Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het oudste kerkelijke Handboekje 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het oudste kerkelijke Handboekje 1

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het jaar 1873 werd in een bibliotheek in Konstantinopel een bijzondere vondst gedaan. In een oud middeleeuws handschrift, waarnaar misschien wel eeuwenlang niemand omgezien had, vond een geleerde een afschrift van een boekje, waarvan men wel het bestaan wist, doch dat men reeds lang verloren waande, namelijk „Leer des Heeren, door de twaalf apostelen aan de volkeren." Het was in het Grieks geschreven en het wordt, naar het eerste woord in de Griekse titel, gewoonlijk de „Didachè" genoemd.

Dit boekje is zo belangrijk, omdat het een van de oudste geschriften is van de Christelijke Kerk na het Nieuwe Testament. De schattingen over de tijd, waarin het geschreven is, lopen uiteen. Maar vrij algemeen wordt thans aangenomen, dat dat ongeveer tussen de jaren 90 en 100 moet zijn geweest.

Als we bedenken, dat het laatste bijbelboek geschreven is in diezelfde tijd (de meeste geleerden houden het er voor, dat Johannes op Patmos vertoefd heeft tijdens de vervolging onder keizer Domitianus in de jaren 93 - 96), dai beseffen we, hoe oud dit boekje is.

Wie het geschreven heeft, weten wij niel Wat betreft de plaats, waar het geschreven is de meeste onderzoekers houden het op Syrië hoewel er ook zijn, die Egypte voor mogelij houden. We kunnen het niet nauwkeurige zeggen.

Men kan de Didachè het beste beschouwen al een soort kerkelijk handboekje, waarin allerie praktische zaken uit het kerkelijke leven be handeld worden en adviezen worden gegeven Hier is iemand aan het woord, die bUjkbaa gezag had in de gemeenten van toen en di wijze adviezen geeft. Het is tegelijk een bq scheideil man. Ongetwijfeld zullen de lezer in die tijd wel geweten hebben, wie de schrij ver was. Maar hij vond het niet nodig, zij naam uitdrukkelijk te vermelden.

Wij kunnen daarom nu niet meer zeggen, da dat hij een van de velen zal zijn geweest, di het van de apostelen, of mogelijk van de leei lingen der apostelen, geleerd hadden en op hu

beurt de waarheid Gods weer verder verkondigden en zo de kerk bouwden. Want de kerk gebouwd heeft hij.

Het boekje stond in de oude kerk hoog in aanzien. Verscheidene kerkvaders citeren eruit. Maar, zoals gezegd, het ging in de loop der tijden verloren, totdat een compleet afschrift in het jaar 1873 werd teruggevonden.

Het belang van de Didachè schuilt vooral daario, dat wij door lezing van dit boekje een indruk krijgen van het kerkelijke leven in de oudste nieuwtestamentische kerk, onmiddellijk ^na de tijd der apostelen.

De Didachè telt zestien (korte) hoofdstukken. 'Het boekje begint met eep uiteenzetting van de twee wegen, die aldus aanvangt: „Er zijn twee wegen, de ene des levens en de andere des doods. Doch er is groot verschil tussen de twee wegen .... "

In het zevende hoofdstuk handelt de schrijver dan over de doop. „Aangaande de doop, doopt aldus: Nadat u dit alles tevoren gezegd hebt (namelijk het dooponderwijs), doopt in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes met stromend water. Maar als gij geen stromend water hebt, doopt dan met ander water. En als het niet kan met koud water, dan met warm. En als ge geen van beiden hebt, giet dan driemaal water op het hoofd in de uaam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes."

Men merkt hieruit, dat in die tijd de doop door onderdompeling büjkbaar nog regel was, piaar dat geen principieel bezwaar gemaakt werd tegen de doop door besprenging. Als er geen gelegenheid is om te dopen met stromend , water (dus door onderdompeling), dan mag het ook door besprenging. Dat geldt dan zeker -ook voor ons, zoveel koudere klimaat. Dit is d/an belang, waar er in onze dagen zoveel secrjtariërs zijn, die verachtelijk zeggen, dat „be- (.3prenkeling", zoals dat in de kerk geschiedt, ^een doop is.

n ieder geval diende de doop bediend te woren in de naam van de Drieënige God, waarbij VIattheüs 28 : 19 tweemaal letterlijk aangeiaald wordt.

Pe schrijver van de Didachè laat daar dan nog 3p volgen: „Vóór de doop moeten hij die doopt n hij die gedoopt wordt en zo mogelijk nog pnkele anderen vasten. Ge moet de dopeling )pdragen een of twee dagen te vasten." Dat , aat zien, dat het vasten toen nog een belangijke plaats in het kerkelijke leven innam, zoh we dat ook in het Nieuwe Testament lezen, [p.v. Matth. 6 : 16 - 18, 9 : 15, 17 : 21; Hand. ^0 : 30, 13 : 2, 3. 14 : 23; 1 Kor. 7 : 5.

let is de vraag, of wij de praktijk van het vas- ^en niet al te zeer in onbruik hebben doen ^-aken. Zeker, het gevaar is bijzonder groot van vetticisme. Dan wordt het vasten een verdien- [fteüjk werk, zoals we bij Rome zien. Of dan f^oet het vasten dienen als middel tot afster- , Tng aan het natuurlijk leven. In moderne vorm ^ien we dat tegenwoordig in oecumenische ringen, als vanuit de Raad van Kerken een ekelijkse vastendag gepropageerd wordt in ^\et kader van het streven naar versobering, an krijgt het vasten weer een demonstratief [farakter, zoals dat door Christus zo- duidelijk 'erboden wordt in Mattheüs 6.

jV^aar .anderzijds kenden onze vaderen hun vasen- en bededagen en hebben verschillenden 'an de beste oude schrijvers gepleit voor het 'asten. Maar dan niet als verdiensteli^ werk, naar als uiting van boetvaardigheid en ver- )Otmoediging. Zoals Brakel in zijn Redelijke jodsdienst.

hoofdstuk 8 van de Didachè gaat speciaal )ver het vasten. Duidelijk wordt het ondercheid tussen het vasten der christenen en dat Ier farizeeën aangewezen.

Dan volgen twee hoofdstukken over het Heilig Avondmaal, waarop wij in verband met het woord Maranatha nog uitvoerig terug zullen komen.

Belangrijk voor de ambten zijn de hoofdstukken 11 tot 15. Waar blijft Rome met haar pausen, bisschoppen en kardinalen.? In dit oudste kerkehjke handboekje lezen wij van deze ambten niets, net zo min als er in het Nieuwe Testament zelf iets over te lezen valt. Uit de Didachè blijkt, dat in die tijd de gewone ambten in de gemeenten die zijn van de „opzieners" en de „diakenen".

Beiden worden zij door de plaatseHjke gemeenten gekozen. Dat is blijkbaar bekend genoeg, want er wordt maar weinig van gezegd.

Daarnaast kent men in die tijd, aan het eind van de eerste eeuw, ook nog de bijzondere ambten van apostelen en profeten en leraars. Uit de Didachè kunnen we opmaken, dat dezen rondtrekken van de ene gemeente naar de andere om de gemeenten te bouwen in het geloof. Zij zijn rechtstreeks door de Heilige Geest tot hun bediening geroepen.

Deze buitengewone ambten vinden we ook in het Nieuwe Testament, b.v. üi 1 Kor. 12 : 28. Zie voor de dienst der profeten b.v. Hand. 11 : 27, 28, 13 : 1, 15 : 32, 21 : 10. Bij de apostelen moeten we dan ook niet alleen aan de twaalve denken. Ook in het Nieuwe Testament vinden vnij, dat dit woord soms in breder zin gebruikt is, b.v. Hand. 14 : 14.

De buitengewone ambten heeft de Heere willen gebruiken om de Nieuwtestamentische kerk te funderen. Dan zien we ze verdwijnen in de geschiedenis. Dan heeft de kerk ook de gehele Heilige Schrift, Oude en Nieuwe Testament, als richtsnoer der waarheid.

Dat terugwijken wordt al zichtbaar in de Didachè. Ook is er in die tijd al veel kaf onder het koren: personen die zich valselijk voor apostel of profeet en leraar uitgeven of het ook wellicht wel oprecht van zichzelf menen, zonder nochtans een ware roeping van Godswege te hebben. Daarom geeft de onbekende schrijver regels aan de gemeenten, waardoor zij deze rondreizende apostelen, profeten en leraars kunnen beproeven. Zoals ook reeds Johannes de gemeenten vermaand had dezulken te beproeven, 1 Joh. 4:1 e.v., 2 Joh. : 7 e.v. We moeten weer afbreken. De volgende maal hopen we nog iets mede te delen over de avondmaalspraktijk in dit boekje en in dat verband over het woord Maranatha.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het oudste kerkelijke Handboekje 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's