DE VERZOEKINGEN VAN GODS VOLK

3

Acht het voor groote vreugde, mijne broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, wetende dat de beproeving Uws geloofs lijdzaamheid werkt. Jac. 1 : 2, 3.

Dat men al de druk, uit- of inwendig, en van welke zijde ook, ziet, als enkel tot zijn nut en geestelijk voordeel door de Heere toegelaten en door Hem bestuurd tot het voor de ziel zo voordelig doeleinde der lijdzaamheid. Als men na al de stormen van de lange reis eens rustig nadenkt, liggend in een have der lijdzame rust. Als na het gewoel van de strijd en het optrekken. van de kruitdamp het terrein kan worden overzien en het dan blijkt, dat men heeft mogen strijden en overwinnen in de kracht, niet van zichzelf, maar van Christus. Zou dat geen zaak zijn, om te achten voor grote vreugde? Geoefend in de geestelijke strijd, te weten dat het de strijd Godes is, de strijd des geloofs, de goede strijd? Dat een sterke Held olis ter zijde " staat. Die nimmer versagen zal? Om uitgezuiverd van alle overgebleven eigengerechtigheid, in de waarneming van krachteloosheid in zichzelf, in afsterving van de oude mens en haar werken, die lijdzaamheid te oefenen? Om met stille berusting al die verzoeking en verdrukking te verdragen, als Hij, die als Hij gescholden werd niet wederschold en als Hij leed niet dreigde? Gelukkig mens, die de verdrukking en verzoeking van zichzelf, van de zijnen, van de gemeente Gods, lijdzaam dragen mag op het hart, in de eenzaamheid, in het gebed dezelve neerleggend voor het aangezicht Gods. Acht dat voor vreugde, veel meer dan de vreugde der wereld, ja meer dan de vreugde van dat volk des Heeren, wat op de wereld weinig of geen verdrukking heeft, en daardoor weinig geestelijke vreugde.

Acht het voor grote vreugde, dewijl het zulk een grote genade is, al is het dan geen vreugde maar droefheid als ge in de druk zit, acht het er toch voor, want na dezen zult gij het verstaan, waartoe het dienen moest. Acht het voor grote vreugde, omdat het een toenemende vreugde zal blijken te zijn, een heerlijke vreugde, voorsmaak van de hemelse en eeuwige vreugde. Want zij zullen eeuwige vreugde hebben, die hier op aarde met tranen hebben gezaaid, als zij met gejuich hun schoven zullen dragen in de schuur Gods. Welk een gepaste , en grondige reden heeft de apostel dan om die verdrukte, geestelijke kinderen Sions te ondersteunen met deze apostolische bemoediging. Hij wist het wel, dat ze het nodig zouden hebben in de komende drukwegen. Hoe vaak de handen zouden slap hangen en de voeten zouden struikelen; hoe vaak de moedeloosheid ze overmannen zou in de hitte der vervolging. Daar zijn soms zulke omstandigheden in het leven van Gods kind, dat alle uitzicht als belemmerd wordt. Daarom voegt hij er achter, maar de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk. Geen zelfbeklag, geen dode klacht, geen opstand en murmurering tegen God moge in u zijn, maar lijdzaamheid. Gij weet er toch iets van, dat verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop, en dat de hoop niet beschaamt, omdat de liefde Gods uitgestort is in onze harten door de Heilige Geest?

Daarom, niet te zeer beducht zijn, als nieuwe beproevingen komen. Doet winst met uw levenservaring in vorige dagen. Voedt u met getrouwigheid in uw evangehsche plicht, verheugt u in het gevoel van Gods genade, verzekert u van Zijn onveranderlijke trouw. Hij zal het maken. Hij weet van alles af. Hij kent de mate der verdrukking en des lijdens. Hij kent uw kleine kracht. Hij weet uit- en door te helpen met de arm Zijner macht.

Die zonder kastijding is, is geen zoon, maar een bastaard. Hij kastijdt die Hij hef heeft, tot zijn nut, opdat men Zijne heiligheid zou deelachtig worden. Ja, zo zegt de apostel in vers 12: Zalig is de man, die verzoekingen verdraagt, want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft, degenen die Hem liefhebben. Die niet wettig zal gestreden hebben, zal ook nooit wettig' gekroond worden. Dit is de wet des Huizes Gods. Christus Zelf heeft gestreden tegen verzoekingen en Hij heeft ze verdragen en de schande-veracht en is nu gezeten aan de rechterhand der Hoogste Majesteit in de hemelen. Zo moeten ook de Zijnen door vele verdrukkingen ingaan. Maar het is een verdrukking van tien dagen. Daar zal wellicht spoedig een einde komen aan alle strijd. Eerts zal Gods volk alles heerlijk te boven komen, rqje dichter bij de kroon, hoe groter de vreugde worden zal, dan, als alle vreugde voor de arme wereld voor eeuwig vergaat, om te veranderen in smart en rouw.

Gods volk zal ontvangen een onverwelkelijke kroon der eeuwige heerlijkheid. Daarom, niet te zeer verslagen en ontmoedigd, volk des Heeren, in de moeilijkheden van dit strijdperk. We mochten door het geloof zien op die toekomstige vreugde, die ons bereid is. God zal alle tranen van hunne aangezichten afwissen. Geen rouw, noch gekrijt, noch droefheid zal meer zijn, want aldaar zal geen nacht zijn. Geen vervloeking zal er tegen iemand zijn, en daar zal niemand zijn die ze verschrikt, integendeel, zij zullen eeuwige vreugde hebben.

W. v. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen