Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar de katechisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar de katechisatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(98)

DE ST A AT DER VERKOG1NG

Christus’ Hemelvaart.

Na Zijn opstanding is Christus nog veertig dagen op de aarde gebleven eer Hij ten hemel is gevaren. Rechtens had Jezus na Zijn opstanding direct naar de hemel kunnen gaan, want Hij had Zijn werk op aarde volbracht. In feite behoorde Hij nu als Middelaar bij de hemel. Maar deze 40 dagen hier te blijven was nodig voor Zijn discipelen. „Ik vare op tot Mijnen Vader en tot Uwen Vader”.

Wel was de omgang met hen niet meer zoals voor Zijn dood, wat betrof Zijn lichamelijke tegenwoordigheid. Hij had nu een „verheerlijkt” lichaam, dat aan geen tijd of ruinate gebonden was. Vandaar dat Christus zo in hun midden was en ook plotseling weer uit hun gezicht verdwenen was. Wel lezen we, dat Hij bij Zijn verschijning aan Zijn discipelen op de avond van Zijn opstanding met hen at. Doch dit was als een teken voor Zijn jongeren, dat Hij het Zelf was, Dezelfde als voor Zijn opstanding. Maar voor Hemzelf was eten en drinken niet meer nodig. Zie onze les nr. 87. Het getal 40 is symboliseh gezien het getal van „voorbereiding”. Mozes vertoefde 40 jaar in Midian. Deze jaren dienden tot voorbereiding voor zijn taak. Israel uit te leiden uit Egypte en te leiden door de woestijn. Dezelfde Mozes was 40 dagen en 40 nachten op de berg Sinai, toen hij de wetten van Gods ontving. Israel’s reis door de woestijn duurde 40 jaar. Elia bleef 40 dagen bij Horeb en Christus werd 40 dagen verzocht in de woestijn. Maar let ook hier wel op. Voor Christus was die voorbereidingstijd van 40 dagen na Zijn opstanding niet nodig, gelijk we opgemerkt hebben, maar wel voor Zijn discipelen. Want in die 40 dagen heeft Jezus Zijn opstanding bewezen door Zijn verschijningen. Hij onderwees de Zijnen in de zaken van het Koninkrijk Gods. (Hand. 1 : 3.) Ook in de noodzakelijkheid van Zijn heengaan naar de hemel ten opzichte van de komst van de Heilige Geest als de andere Trooster.

De hemelvaart van Christus was de TWEEDE trap van Zijn verhoging. Die verhoging betrof dus Zijn Middelaar-zijn. Daarom is van zulk een betekenis, dat Hij werd „opgenomen” in de hemel.

Dit wijst op de daad des Vaders. Zo heeft Christus de „hemel” ontsloten voor Zijn helwaardig volk. Zo is de Borg de „verse” en „levende weg” voor hen.

We moeten nadrukkelijk erop wijzen, dat Christus’ Hemelvaart een zichtbaar feit is geweest. Onze Hcidelbcrger zcgt: „dat Christus voor de ogen Zijner jongeren van de aarde ten hemel is opgeheven.” Dus: plaatselijk, lichamelijk en zichtbaar. Het ongeloof lacht om deze dingen. Wie gelooft nu nog m zulk een leerstuk. Hoe kan dat nu bij zulke enorme aistanden, die onbereikbaar zijn? De moderne theologie wil nu te hulp komen om toch de moderne wetenschap niet af te vallen. Hoe dan? Wel, we moeten de feiten als geestelijke reahteiten zien en symboliseh verklaren. Het gaat niet om het feit, maar om die geestelijke waarden. (Adam, val, opstandmg, hemelvaart enz.)

Maar de Kerk gelooft de feiten als voile reahteiten, want zij zijn de vaste grondslagen voor het heil. Daarom is het ook bij de Hemelvaart van Christus van zulk een groot belang te letten op dit „plaatselijk”, „lichamelijk” en „zichtbare”. Ook ten opzichte van de geschilpunten, die zich voordeden na de Reformatie. „Plaatselijk” houdt in, dat tijdens de hemelvaart geen Goddeiijke eigenschappen zijn overgegaan op Christus’ menseiijke natuur, zoals de Lutliersen leren. Dan zou de mensehjke natuur van Jezus ALOMTEGENWOORD1G zijn geworden. Dan is de hemelvaart geen verandering van plaats geweest, doch van toestand. En dit is een dwaling. We weten, dat hier-over een geschilpunt was ontstaan tussen Luther en Calvijn, waarmede beider AVONDMAALSBESCHOUW1NG ten nauwste verband hield. Luther leerde, dat door die overgang van Godde-iijke eigenschappen op Christus’ menseiijke natuur Jezus LICHAMELIJK (zij het op onzichtbare wijze) bij en onder de tekenen van brood en wijn in het Avondmaal tegenwoordig is. Calvijn leert, dat Christus tegenwoordig is op een geestelijke wijze, namelijk door geloofsgemeenscliap met Christus.

„Lichamelijk” is Jezus ten hemel gevaren. „Deze Jezus, Die van U opgenomen is in de hemel zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren.” Dti zeiden de beide engelen tot de discipelen. Christus is dus lichamelijk niet meer op aarde.

Is dit een verlies geweest voor Zijn Kerk? Neen. Want „naar Zijn Godheid, Majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van haar.” (Antw. 47 van Zondag 18.)

En voorts ook hierom geen verlies, omdat Christus in de hemel is TEN GOEDE voor Zijn volk. Hoe dan ten goede? Wel, omdat Hij het Aangezicht Zijns Vaders DE VOORSPREKER is voor Zijn Kerk. Dit feit is van grote troost voor Gods kinderen. Jezus is de Voorspreker bij de Vader om de zaken van Zijn volk daar te bepleiten ter verzoening. Johannes schrijft zo treffend in zijn algemene brief, hfd. 2:1: „En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.”

Deze Voorspreker of Advocaat spreekt recht. Een hulpeloos volk kan volkomen op Hem aan, op Hem rekenen. Hij zal hen recht doen op hun kiacht. Ps. 72. En, Hij is de WELSPREKENDE Advocaat..... voor dezulken, die wel eens belijden moeten: Ach Heere, ik weet niet hoe ik bidden moet, hoe ik’t zeggen moet, ik ben zo arm en zulk een dwaas en blind schepsel, wil U mij helpen.

En weet U wat van zulk een eeuwige waarde is? Dat deze hemelse Voorspreker het pleit altijd wint! Wanneer? Als ’t bij U recht een ver loren zaak is geworden.

Heerlijk nut van Christus’ hemelvaart.

Onze Heidelberger wijst echter op nog tweeerlei nut, namelijk, dat de Kerk haar v 1 e e s reeds in de hemel heeft tot een zeker p a n d. D.w.z. dit pand is een vaste waarborg voor Gods kinderen, dat zo zeker als Jezus in den hemel is met Zijn vlees (dat toch ook hun vlees is) zo vast is het, dat Hij ook eenmaal hen tot Zich zal nemen. Ja, de Apostel schrijft in Efeze 2: „mede gezet in de hemel in Christus Jezus.”

En dan de derde nuttigheid van Christus’ hemelvaart: dat Christus Zijn Geest tot een tegenpand zendt. Jezus heeft dus iets van Zijn kerk in de hemel (him vlees) en de Kerk heeft in het strijdperk hier iets van Christus, ja, in feite alles, namelijk Zijn Geest! En door de kracht van die Geest zal zij nu zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is.

Zo wordt dus de Kerk „hemelwaarts” gcricht.

Wil dit zeggen, dat zij haar taak op aarde los moet laten en zich niet meer met de aardse dingen moet inlaten? Neen. De Heere Jezus bidt in Zijn volmaakte gebed: „lk bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van de boze.”

Wanneer Gods kinderen vervuld mogen zijn met de dingen die Boven zijn, zullen ze iets van deze dingen meedragen, in hun arbeid, in hun gezin, bij hun kinderen, en waar hun plaats ook is, waarop zij door de Heere gesteld zijn.

De Heilige Geest trekt.... naar Boven. De wereld en haar begeerlijkheden, de duivel trekt naar beneden. Bijzonder wel in onze tijd, waarin de mens van vandaag zich totaal werpt op het materiele en op het genot. Wie niet meespreekt over Ajax gaat niet mee met zijn tijd. Je moet „horizontaal” denken en de dingen bezien. De godsdienst van vandaag is alleen gericht op het sociale vlak, op de z.g.n. medemenselijkheid.

Helaas leeft de kerk over’t algemeen ook ver van de dingen die Boven zijn. De wereld-zin en de wereldgelijkvormigheid zijn zo schadelijk. Er is zoveel „bedroeven van de Heilige Geest” bij hen, die toch tijden hebben gekend in hun leven van de verborgen omgang met de Heere, van het vervuld-zijn met de dingen die Boven zijn, waar Christus is.

Het mag de bede wel worden: „Ontwaak, Noordenwind, en kom gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame en ate Zijn edele vruchten.”

Waar op is uw hart gericht, lezer(es) van onze catechisatie-lessen? Waarheen gaan de uitgangen van uw hart, waarmede is u vervuld? Smeken we on de hart-vemieuwende genade en kracht van de Heilige Geest, opdat we deel mogen krijgen aan dit rijke nut van Christus Hemelvaart. Dan leren we sterven aan de dingen, die geen waarde hebben voor de eeuwigheid en dan worden we vervuld van de dingen, die een eeuwige waarde hebben, van de dingen die Boven zijn.

Zij of worde psalm 119 : 3 (ber.) onze levensbede.

Urk.


Ontmoetings dag

VAN VRIENDEN VAN BEWAAR HET PAND

D.V. zaterdag 21 augustus 1971 in het kerkgebouw van de CHR. GEREF. KERK TE ZWOLLE. Thorbeckegracht 37

Aanvang: morgensamenkomst 10.30 uur

Opening: Ds G. Blom

Spreker: Ds H. C. van der Ent Onderwerp: Jeugd en Woord

Sluiting: Ds P. Beekhuls

PAUZE

Aanvang: middagsamenkomst 14.00 uur

Opening: Ds M. S. Roos

Spreker: Ds H. van Leeuwen Onderwerp: Belijden en beleven

Sluiting: Ds R. Kok

Allen welkom!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Naar de katechisatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's