De herders
O Morgenster, o Zonnelicht, verdrijf de dikke duister, * opdat ons zoekend aangezicht ziet schitt'ren Uwe luister —'
Wij stonden in het hemels licht, toen d' engel ons verkondde Uw komst in 't vlees, als hulploos wicht, op 't aardrijk vol van zonde —
Nog staan wij in de duisternis, terug in d aardse zorgen .... Het eng'lenlied sprak ons gewis van naderende morgen!
Wij zoeken stafig op t donk're pad met hongerende zielen naar 't Broodhuis, de voorzegde stad, om voor U neer te knielen.
O Morgenster, md onze schreón naar Uwe kribbe^ leidden ; breek heerlijk door de duister heen, dal w' ons in U verblijden !
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1949
Daniel | 8 Pagina's