Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed en gezin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed en gezin

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS GEZINSLEVEN Ja, dat is een moeilijk onderwerp. Of liever: de zaak zélf is allesbehalve gemakkelijk. Er zijn mensen, die o zo gemakkelijk een gebed uitspreken. De woorden rollen zo maar uit hun mond. Ze weten zoveel mooie bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken en helaas soms zoveel maal de naam des Heeren op de lippen te nemen, dat het gevaar bestaat, dat ze zich schuldig maken aan de zonde tegen het derde gebod: ijdel, d.i. leeg gebruik van 's Heeren naam. Bovendien vergeten we allemaal zo licht Jezus' waarschuwing tegen de ijdele en vele woorden in ons gebed. Dat is puur heidens, zegt Hij.

Wij kunnen de ménsen reeds vermoeien met onze vele en ijdele woorden. Maar hoe moet ons woordenspel dan vermoei

end zijn in 's Heeren oren. „Gij vermoeit de Heere met uw woorden!" roept de profeet uit. En oude, ervaren bidders en bidsters zeggen het Guido Gezelle nogal eens na:

O, leer mij, arme dwaas, hoe dat ik bidden moet!

Maar nu stap ik over de drempel van uw woning. Misschien hebt u, toen u ging trouwen, ook zo'n mooie tekst op fluweel meegekregen. Daar stond op: „Dat Uw ogen open zijn over dit huis, o Heere, dag en nacht".

Bij mij hangt hij al meer dan 46 jaar in het slaapvertrek en bij elke verhuizing ging hij mee. En dat is nodig. Niet dat zo'n tèkst je bewaren kan. Dat zou bijgeloof wezen. Maar hij herinnert ons dag en nacht aan die open ogen Gods.

De Heere kijkt door muren en daken heen ons huisje binnen. Is dat eigenlijk geen angstaanjagende gedachte?

Nu, laten we het maar eerlijk zeggen: Wie God alleen maar kent als een vertoornd Rechter en geen verzoening vond in het bloed van de Heiland, < — o, die slaat dan sidderend de ogen neer voor de blik des Almachtigen.

Gelukkig de ouders, die mogen zeggen: Ik heb de ware vrede gevonden, ik kan nu zingen:

Denk aan 't vaderlijk meedogen, Heer', waarop ik biddend pleit; milde handen, vriend'lijke ogen zijn bij U van. eeuwigheid.

Kijk, dan is diezelfde God een Vader geworden. En met je vader mag je spréken. Daarmee mag je vertrouwelijk spreken. Aan hem mag je ook je nood klagen. Hem mag (en moet) je ook danken voor zijn goede gaven. Zo is het nu ook tegenover de hemelse Vader. Daar word je stil van. Dan begin je zachtjes te zingen:

d'Ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts, om op God te letten.

V/el, dan wordt het oog in oog met God en het christelijk gezin kan dan pas bidden: Onze Vader.

Dat heeft de Heere Jezus zelf zijn discipelen geleerd. Maar Hij voegde er dadelijk aan toe: Die in de hemelen zijt. Want we mochten eens vergeten dat deze Vader bekleed is met koninklijke en hemelse majesteit.

Begrijpt u nu, dat het gebed daarmee rekenen moet? Stel u eens voor, dat u met de koningin sprak. Uw houding, uw toon, uw woordkeus, op alles zou u letten. Welnu, zó moet ons gebed zijn een eerbiedig, gepast naderen.

Maar gelukkig is onze Koning toch ook onze Vader. En zijn Heilige Geest voert de woorden, die uit ons hart komen, naar onze lippen.

Nu durf ik eigenlijk pas naast u te komen zitten in de huiskamer. Wanneer u dan met kinderen gezegend bent, dan wordt de gebedstaak er niet eenvoudiger op. Och, eigenlijk ook weer niet. Juist wanneer we het zo gewichtig opvatten, alsof het van ónze gebedsgave afhing, ja, dan mislukte elke poging. Maar de Heere vraagt ook van uzelf een kinderlijke instelling. Een kind begint met gebrekkig te praten. Het duurt enkele jaren voor het goed spreken kan. Is het niet met ons ook zo?

Daarom geeft de Heere ons de tijd binnen het huwelijk over te gaan van het bidden vóór het kind - — ook het te verwachten kind — tot een bidden mèt het kind. En als het bekende: , , Ik ga slapen, ik ben moe" en het oude: „Heere, zegen deze spijze. Amen" door het kind zelf gebeden kan worden, dan blijft u deze goede gewoonte, van thuis meegekregen, in ere houden. Natuurlijk is dit geen formuliergebedje. Weet u betere gebedjes, dan moet u dat zelf weten. Maar er is iets schoons in, als we de traditie der grootouders voortzetten.

Wat heerlijk, als we de kinderen vroeg leren hun knietjes te buigen en wat een zegen als de ouders ook gebogen knieën hebben bij hun avond-en morgengebed. Het is zo jammer, dat deze dingen in de jonge geslachten op de achtergrond raken en er is zo'n zegen in het bewaren dezer houding.

En dan — de goede gewoonte, dat vader, als priester van het huis, hardop voorgaat, houdt u toch ook in ere?

Vermoei u niet lange en schone gebeden te verzinnen. Ge vermoeit ook de Heere! Maar laat uw woorden eerbiedig, welgemeend zijn, uit het hart komen. Pas ook op voor de sleur, voor de haast, voor het „even bidden". Denk er om, dat het morgengebed allereerst een dankgebed is:

Wij danken U, barmhartig God, Beschikker van ons deel en lot, Voor Uwe hoede en trouwe wacht, Ons weer betoond in deze nacht.

Haal dan toch nooit allerlei elementen in uw bidden, die niet stroken met de aard van het gebed. Laat echter elk gebed uiten, dat uit genade, om Jezus' wil op verhoring wordt gepleit. Denk er om, dat kinderen luisteren en moeilijk lang kunnen luisteren. Het wordt soms zo, dat we vragen: Hebben we al gedankt? Ja, soms staat de radio te drenzen tijdens het gebed. Laten we dan maar niets van de Roomsen zeggen!

Wanneer u over deze materie vragen hebt, stuur ze dan maar aan de redactie, dan kunnen we daarover samen nog eens praten.

Ik moet eindigen. Toch wil ik dat niet doen, dan nadat ik u allen een recht gezegend gezin met een oprecht gebedsleven toewens.

En weet u, wanneer dat laatste eerst oprécht is? Wel, als u een gebedsbinnenkamer (tje) hebt, waarvan de deur op slot kan. Dat is het persoonlijke, spontane, Godverheerlijkende gebedsleven, dat ook in de flat en in de twee-kamerwoning mogelijk is. Want de Heere heeft altijd een open oor voor al de stumperds en zoekers, die als de tollenaar van verre staan en van harte bidden: O God, wees mij zondaar genadig!

Als u kunt zingen: God heb ik lief..., dan belooft Hij u: , , Ik neig mijn oor!" Dan is het of Hij — met eerbied gezegd — zich vooroverbuigt om te luisteren naar wat dat aardse stofje te vertellen heeft. En dat staat in Psalm 116!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Gebed en gezin

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's