Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Quinctilius Varus, geef mij mijn legioenen terug''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Quinctilius Varus, geef mij mijn legioenen terug''

Germanen lokten Romeins leger in de val bij Kalkriese

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was een verpletterende nederlaag die de Romeinen leden in het jaar 7 na Christus. In Germaans gebied ten noorden van de Rijn werd veldheer Quinctilius Varus met drie legioenen in de val gelokt en door de Germanen verslagen. Lange tijd heeft men niet geweten waar de slag precies heeft plaatsgevonden. Bij het plaatsje Kalkriese, aan de noordkant van het Teutoburgerwoud, heeft men kort geleden vondsten gedaan die er duidelijk op wijzen dat dit de plaats is waar het drama zich heeft afgespeeld.

,,Het was verraad, gemeen verraad", zegt Albert Luijken terwijl hij een voorwerp afborstelt dat zojuist uit het zand te voorschijn is gekomen. Het zou een stuk van een wapen kunnen zijn. Of een gedeelte van een strijdwagen. Het verdwijnt in een zak: Op de universiteit zal straks worden vastgesteld of het werkelijk van de Romeinen stamt. Zo ja, dan is het een van de zoveelste bewijzen zijn dat hier bij Kalkriese de beruchte Varus-slag plaatsvond.

Mistig verleden
Luijken is een Nederlandse archeoloog die als vrijwilliger helpt bij de opgravingen in Kalkriese. Zijn sympathie gaat duidelijk uit naar de Romeinen, die in het Germaanse rijk vrede en beschaving wilden brengen. De Duitse archeologen zijn meer op de hand van de Germanen, hun voorouders, die het onoverwinnelijk geachte Romeinse leger zo'n zware klap toebrachten. „Maar de samenwerking bij de opgravingen gaat uitstekend", zegt Luijken. „Het is ons er allemaal om te doen meer duidelijkheid te krijgen over wat zich hier in de mist van de oudheid heeft afgespeeld. We weten in ieder geval dat de Germanen met zo'n 6.000 man het Romeinse leger hier hebben overvallen. Dat Romeinse leger bestond uit drie legioenen, in totaal zo'n 10.000 geoefende en zwaar bewapende legionairs. Daarnaast was er nog een legertros, die uit nog eens 10.000 man bestond." Hoe het mogelijk was dat zo'n goed getraind leger door een stel barbaren werd verslagen, is voor Luijken geen raadsel. „Een klassiek geval van gemeen verraad", zegt hij.

Verraad
„Veldheer Varus is bedrogen door een van zijn officieren, Arminius, die hem overhaalde een omweg door het Teutoburgerwoud te maken. Hoewel Arminius van oorsprong een Germaan was, werd hij door Varus volstrekt vertrouwd: Hij was in het Romeinse leger opgeleid en had een hoge positie verworven. Dat hij opeens weer naar het Germaanse kamp zou overlopen en de Romeinen naar een hinderlaag leiden, had niemand verwacht." In Rome was men verbijsterd toen daar kort na de slag de berichten doordrongen van de nederlaag. Drie legioenen onder leiding van de veldheer Varus verslagen door een stelletje barbaren? Wat een schande, vooral daar tijdens de slag ook de drie legioensadelaars in handen van de Germanen waren gevallen. „Quinctilius Varus, geef me mijn legioenen terug!", zou keizer Augustus hebben gejammerd toen hij van de jobstijding hoorde. Jarenlang zou de keizer op de verjaardag van de verloren slag hebben gerouwd. De nummers van de in de pan gehakte legioenen werden nooit meer gebruikt.

Slagveld
Het is nog maar sinds 1987 dat men weet waar de juiste plaats is van de veldslag. Gissingen zijn er in de loop der tijd talloze geweest: Meer dan zevenhonderd mogelijke slagvelden zijn er reeds aangewezen. De meest waarschijnlijke plaats werd tot nu toe het "Winfeld" geacht, in de buurt van Detmold. Ten onrechte is men er echter van uitgegaan dat deze naam als "veld van de overwinning" vertaald moest worden. Vlak bij dit zogeheten "Winfeld" is eind vorige eeuw het pompeuze Hermannsdenkmal opgericht. Ter ere van Arminius, wiens naam ook al verkeerd vertaald werd in "Hermann". Maar archeologische vondsten zijn er nooit gedaan. Evenmin als bij de honderden andere mogelijke slagvelden. Eind vorige eeuw werden er bij Kalkriese gouden en zilveren Romeinse munten gevonden. Maar dat deze iets met de Varus-slag te maken zouden hebben, geloofden de geleerden niet: Soldaten liepen immers niet met gouden en zilveren munten op zak. Toch begon in 1987 een Britse amateur-archeoloog, J.A.S. Clunn, die als majoor in Osnabrück gelegerd was, rond Kalkriese te zoeken. Hij vond nog meer munten en wat belangrijker is: een paar loden voorwerpen die door deskundigen werden geïdentificeerd als slingerkogels. Die konden alleen maar van Romeinse legionairs afkomstig zijn. Zou hier dan toch de beruchte Varus-slag hebben plaatsgevonden?

Masker
De universiteit van Osnabrück begon nu systematisch opgravingen te doen bij Kalkriese en vond een groot aantal voorwerpen die er ontegenzeggelijk op duidden dat hier de slag heeft plaatsgevonden: Er werden gedeelten van Romeinse uitrustingsstukken gevonden, een ijzeren Romeinse bijl en ook een prachtig verzilverd gezichtsmasker van een Romeinse helm. In totaal zijn er reeds meer dan duizend voorwerpen gevonden die allemaal een militair karakter hebben. Onder de vele munten zijn er drie met de inscriptie VAR, een afkorting van Varus. De plaats bij Kalkriese komt ook goed overeen met de omschrijving die de geschiedschrijver Tacitus van het slagveld heeft gegeven in zijn "Germania". De oude heerweg kronkelt hier in een nauwe doorgang tussen een vrij steile heuvelrug aan de ene kant en een moerasgebied aan de andere kant door. Het Romeinse leger was verplicht in een smalle kolonne langs deze plaats te trekken. Bij een aanval waren de soldaten niet in staat zich te groeperen en de normale verdedigingstactieken uit te voeren. Ideaal dus voor een hinderlaag.

Hinderlaag
Tijdens de opgravingen bij Kalkriese zijn ook de resten van een aarden wal teruggevonden die de Germanen over een lengte van honderden meters hadden opgeworpen. Door deze wal werd als het ware een ketting van hinderlagen gevormd en was de weg naar de heuvels voor de Romeinen afgesloten. Door enkele beekjes om te leiden was het gebied voor de wal een drassige toestand geworden. De enige vluchtweg voor de Romeinen was het moeras, waar ze met hun zware uitrustingsstukken snel bleven steken. „Je kunt je afvragen hoe Varus zo dom kon zijn zijn leger in een lange sliert door die nauwe doorgang te laten trekken en de zaak niet eerst te verkennen", zegt Luijken. „Maar Varus was totaal niet verdacht op een Germaanse aanval. Het leger was op de terugtocht naar de winterkwartieren in Xanten, na een veldtocht door het Germaanse gebied ten noorden van de Rijn die zonder noemenswaardige gevechten was verlopen. Alles leek rustig. Niemand vermoedde dat Arminius een verrader was. In werkelijkheid had hij diverse Germaanse stammen overgehaald met elkaar samen te werken en een hinderlaag bij Kalkriese op te stellen. Het was een van de weinige keren dat een groot aantal Germaanse stammen met elkaar samenwerkten. Met desastreuze gevolgen voor de Romeinen."

Verloren
De slag duurde drie dagen. Toen zag Varus dat zijn zaak verloren was en stortte hij zich in zijn zwaard, samen met andere Romeinse bevelhebbers. De Germanen achtervolgden de vluchtenden en plunderden de legertros. Slechts weinigen van de drie legioenen hebben het drama overleefd. De nederlaag bij Kalkriese heeft grote gevolgen gehad voor de loop der geschiedenis. Door de catastrofe besloten de Romeinen als noordgrens de Rijn te handhaven en niet de veel noordelijker gelegen Elbe, zoals ze eerst van plan waren. Was dat wel het geval geweest, dan zou Europa er nu waarschijnlijk anders hebben uitgezien. „Waarschijnlijk hadden wij nu in Nederland geen Germaanse, maar een Romaanse taal gesproken", zegt Luijken.

---
Informatie
Wie het gebied van de opgravingen wil bezoeken, is in Kalkriese van harte welkom. Zelf gaan spitten in de bodem, waarvan nog maar 1 procent is onderzocht, is echter streng verboden. Wel kan men een wandeling maken en een bezoek brengen aan een klein museum waar de laatste vondsten zijn tentoongesteld. Kalkriese is makkelijk te bereiken door vanaf Osnabrück de Al te volgen richting Bremen. Bij afslag Bramsche de snelweg verlaten in de richting Minden. Na enkele kilometers ziet men dan de bordjes "Archeologische Aufgrabungen".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 april 1996

Terdege | 96 Pagina's

Quinctilius Varus, geef mij mijn legioenen terug''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 april 1996

Terdege | 96 Pagina's