie alsnog de echtheid van de gewetensbezwaren gaan kontroleren.

De ARP, PVDA en de PPR vinden dat de regeringsvoorstellen nog niet ver genoeg gaan. Volgens Dr. de Kwaadsteniet (ARP) is „een gewetensbezwaar altijd een gewetensbezwaar". Dit Kamerlid heeft inmiddels een wijzigingsvoorstel ingediend om alle gewetensbezwaren te erkennen. Dit voorstel wordt gesteund door de PVDA, PPR en D '66. VVD, KVP, CHU. SGP en GPV hebben hier grote moeite mee. Een voorstel tot algemene vrijstelling van zowel militaire dienstplicht als van vervangende dienstplicht voor Jehova's getuigen zal evenmin in de Tweede Kamer een meerderheid krijgen.

Anti-militarisme

De anti-militairistische beginselen zijn al heel oud. Dienstweigering werd echter pas aktueel toen in de vorige eeuw in vele landen de dienstplicht werd ingevoerd. De argumenten die door de dienstweigeraars worden aangevoerd zijn zeer verschillend. Er zijn er die zich op de Bijbel beroepen: „Gij zult niet doodslaan". Anderen huldigen meer algemeen menselijke principes. Tegenwoordig komen daar de politieke gewetensbezwaarden (? ) bij. Sommigen zijn tegen elke vorm van geweld. Anderen achten slechts geweldloze tegenstand tegen de vijand geoorloofd, terwijl een niet onbelangrijke groep alleen wil weigeren als de overheid, huns inziens, een onrechtvaardige oorlog voert.

Meestal wordt dit laatste argument door velen wel geaccepteerd. Verwijten wij vaak de Duitsers niet dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog maar al te klakkeloos het Nazi-regiem hebben gevolgd? We moeten daarbij echter niet vergeten dat een dienstweigeraar in oorlogstijd door de krijgsraad meestal ter dood veroordeeld wordt. Ondanks de vele anti-militairistische geluiden komt het echte pacifisme maar weinig voor. Uit de reaktie van Kees Vellekoop en de geluiden van bijvoorbeeld de PPR blijkt dat men in bepaalde gevallen (bevrijdingsbewegingen) wel geweld accepteert, Mijns inziens komt veel anti-militairisme in onze dagen voort uit een gebrek aan historische kennis (de laatste oorlog ligt inmiddels dertig jaar achter ons) én uit de wensdroom van het goede in de mens en in de wereld. Velen geloven in de ontwapening en in de goede bedoelingen van bijvoorbeeld het kommunisme. De Bijbel wijst ons echter op de onbetrouwbaarheid en de heerszucht van de mens. De dagelijkse praktijk in onze wereld bevestigt dit maar al te vaak.

Wat zegt de Bijbel?

De Bijbel zegt nadrukkelijk dat door de zondeval van de mens de gehele samenleving zucht. God heeft ons in Zijn goedheid echter nog wetten en orde-

ningen gegeven waardoor menselijk samenleven nog mogelijk is. Daartoe is ook het gezag van de overheid. Vanuit Gods Woord zullen we moeten zeggen dat de overheid terecht van haar onderdanen mag eisen dat men zich ter beschikking stelt om het land te helpen verdedigen. Vele voorbeelden zijn daarvoor uit de Bijbel aan te geven. Denk slechts aan de krijgsknechten die bij Johannes de Doper kwamen met de vraag: En wij, wat zullen wij doen? " Johannes antwoordde hen: Doet niemand overlast, en ontvreemd niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldiging" (Lukas 3 : 14). Het dragen van wapens is dus niet in strijd met het christelijk geloof. Integendeel, ook de militaire dienst is „een goddelijk beroep". Een overheid die naar Gods geboden handelt draagt het zwaard niet tevergeefs (Rom. 13).

De Bijbel wijst ons vele malen op militairen die de Heere vreesden. Denk aan de officier in Kapernaüm en aan Cornelius, tot wie Paulus werd gezonden. Johannes de Doper vermaant de militairen echter wel „niemand overlast" te doen. In schrille tegenstelling hiermee is het bloedbad dat de Romeinse soldaten aanrichtten in Bethlehem op last van koning Herodes. Dit onbarmhartige en goddeloze „overlast" doen was in strijd met Gods gebod.

Anderzijds is het onze dure roeping om de vrijheid die God ons geeft te verdedigen tegenover hen die ons willen binden aan allerlei anti-christelijke wetten. In onze tijd van medemenselijkheid en goedkoop anti-militairisme is het met name voor onze jongens in militaire dienst noodzakelijk hier steeds weer op te wijzen. Vaak hebben ze het moeilijk omdat zelfs onze overheid en volksvertegenwoordiging meer vraagtekens dan uitroeptekens plaatsen bij deze roeping.

Als we letten op de ontwikkelingen achter het IJzeren Gordijn, in China, Vietnam, Angola waar kommunisten en neo-marxisten aan de macht zijn, behoeft het geen vraag te zijn of we ons daartegen moeten verzetten. De jongste geschiedenis heeft ons geleerd dat in deze strijd ook de conventionele strijdkrachten (waarin de dienstplichtigen een belangrijke rol vervullen) beslist niet onderschat mogen worden.

Erkenning, maar toch . . . . .

Aan de andere kant dient de overheid rekening te houden met de gewetensbezwaren van haar onderdanen. Gewetensbezwaren worden immers ook erkend tegen de verplichte inenting, verplichte pensioenverzekcring en eed zweren? Als na onderzoek werkelijk blijkt dat een dienstplichtige godsdienstige bezwaren heeft tegen het gebruik van wapens en deelname aan atomaire oorlogvoering mag er geen consciëntiedwang plaats hebben. Ook de SGP acht alleen in dit geval een beroep op de Wet Gewetensbezwaren geoorloofd. Het valt echter te vrezen dat ook in dit stukje wetgeving de overheid een weg zal gaan waarbij het Woord van God niet het laatste woord heeft. Verwacht je bij leven en welzijn komend jaar een oproep voor militaire dienst? Overweeg dan de vermaning van Johannes de Doper. Verwacht geen toejuiching van de wereld. De V.V.D.M. en anderen zullen je voor hun onbijbelse visie willen winnen. Je zult vaak alleen staan als je voor de Heere en Zijn dienst mag en moet

uitkomen. Toch sta je ook weer niet alleen, want er staat een meelevende en een biddende gemeente achter je. En wat nog belangrijker is: de Heere zal je niet vergeten als je Iiem daarom vraagt. Ook de jongens die momenteel in dienst zijn wil ik erbij betrekken.

Misschien zit je rond de jaarwisseling wel „vast". Uit ervaring weet ik dat het juist weet wel wat ik bedoel! Trouw blijven kost strijd.

dan niet meevalt om daar het zinvolle van in te zien en om trouw te blijven. Je velen hebben ook tegen deze strijd bezwaar. Gods Woord zegt echter: Daarom doet aan de gehele wapenrusting Gods" (Efcz. 6 : 10-18).

Veel sterkte!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1976

Daniel | 22 Pagina's

GEWETENSBEZWAREN TEGEN MILITAIRE DIENST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1976

Daniel | 22 Pagina's