Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verstaan wij elkaar onderweg?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verstaan wij elkaar onderweg?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

De laatstgehouden vergadering van de Generale Synode van onze kerk heugt ons nog goed. Eén van de meest belangwekkende punten was de bespreking van de notdi, , Knelpunten Samen op Weg". Door verschillende hervormd-gereformeerde synodeleden zijn ernstige bedenkingen en

bezwaren naar voren gebracht tegen de wijze waarop het proces van hereniging en vereniging van kerken zich thans voltrekt, Intussen gaat de bezinning voort en dat moét ook. Ik hoop dat gemeenteleden persoonlijk en gemeenschappelijk, maar zeker ook kerkeraden zich D.V. in het

nieuwe vergaderseizoen 1991-1992 indringend zullen bezig houden met de positiebepaling in het SoW-proces. Er is dit jaar een boekje verschenen dat een goede handreiking biedt voor bespreking en bezinning. Ik doel op de uitgave Elkaar verstaan - Overwegingen na de Verklaring van Overeenstemming van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het is deel 2 in een nieuwe serie „Handreiking ten dienste van het proces van Samen op Weg van de Ned. Herv. Kerk, de Geref. Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden". Dr. J. M. Vlijm en dr. H. W. de Knijff voerden de redactie van deze bundel, waaraan verder meewerkten ds. B. J. Aalbers, prof. dr. H. Berkhof, dr. G. Bos, prof. dr. G. P. Hartvelt, dr. S. Meijers, prof. dr. C. A. van Peursen, prof. dr. H. B. Weijland en dr. W. Zijlstra.

Onlangs - in het nummer van 28 juni j.1. - was in ons blad een recensie van dit boekje te lezen van de hand van drs. J. Westland. Collega Westland sloot zijn positief-kritische bespreking af met de woorden: „Wie zich oriënteren wil op kerkelijk gebied kan om dit boekje niet heen, ook al zullen de nodige vragen rijzen, waarvan ik er enkele al aangaf'.

Juist vanwege het belang van deze oriëntatie wil ik in enkele artikelen breder ingaan op wat in het boekje aan de orde gesteld is en daarbij ook de kritische vragen uitdiepen en toespitsen. Ik hoop daardoor onze lezers te stimuleren tot het aanschaffen, lezen en verwerken van dit geschrift en kerkeraden ertoe aan te zetten de bespreking van dit boekje één of meerdere keren op de agenda te plaatsen. Het gaat om de vraag naar de plaats en de functie van de belijdenis in de kerk van de toekomst. Een kwestie van de hoogste betekenis derhalve.

De afgelegde weg

Ik zou willen beginnen met de laatste bijdrage in de bundel, die van de voormalige secretaris van de Raad van Deputaten Samen op Weg, ds. B. J. Aalbers (gelijk bekend per 1 juni 1991 opgevolgd door ds. B. Wallet). Op de blz. 141-155 geeft ds. Aalbers kort weer welke weg gegaan werd tot aan de „ Verklaring van Overeenstemming" en wat de huidige stand van zaken is ten aanzien van de vragen van belijdende aard binnen het kader van het Samen op Weg-proces. In kort bestek krijgen we voor ogen wat er sinds 1973 met name door de „Werkgroep Kernen van Belijden" aan werk is verricht. De studie van deze werkgroep spitste zich toe op de zogenaamde ecclesiologische vragen (visie op het kerk-zijn). De neerslag van deze studie is te vinden in de geschriften „ Samen kerk zijn in de nabije toekomst 1 en 2" (1980, 1983). Op grond van de daarin verwoorde inzichten is een , , ecclesiologische consensus" opgesteld, ofwel in gewonere spreektaal: „een verklaring van overeenstemming inzake het samen kerk zijn". Deze verklaring is in november 1986 door de herv. en de geref. synoden aanvaard. Te zelfder tijd werd ook door de gezamenlijke synoden besloten de Evangelische-Lutherse Kerk uit te nodigen deel te nemen aan het proces van vereniging. Sinds oktober 1990 zijn niet twee, maar drie kerken officieel samen op weg.

Deze Verklaring is niet als een nieuw belijdenisgeschrift te beschouwen. Er worden vier kernen van belijden in genoemd, namelijk:

1. de rechtvaardiging van de zondaar, alleen door genade, zonder enige verdienste. 2. de kerk is het lichaam van Christus. 3. de waarheid is ondeelbaar. 4. de gelovigen zijn het licht van de wereld.

Hierbij werd gesteld: „De vier kernen zijn niet genoemd als nieuwe vervangende (her-)formuleringen van het kerkelijk belijden, maar ter sprake gebracht als kernen uit het geldend belijden van de Kerk, die, in de (voor de Kerken plaatsvervangende) bezinning van de Werkgroep Kernen van Belijden, zich met een zekere overmacht opdrongen als in beweging brengende krachten voor het samen kerk zijn."

Veel kerkeraden hebben indertijd kritisch op deze Verklaring gereageerd, omdat zij bepaalde geloofsstukken misten. Maar uit die reacties bleek dat zij de Verklaring teveel als een nieuwe of samenvattende belijdenis hadden opgevat. Ze hadden niet voldoende rekening gehouden met het beperkte karakter van de Verklaring en deze daarom overvraagd. Intussen moest er natuurlijk wel wat gebeuren met de binnengekomen reacties. Het voorliggende boekje is het resultaat van de bezinning van de Werkgroep Kernen van Belijden op deze reakties. Met name kerkeraden die in 1985 op de Verklaring van overeenstemming hebben gereageerd, zullen met extra belangstelling naar dit boekje grijpen.

Ds. Aalbers noemt de Verklaring een belangrijk markeringspunt, dat aangeeft dat de „staat van hereniging" gegrond is in een geestelijke herkenning, de ontdekking van eenheid in belijden en het besef van een gemeenschappelijke roeping naar de toekomst. Er zijn zeker nog verschillen, maar deze hebben geen kerkscheidende betekenis meer. Er zijn gemeenschappelijke vragen waarvoor beide Kerken in het verleden geen bevredigend antwoord vonden. Hervormden en gereformeerden kijken niet op dezelfde manier aan tegen de kerkelijke tucht, de pluraliteit, de „geboorteleden", de verhouding tussen de plaatselijke gemeenten en de landelijke kerk en de kwestie van het spreken van de

kerk. Over al deze punten moet verder doorgesproken worden, maar ze rechtvaardigen niet een nog langer gescheiden optrekken.

Dit markeringspunt is volgens ds. Aalbers tegelijkertijd een scharnier naar de toekomst. Hier rijst bij mij - met alle respekt voor de oprechte bewogenheid en gedrevenheid van collega Aalbers - de vraag hoe het nu mogelijk is twee tegengestelde zaken zó bijeen te brengen als hij doet. Enerzijds spreekt hij de hoop uit dat mede door dit boekje , , het vertrouwen in het confessioneel gehalte van de beweging van Samen op Weg zal toenemen". Maar tegelijkertijd juicht hij het toetreden van de Remonstrantse Broederschap als waarnemer (1988) toe. Hij vindt het , , verheugend dat nu óók binnen het kader van Samen op Weg het geloofsgesprek met de Remonstranten kan worden gevoerd".

Maar de bijdrage van de Remonstranten in deze bundel (waar ik nog op terug kom) laat zien dat hen een heel ander , , confessioneel gehalte" voor ogen staat dan wat de behoudende stromingen in de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Kerken als noodzakelijk zien.

Er móet wel een ontsporing optreden in het SoW-proces als men tegelijkertijd twee tegenstrijdige zaken wil realiseren: enerzijds naar orthodoxe zijde vertrouwen wekkende profilering van confessionele identiteit, anderzijds oecumenische verbreding naar de kant van vrijzinnigprotestantse stromingen.

Onvervulde wens

Aan het slot van zijn bijdrage wijst ds. Aalbers er op dat er in de bezinning op de vragen van belijdende en theologische aard altijd nog een tot nu toe onvervulde wens open blijft. De synoden hebben herhaaldelijk uitgesproken dat het zou moeten komen tot een nieuw geschrift waarin de hoofdlijnen van het belijden zouden zijn samengevat. Dit zou zowel naar binnen toe (catechetisch) als naar buiten toe (apostolair) van groot belang zijn voor de kerken. Een nieuw belijdenisgeschrift dus! Maar... , , De Raad is ervan overtuigd dat een dergelijk geschrift niet zomaar gemaakt kan worden, maar dat het eerder moet groeien en wellicht ineen gegeven wordt". Ik vind het positief dat deze overtuiging bij de Raad leeft. Een belijdenisgeschrift is geen maakwerk. Een complicerende factor is ook de ernstige verdeeldheid binnen de , , gereformeerde gezindte". Christelijke-gereformeerden, vrijgemaakt-gereformeerden, mensen uit de diverse Gereformeerde Gemeenten zouden toch bij deze bezinning op aktueel belijden voluit betrokken moeten (willen) worden. Als het ons tenminste te doen is om belijden in gemeenschap met ons gereformeerde voorgeslacht!

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Verstaan wij elkaar onderweg?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's