Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Houdt het huwelijk hoog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houdt het huwelijk hoog

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

HET ZEVENDE GEBOD

Tot nog toe beschouwden we het huwelijk 1. in de lichtkring van de schepping 2. in het schemerlicht van de onderhouding 3. transparant tot op de verzoening We voegen er nu tenslotte nog aan toe:4. in het perspectief van de voltooiing.

Man en vrouw zijn in het christelijk huwelijk niet alleen bondgenoten, maar ook reisgenoten. Het christelijk gezin is niet alleen een kerkje in de kerk, maar ook een reisgezelschap dat deel uitmaakt van het pelgrimerende volk Gods. Immers, we hebben hier geen blijvende stad, maar we zoeken de toekomende. Dit brengt toch ook een zekere relativering van het huwelijk met zich. Denken we maar eens aan de volgende Schriftplaatsen:

„Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven — maar zij zijn als engelen Gods in de hemel" (Matth. 22 : 30). Enigszins uitvoeriger is Lukas 20 : 34 — 36 waar nog duidelijker uitkomt dat trouwen iets is van deze aeoon, van deze vergankelijke tijd.

„De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven — maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden..."

Bijzonder het bekende hoofdstuk 1 Kor. 7, waarin Paulus pastoraal ingaat op vragen rond het huwelijk die hem vanuit de gemeente hebben bereikt, stelt uitdrukkelijk het eschatologisch voorbehoud van het huwelijk. Man en vrouw zijn ook maar aan elkaar geleend. Laten ze niet in elkaar óp gaan, laten ze niet vanwege hun huwelijksgeluk de vreemdelingschap vergeten:

, „Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is — opdat ook die vrouwen hebben, zouden zijn als niet hebbende... en die deze wereld gebruiken, als niet misbruikende; want de gedaante dezer wereld gaat voorbij" (1 Kor. 7 : 29 — 31).

Het schema van deze bedeling is maar tijdelijk. Daarom is het schema van het christelijk huwelijk een reisschema. Niet alleen omdat de dood de huwelijkspartners na korter of langer tijd kan scheiden — maar toch vooral omdat, als het goed is, de verwachting van Christus' nabije komst het verlangen naar een lange huwelijksperiode overtreft. Heel concreet gezegd: bruid en bruidegom hebben, in het geloof, óók op hun trouwdag, liever dat Christus vandaag of morgen verschijnt in Zijn heerlijkheid, dan de garantie van eens een gouden huwelijksjubileum te zullen vieren! Het huwelijk in het perspectief van de voltooiing brengt relativering en oriëntering van het huwelijk met zich.

Relativering

Een van de vragen die een hoofdstuk als 1 Kor. 7 oproept is die of de vrijgezel Paulus niet al te negatief over het huwelijk spreekt — hij schrikt immers niet terug voor krasse uitspraken als:

„het is een mens goed geen vrouw aan te raken", „ik houde dan dit goed te zijn, om de aanstaande nood , dat het, zeg ik, de mens goed is alzo te zijn." (namelijk ongehuwd; vers 1, 26).

Een uitstekende uitleg van deze woorden en van het gehele hoofdstuk 1 Kor. 7 is te vinden in het boekje van dr. J. van Bruggen: „Het huwelijk gewogen". Enkele hoofdgedachten daaruit wil ik hier weergeven. Paulus is geen anti-feminist. Hij waarschuwt niet mannen voor vruowen, maar leert dat sexuele omgang voor mensen geen onmisbare zaak is. De stilzwijgende vooronderstelling van onze tijd is dat de mens sexueel 'aan zijn trekken' moet komen. Dat geldt dan ook de homofiele of de pedofiele mens. Zo gaan vergoddelijking en verdierlijking van de sex gelijk op. Maar: wat móét in de gesloten wereld van Eros, hóéft niet in de wachtkamer van Christus. De wereld van Eros, de liefdegod, leeft bij het 'pluk de dag'. Maar de christen weet dat hij of zij niet uit dit leven behoeft te halen wat er in zit. Daarom is dan ook vanuit het bijbels getuigenis zowel het idealiseren van het ongetrouwd blijven als het romantiseren van het huwelijk misplaatst. De ongehuwde is niet incompleet of zielig. Hij of zij behoeft zich dat in elk geval niet te laten aanleunen.

De levensweg van de ongehuwde is een eigen roeping en geschenk. Het is góéd!

Paulus is in zijn pastoraat 'bij de tijd'. Maar in dit laatste der dagen geldt 'kerktijd is nu nog noodtijd'. Vanuit dit tijdstip motiveert Paulus zijn vermaningen. In een noodtoestand heb je het met z'n tweeën zwaarder dan alleen. Dat is een respectabele overweging om van het huwelijk at te zien. Het is niet zo dat voor Paulus het huwelijk maar 'tweede keus' zou zijn en dat hij een tegenstelling zou scheppen tussen God dienen en trouwen. Wel wijst hij er op dat het huwelijk het geloof en de toewijding aan de Heere voor de voeten kan gaan lopen.

Niet alleen Paulus laat positieve klanken horen over het ongehuwd zijn. Wie maar halsstarrig de ongetrouwden als zielepieten blijft bekijken die toch hun eigenlijke bestemming hebben gemist, leest zijn bijbel slecht.

Dr. W. Aalders heeft in zijn boek 'Man en vrouw in een revolutionaire tijd' een treffend hoofdstuk over de ongehuwden geschreven. ik citeer: 'Het belangrijkste is misschien wel, dat de ongehuwden en eenzamen zouden moeten leren hun eigen levenssituatie als ongehuwden minder meewarig, minder zielig, minder beklagenswaardig te zien. Zij moeten gaan ontdekken dat, hoe hoog de Bijbel het huwelijk ook mag waarderen, diezelfde Bijbel het huwelijk zeker niet als de enige, en zelfs niet als de hoogste levensmogelijkheid ziet. In de bijbelse sfeer vertegenwoordigt het ongehuwd-zijn een eigen roeping, een eigen weg, v een-eigen bestel, dat gelijkwaardig is aan het gehuwd-zijn' (blz. 90).

De Duitse theoloog Hermann Schelkle schrijft: 'De kerk leeft altijd in de hoop op de komst van haar Heere en altijd in de verwachting en de tegenwoordigheid van deze komst. De ongehuwden vormen die stand in de kerk die om de voortdurende bereidheid uit te drukken vrij wil zijn van alle andere bindingen. Het ongehuwd-zijn is het eschatologische teken van de kerk.'

Dat betekent dat de ongehuwde christenen voor de gehuwden tot een teken zijn gesteld. Een teken van de komende Bruidegom en de naderende, dag van de bruiloft van het Lam. Zo kunnen de getrouwden van de ongehuwde broeders en zusters leren hun eigen huwelijk te relativeren in het licht van Christus' wederkomst!

Niet tot een trouwdag komen is voor de christen eigenlijk zo belangrijk niet — in elk geval niet van beslissende betekenis. De diepste en hoogste bestemming van de mens is niet het getrouwd-zijn, maar de verbondenheid met de Heere in leven en sterven.

Oriëntering

Zoals een magneet alle ijzerdeeltjes op een tafel naar zich toe trekt en ze in een nieuwe orde'plaatst, zo wordt het christelijk huwelijksleven beheerst door de hoop. Lukas 12 : 35 — 40 kon model staan voor het huwelijk in het perspectief van de voltooiing. Er brandt licht in de woning en het straalt naar buiten, ook midden in de nacht van de tijden. In die woning zijn een dienstknecht en dienstmaagd gehuisvest, die waakzaam

en werkzaam hun Heere verbeiden. Niet zij, maar Hij is de baas over dat huis. Niet zij maken de dienst uit, maar Hij heeft hen in Zijn dienst. 'Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.'

In deze werkzaamheid en waakzaamheid kunnen man en vrouw niet hun eigen geluk en genot de hoogste plaats geven, zij kunnen zich niet afsluiten voor de nood van de kerk en van de wereld. De christelijke hoop is bepalend in de beslissingen die zij nemen inzake gezinsvorming en bezitsvorming. Man en vrouw wonen niet samen op een geïsoleerd eilandje van geluk. Dietrich Bonhoeffer schreef in een schets voor een trouwpreek: 'Huwelijk betekent méér dan alleen uw liefde voor elkaar. Het is van hoger rang en heeft een hoger gezag. Want het is een heilige instelling Gods, waardoor Hij Zijn mensheid tot het einde der dagen wil bewaren. In uw liefde bent u beiden alleen op de wereld; in het huwelijk echter zijt ge een.schakel in de keten der geslachten, die God doet komen en gaan tot Zijn eer, en die Hij roept tot Zijn Rijk.'

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Houdt het huwelijk hoog

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's