Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opium en alkohol.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opium en alkohol.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Gispen, de ijverige propagandist van de Gereformeerde Vereeniging voor Drankbestrijding, zendt ons het volgende schrijven :

KERK EN OPIUM.

Geachte Redactie!

In het laatste nummer van De Heidenbode komt in een schrijven van Ds. Adriaanse, eene belangrijke mededeeling voor. „Er zijn, " zoo bericht Ds. Adriaanse aan zijn Kerkeraad, „eenige Chineezen, die ook reeds geruimen tijd „getrouw opkomen onder de prediking en ook „gecatechiseerd worden; bij hun vraag om den „doop, kwam ik voor de moeielijke kwestie „van het opiumgebruik te staan. Ik besprak de „zaak met de broeders, op onze conferentie, „den loden Oct. 1.1. en wij waren, na gehoord „advies van Dr. v. d. Ley, allen van oordeel, „dat niet slechts het misbruik, maar ook het „gebruik van opium, natuurlijk niet als medicijn, „maar als genotmiddel, moet worden afgekeurd, „en meenden, dat, zoolang over deze zaak geen „beslissing door de Kerken is genomen, wij het „veiligst gaan, met aan doopcandidaten den eisch „te stellen, om alle opiumgebruik na te laten. „Wij kwamen echter ook voor de vraag te „staan, hoe dan te doen met lieden, die het „zelf niet gebruiken, maar wel verkoopen. Er „is n.l. een Chinees hier, die een opiumkit „heeft in Wonosobo, en die zegt, het zelf niet „te gebruiken. Ook is er een hier, die deel „uitmaakt van de Konsgi (een soort maat-„schappij), die de opiumpacht heeft, en ook „zegt, het zelf niet te gebruiken. We meenden „dat de eisch moest gesteld, daar eerst mee op „te houden, vóór zij den doop konden ontvan-

„gen. Dit beschouwen wij, als voorloopige "maatregel, het beste; ik hoop de zaak weidra "persoonlijk met u te kunnen bespreken.”

De Geref Zending komt dus te staan voor het moeilijke vraagstuk van het geoorloofde van opium-gebruik. Als voorloopige maatregel hebben de broeders vastgesteld, dat niemar.d tot den doop wordt toegelaten, tenzij dat hij het gebruik nalate en den verkoop stake. Waar in dit vraagstuk döor de Kerken een beslissing zal genomen moeten worden, en uw voorlichting zoo uitnemenden dienst kan doen, om tot een juiste beslissing te geraken, ben ik zoo vrij een hoogelijk te waardeeren antwoord van u te verzoeken op eenige vragen, die bij mij en zeker ook wel bij anderen opkomen, bij het nadenken over bovenvermelde mededeeling.

Ten eerste. Behoort het opium met tot de schepselen Gods, van welke de regel geldt, I Tim. 4) 5 • üWant alle schepsel Gods is goed en er is niets verwerpelijk, met dank-"zefcing genomen zijnde: v/ant het wordt ge-"heiligd door het woord van God, en door het ^crebed ? ”

Ten tweede. Hebben de Gereformeerde Kerken forineel het recht om den Chinees, die gedoopt wil worden, op te leggen het gebruik van opium na te laten?

Ten derde. Hebben de Geref. Kerken zedelijk het recht, den te doopen Chinees het gebruik van opiurn te ontzeggen, terwijl ze aan haar leden het gebruik van sterke dranken als genotmiddel toelaten, den verkoopers den toegang tot het H. Avondmaal niet ontzeggen terwijl toch deze dranken een soortgelijke uitwerking hebben op het persoonlijk leven en het volksleven in Indië?

Ten zeerste zal ik u, geachte redactie, dankbaar zijn indien u aan dit schrijven e^nige plaatsruimte wilt afstaan, en uw zoozeer gewenschte voorlichting wilt geven in dit metterdaad moeilijk vraagstuk.

Met de meeste hoogachting. Uw Diu. Dienr. en Br.

Baarn, 3 Febr. 1902.

Wij willen gaarne Ds. Gispen ter wille zijn door zijn drietal vragen onder de oogen onzer lezers te brengen; maar wij vreezen dat een dergelijke propaganda aan de goede zaak, die hier bedoeld wordt, eer schaadt dan baat.

Ook Ds. Gispen kent wel het omtie nimium nocet.

De strijd van Ds. Gispen en de zijnen gaat niet alleen tegen het misbruik maken van sterken drank als jenever enz., maar ook tegen het gebruik van alle alkohol bevattende dranken, als wijn, bier enz. Niet omdat Ds. Gispen deze dranken op zichzelf als verkeerd beschouwt, maar omdat de algemeene drankzonde z. i. aan elk Christen de verplichting oplegt zich geheel van deze genotmiddelen te onthouden. Het misbruik heft volgens hem onder bepaalde omstandigheden het recht tot gebruik op.

Onze lezers weten, dat de Heraut dit standpunt niet deelt. Hoezeer wij met Ds-Gispen de drankzonde verfoeien en van oordeel zijn, dat tegen deze volkszonde niet ernstig genoeg de strijd kan worden aangebonden, de algeheele onthouding van alle akoholbevattende dranken als plicht aan elk Christen voor te schrijven, dunkt ons met de Schrift in strijd te zijn.

Het voorbeeld, waarop Ds. Gispen zich thans beroept, zegt in deze niets.

Nog daargelaten, of de Indische Kerken goed deden met niemand als lid der Kerk aan te nemen, die de verfoeilijke gewoonte van het opiumschuiven aanhoudt, staan de beide gevallen hier volstrekt niet gelijk.

Opium is een door. God ons geschonken geneesmiddel, dat als zoodanig veel smart en pijn verzacht heeft. Maar als genotmiddel, in hoe geringe mate ook gebruikt, is het een langzaam maar zeker doodend vergif Wie zich aan het opiumschuiven overgeeft, begaat dus zeer beslist zonde tegen het gebod: gij zult niet doodslaan.

Het kwaad schuilt hier niet in het misbruik, maar in het gebruik. Elk ander gebruik van opium dan als tijdelijk geneesmiddel, is daarom als zonde te veroordeelen. Het staat gelijk met een zelfmoord. Een matig gebruik van opium is ondenkbaar, omdat zelfs de kleinste hoeveelheid, geregeld gebruikt, de schrikkelijkste gevolgen heeft, een totale verwoesting van ziel en hchaam beide.

De opiumschuiver kan zich daarom niet op I Tim. 4 : 4, 5 beroepen. Als de Apostel daar zegt, dat alle schepsel Gods goed is en met dankzegging mag genoten worden, dan beteekent het woord alle hier evenmin als elders: lles zonder eenige uitzondering, maar alles wat God den mensch tot zijn gebruik gegeven heeft. Niemand zal er aan denken, op grond van dit woord, rattekruid te gaan eten, chloroform te gaan ruiken, enz. Rattekruid en chloroform zijn door God ons geschonken als geneesmiddelen, maar elk ander gebruik gaat in tegen het door God gestelde doel en is daarom als zondig af te keuren.

De conclusie, die Ds. Gispen uit dit voorbeeld trekt, zou dus alleen dan opgaan, wanneer alle alcohol bevattende dranken, evenals opium, een zeker werkend vergif waren, dat alleen als geneesmiddel mag gebruikt worden, maar niet als genotmiddel.

Nu leert ons de Schrift dat aangaande de akoholbevattende dranken niet. Eer het tegendeel. God heeft den wijn geschonken, zegt de Psalmist, niet als een geneesmiddel, maar tot verheuging des harten. En Christus heeft niet alh en op de bruiloft te Kana water in wijn veranderd, om de feestvreugde te verhoogen, maar aan het Avondmaal den wijn zelfs als teeken en symbool van zijn vergoten bloed gesteld.

Wij hebben hier dus een uitdrukkelijk getuigenis van de Schrift zelf, dat de wijn' een door God geschonken gave is om den mensch te verblijden; een gave, waarvan het voortdurend gebruik bij het Avondmaal zelfs geen zin zou hebben, wanneer het dagelijksch gebruik, om welke redenen dan ook, gevaar aanbood voor den gebruiker. Wel weten wij, dat een tijdlang de doctoren, tegen dit getuigenis der Schrift in, ook het matig gebruik van deze alcoholbevattende dranken toch in meerdere ol mindere mate gevaarlijk hebben verklaard voor de menschelijke constitutie, en daarom op volkomen onthouding van sterken drank, wijn en bier enz. hebben aangedrongen, maar in de kringen der medici komt men zelf reeds op dit voorbarig oordeel terug.

Op de prijsvraag, onlangs uitgeschreven door de Société francaise d'hygiène: wat men drinken moet, hebben de beroemdste geleerden geantwoord, dat een matig gebruik van natuurlijken wijn, cider, bier enz., niet alleen volkomen onschadelijk was, maar zelfs in vele gevallen aanbeveling verdiende. Degene, wiens antwoord met goud bekroond werd, was zelfs van oordeel, dat een dagelijksch gebruik van onvervalschten wijn tot het maximum van een hter, de voeding aanvulde en versterking schonk aan personen, die zwaren lichamelijken arbeid te verrichten hadden, zooals werklieden, boeren en soldaten. Wij laten de juistheid van dit advies geheel in het midden, maar constateeren alleen, dat de geneeskundigen volstrekt niet eenpiirig van oordeel zijn, dat een matig gebruik van wijn gevaar oplevert.

Gelooft Ds. Gispen, dat één doctor van naam een dergelijke verklaring aangaande het opiumgebruik zou willen afgeven?

Waar opium en alcoholbevattende dranken als genotmiddelen niet in één adem mogen genoemd worden, het eerste een zeer ernstig vergif is, dat, regelmatig gebruikt, zelfs in de kleinste hoeveelheden naar aller oordeel den mensch zedelijk en lichamelijk verwoest, en de tweede, volgens de Schrift en de ervaring, bij matig gebruik geen gevaar opleveren en een door God ons geschonken gave zijn, — daar valt de conclusie, die Ds, Gispen uit het verbod der Indische kerken trekt, van zelf weg.

Hij vergat, dat alleen gelijk met gelijk kan vergeleken worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Opium en alkohol.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's