Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Parkeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Parkeren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De invalide-parkeerkaart had na enige twijfel z’n intrede in ons gezin gedaan. Twijfel omdat het weer een stapje verder was in een wereld waarvan je nooit gedacht had dat je er deel van zou gaan uitmaken. Natuurlijk kwamen we direct in aanmerking voor de kaart en toen deze op de deurmat lag, moest ik een paar traantjes wegpinken. Een blauwe passagierskaart met vet op de voorkant het rolstoelvignet en op de achterkant het pasfotootje van onze zoon.
De parkeerkaart kwam precies op tijd voor ons weekendje Zeeland. De kaart lag bij onze andere belangrijke papieren en we riepen een aantal keer zenuwachtig tegen elkaar dat we die niet moesten vergeten. Een dag van tevoren ging de parkeerkaart alvast in het dashboardkastje, ondanks de waarschuwingen van enkele andere kaartbezitters dat de invalide-parkeerkaarten populair zijn en uit auto’s gestolen worden.
Tijdens de reis controleerde ik een aantal keren of de kaart nog in het kastje lag. Ook de kinderen vroegen regelmatig naar de kaart, want die hadden de kaartkriebels van ons overgenomen. Ons eerste doel was Veere. Op de grote parkeerplaats achter de dijk reden we doelbewust op de invalidenplaatsen af. Het parkeerterrein stond inderdaad zo goed als vol, maar één van de invalidenplaatsen was nog vrij. Mijn man parkeerde behendig onze auto in het riante parkeervak. Zelf legde ik toch een tikkeltje plechtig voor het eerst de blauwe kaart met het rolstoelvignet naar boven op het dashboard van onze auto. Om ons heen zagen we zoekende, langzaam rijdende auto’s en terwijl we de rolstoel pakten, keken mijn man en ik elkaar opgelucht aan. Drie invalideplaatsen is wel wat weinig, dacht ik.
Met Floris in de rolstoel liepen we naar de sluizen om de mooie boten te bekijken die daar soms moeizaam in manoeuvreerden. Geen rolstoelparkeerplaatsen in de sluis, grapte onze zoon, die zich deze dag uiterst belangrijk voelde. Zonder hem tenslotte geen kaart.
Met de kinderen snuffelde ik nog even in de leuke winkeltjes, mijn man ging alvast naar de auto. Even later liepen wij ook richting parkeerplaats. In de verte zag ik mijn man nonchalant tegen onze auto aanhangen. Daar kwam snel verandering in.
Er stopte een auto voor hem die luid toeterde. Een portierraampje werd opengedraaid en een boze bestuurder gebaarde mijn man met z’n vuist dat hij daar met z’n auto weg moest gaan. Er volgden wat krachttermen en mijn man keek geschrokken. Ik zag hem het portier van onze eigen auto open maken en de blauwe invalidenkaart te voorschijn halen. Mijn man liep naar de toeterende auto en liet de kaart met daarop de foto van onze zoon zien.
Op dat moment voegde ik me vanuit het niets bij hem en zag de toeterende bestuurder ineenkrimpen.
Dat had hij natuurlijk nooit zo bedoeld. Mijn man, die knullig het bewijs aan het tonen was dat wij toch echt het recht hadden om daar te mogen parkeren, onze kleuterzoon in een rolstoel en hij die waarschijnlijk dacht dat mijn man, hangend tegen zijn eigen auto uit angst voor een bekeuring, op zijn winkelende vrouw stond te wachten. Na een stotterend excuus reed de man door.
We laadden de rolstoel achter in de auto en reden weg.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat het driftige mannetje na een rondje parkeerplaats uiteindelijk op ‘ons’ plekje ging staan. Ik schoot in de lach maar naast me zag ik mijn man toch wat stil voor zich uit staren. „Dat kan nog wat worden met die kaart”, bromde hij uiteindelijk.
Maar eenmaal in het hotel met uitzicht op de duinen kon ook hij er, onder het genot van een glaasje port en met de invalidenparkeerkaart in zijn hand, toch ook wel om lachen. En de auto stond op een gewone plaats want er was bij het hotel ruimte genoeg.

Marian Plak-de Vries, lerares Nederlands, schrijft over haar zoon Floris, die een spierziekte heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's

Parkeren

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's