Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste jongelui!

De laatste keer hebben we nogal over die „vernieuwingen” geschreven, n.a.v. een brief van een vriendin. Jullie weten nog wel, wat we daarmee bedoelden? Nieuwe vertaling, nieuwe psalmberijming, nieuwe liturgische geschriften, nieuwe liturgie (wijze van dienst in de kerk) enz. Allemaal nieuw! Terwijl de noodzakelijkheid van de vernieuwing des harten al minder gehoord wordt.

Maar, zegt iemand van jullie, is dat nu zo erg? Als je het goed neemt, dan komt het toch zo ongeveer allemaal op hetzelfde neer?

Ja, dat lijkt wel zo, en toch schuilen hier grote gevaren. Door het lezen van genoemde brief, dacht ik aan de tijd dat ik zelf nog naar de katechisatie ging, in mijn kinderjaren, bij Ds. J. W. van Ree. De man is vroeg gestorven en juicht al jaren voor Gods troon. Misschien dat er oudere lezers zijn die hem nog gekend hebben.

Maar goed, als het op de katechisatie over de Bijbel ging, dan hadden we geleerd wat er stond in het boekje van Hellenbroek. De vraag luidde: Wie heeft de Heilige Schrift laten beschrijven? Antw. God. 2 Tim. 3 : 16: „Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tol verbetering en tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is”. Van een nieuwe vertaling wisten we toen nog niet. Daar ben ik voor het eerst mee in aanraking gekomen in de militaire dienst. We wisten dus ook niet, dat er in de nieuwe vertaling staat: „En elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid”. Ik zeg nogmaals: We wisten daar niets van.

Maar als dan genoemde vraag uit het boekje van Hellenbroek in bespreking kwam, dan vroeg de dominee altijd: Wat moet ik nu zeggen? De Bijbel is Gods Woord, of Gods Woord is in de Bijbel? We zeiden dan na lang nadenken het meestal nog verkeerd, namelijk: Gods Woord is in de Bijbel. Mis! ! ! De Bijbel is Gods Woord, was dan het antwoord van de dominee.

Maar wat maakt dat nu eigenlijk uit, of ik zeg: De Bijbel is Gods Woord, of Gods Woord is in de Bijbel? Het is toch allebei waar? Het werd ons dan duidelijk gemaakt, dat er in beide uitdrukkingen, die zoveel op elkaar lijken, een hemelsbreed verschil zit. Want als ik zeg: De Bijbel is Gods Woord, dan aanvaard ik hem als zodanig van Genesis 1 tot Openbaring 22 toe. Terwijl, wanneer ik zeg: Gods Woord is in de Bijbel, dan speel ik daardoor de grenzeloze schriftkritiek in de kaart, want dan zit daarin begrepen, dat niet de gehele Bijbel Gods Woord is. Het zit er wel in, maar ik moet dan zelf uit gaan maken wat nu eigenlijk Gods Woord is en wat niet. Als dan zo de Bijbel overgeleverd wordt aan de willekeur van de mensen, die alles wat hun verdorven verstand niet bevatten kan er uit scheuren, dan houden we aan het eind niets anders van Gods Woord over dan de kaft. En dat heeft de duivel natuurlijk heel graag. Daarom vrienden, zei de dominee dan, laat je nooit, nooit verleiden om te zeggen: Gods Woord is in de Bijbel, want dat is tot je eeuwige ondergang.

We gingen dus met die wetenschap de wereld in, zeggende: De Bijbel is Gods Woord. Dat hielden we vol, daar waren we bij opgevoed en daar bleven we bij.

Nu moet ik eerlijk zeggen, dat we de verstrekkende betekenis van deze dingen toen nog niet begrepen. We leefden op gereformeerd terrein, kwamen daar nooit buiten, en ondanks alle verschil van mening, die er toen ook op andere punten was, was men op dit punt toch één van gevoelen.

Doch nu, zoveel jaren later, staan de zaken anders. De gereformeerde beslotenheid, waarbinnen wij opgevoed zijn, is weg. De grens tussen kerk en wereld is zo goed als opgeheven. De wetenschap heeft een geweldige vlucht genomen. En daar is ook de Bijbel een prooi van geworden. Ja, de Bijbel een „prooi” van de wetenschap. D.w.z. de wetenschap laat zich niet meer door de Bijbel beheersen, maar de wetenschap gaat over de Bijbel heersen. Dat was bij de vrijzinnigen allang zo. Die leefden bij de uitdrukking: Gods Woord is in de Bijbel. En nu is dit ook het geval geworden op gereformeerd terrein, waar men geleefd heeft bij de uitdrukking: De Bijbel is Gods Woord. Doch dat nemen vele hooggeleerde theologische professoren niet meer voor hun rekening. Want dan moet men geloven dat de ezel van Bileam heeft gesproken en dat Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de walvis verkeerd heeft en meer dergelijke dingen, die met het verstand niet te verklaren zijn. En daar past men voor. Men wil voor het forum van de wetenschappelijke wereld met zulke „onzin” uit de Bijbel niet voor „gek” staan.

Zo is men op gereformeerd terrein geruisloos afgestapt van de gereformeerde lijn. Men heeft het aloude: De Bijbel is Gods Woord, ingewisseld voor: Gods Woord is in de Bijbel. Men is op de vrijzinnige lijn terecht gekomen.

En noemde men zich nu maar ronduit zo, dan wisten we waar we aan toe waren. Maar het gevaarlijke en voor eenvoudige mensen verraderlijke is dit, dat men zich gereformeerd blijft noemen. Men heeft, zegt men, nü de sleutel gevonden om de Schrift goed te kunnen lezen. Dat heeft men vroeger eigenlijk nooit gekund, doch nu zijn we zo ver dat we wetenschappenlijk uit kunnen maken wat in de Bijbel wáár en wat niet wáár is. Ja, ja, dank zij de „verlichting” anno 1969. Terwijl deze eeuw toch zo duister is.

Dat geruisloos overstappen nu van de gereformeerde lijn op de vrijzinnige ten opzichte van het schriftgezag, kan met de nieuwe vertaling in de hand. Want de nieuwe vertaling van 2 Tim. 3 : 16 laat voor de moderne opvatting ruimte, want die luidt toch: En elk van God ingegeven schriftwoord is nuttig… De uitdrukking „elk van God ingegeven schriftwoord” houdt in, dat niet elk woord in de Bijbel van God is ingegeven.

Over de foutieve vertaling van deze tekst, die zo misleidend werken kan, is lang en breed gesproken. Men heeft het verkeerde toegegeven en gezegd, dat de oude vertaling ten deze beter was. Maar men kon over de vertaling van die ene tekst tenslotte niet vallen. De vertaling van die ene tekst en nog zovele andere meer, moest men dan maar op de koop toenemen. Want de nieuwe vertaling moest, koste wat het kost, worden aangenomen.

Na zoveel jaren blijven de gevolgen niet uit. Waar komt een man als Prof. Dr. Kuitert terecht? Waar voert hij zijn volgelingen heen? Ik ben bang van naar de ondergang!

Jonge vrienden, er staat in de Bijbel: Waakt en bidt, opdat ge niet in verzoeking komt. Dit woord geldt ook voor jullie. Terecht merkte mijn briefschrijfster op, dat het voor jonge mensen zulk een gevaarlijke tijd is. Doch een nauw leven bij de Schrift kan jullie ook in deze tijd bewaren voor verderf en ondergang, in de stroomversnelling van deze tijd.

Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw Woord. We bidden jullie daarbij de leiding van Gods Geest van harte toe.

Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's