Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekenschap

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het aantal boeken over de islam is allang niet meer bij te houden. In deze rubriek plaatsen we een overzicht van een aantal uitgaven die interessant kunnen zijn voor lezers van Zicht.

Prof. dr, Gerrit Manenschijn, Religie en haat. Oi'er ideologisch gemotiveerd terrorisme, uitgeverij Ten Have, Kampen 2005; 284 blz.; prijs € 19, 90.

De emeritus hoogleraar ethiek in Kampen en Amsterdam Iaat in dit boek zien welk explosief materiaal religie is. De Bijbel en de koran tonen volgens hem aan hoe gruwelijk en bloedig in naam van God afgerekend kon worden met een volksvijand. Moorddadige zelfmoordaanslagen die onder het aanroepen van de naam van Allah regelmatig worden uitgevoerd, borduren voort op een oeroude traditie. Als we tegenwoordig spreken over religieus gemotiveerd terrorisme, dan hebben we het vooral over islamitisch terrorisme. Manenschijn stelt dat het niet belangrijk is te weten wat de juiste exegese is van omstreden 'geweldteksten' uit de koran, maar hoe fundamentalistische gelovigen deze lezen én in praktijk brengen. Een vergelijking van Bijbelen koranteksten laat volgens hem zien dat de wortels van het religieus gemotiveerde terrorisme in alle heilige boeken van jodendom, christendom en islam te vinden is. Wat dat betreft, doen deze drie 'religies van het boek' niet voor elkaar onder. Hij stelt daarom dat ethische kritiek op Bijbel en koran geboden is. Alleen die religies die ethisch door de beugel kunnen, hebben toekomst in een wereld van doorgaande mondialisering van economie, politiek en migratie.

Toch komt het christendom er gunstiger af vergeleken met de islam. Manenschijn constateert dat de Bijbel in tegenstelling tot de koran een aanzet biedt voor een scheiding van kerk en staat en de koran niet. Hij vindt dat verklaard moet worden waarom alleen in sommige moskeen haat wordt gepreekt en in geen enkele kerk of synagoge. Manenschijn roept verder de kerken op duidelijkheid te verschaffen over hun positie in de multi­ culturele samenleving. Hij is van mening dat christenen de islam als iets totaal anders moeten beschouwen dan jodendom en christendom, maar pleit ook voor handhaving van artikel 23 van de Grondwet tegenover Verlichtingsfundamentalisten die dit artikel willen afschaffen om het stichten van islamitische scholen tegen te gaan. Manenschijn zoekt een middenweg tussen Geert Wilders ("islamofobie") en Geert Mak ("multicultureel gepamper"). Scherp is hij in zijn veroordeling van het moslimterrorisme, maar ook even scherp naar Theo van Gogh die hij kwalificeert als de "ongekroonde koning van het scheldwoord.”

De Amerikaanse regering heeft nadrukkelijk verklaard dat de strijd tegen moslimterrorisme geen strijd is tegen de islam. Van de zijde van de islam ligt dat een "tikje anders", zegt Manenschijn ironisch. "Osama bin Laden en Al-Qaeda hebben een jihad tegen de joden en de kruisvaarders uitgeroepen en verklaard dat het doden van Amerikanen en hun bondgenoten een plicht is voor elke moslim." In islamitische landen zijn joden en christenen tweederangsburgers. In Saoedi-Arabië mogen zelfs geen kerken of synagogen worden gebouwd. "Dat in het Westen wel moskeeën mogen worden gebouwd is mede te danken aan de christelijke traditie van de scheiding van kerk en staat." Manenschijn vindt de islam eigenlijk helemaal niets en acht jodendom en christendom in religieus, cultureel en intellectueel opzicht hoger aan dan de islam. Maar de islam heeft recht op een gelijkwaardige behandeling. Turkije moet een onbevreesd 'ja' krijgen voor toelating tot Europa. De auteur wenst geen angst voor de islam, noch wil hij Europa voor authentiek christelijk verklaren. Hij zegt een vastberaden nee tegen de naar islamofobie neigende ideologie van Geert Wilders. Maar van de islam verwacht

Dr. K. van der Zwaag REDACTIELID VAN ZICHT

hij ook een duidelijk nee tegen een God van geweld en terreur en een even duidelijk ja tegen de God van liefde en vrede.

Ergun en Emir Caner, Islam ontsluierd, uitgeverij Gideon, Hoornaar, 2006; 304 blz.; prijs € 17, 50.

In dit boek geven twee insiders inzicht in de leef-en gedachtenwereld van moslims. Het zijn de broers Ergun en Emir Caner. 2e werden opgevoed als soennitische moslims, maar op de middelbare school werden ze christen. Beiden zijn professoren aan Amerikaanse universiteiten. Zij geven een helder inzicht in het godsbeeld en de religie van de islam. De god van de islam is een god van de weegschaal.

“Allah moet aanbeden worden, punt uit. Wie dat niet doet, moet worden verslagen, uitgestoten of het zwijgen worden opgelegd. Het centrale thema is niet de bekering maar de verovering van de ongelovige wereld" (136). De moslims zetten hun zaak nog steeds met veel geweld kracht bij. De militante islam zit volgens de auteurs nog steeds in de lift. De islam volgt het principe dat andersgelovigen niet mogen worden aangemoedigd of de kans mogen krijgen om te getuigen. Terwijl in westerse landen de moslims de afgelopen eeuwen steeds meer vrijheid en acceptatie ondervonden, biedt geen enkele moslimoverheid christenen volledige godsdienstvrijheid, ja, riskeren zij de doodstraf gevangenneming of gedwongen bekering tot de islam.

De terroristen die in de VS de aanslagen pleegden waren niet een of andere randgroep die de koran verdraaide voor eigen politieke doeleinden. "Ze begrepen de Koran heel goed en volgden de leer van de jihad tot op de letter" (215). De terroristen die bij de aanslagen omkwamen, geloofden oprecht dat Allah al hun zonden zou vergeven. Moslims willen geen christelijke zendelingen in hun landen, maar ze zijn wel vastbesloten om de islam over de hele wereld te verbreiden.

Frank Peters, Islam en de joods-christelijke traditie, uitgeverij Boom, Meppel, 2005; 304 blz.; prijs €24, 50. Dit boek van de hoogleraar geschiedenis, religie en Midden-Oosterse studies in New York, biedt een helder overzicht van de geschiedenis en de hoofdleringen van de islam vergeleken met de joods-christelijke traditie. Het valt op hoe feller de islam wordt naarmate haar boodschap afgewezen wordt. De spotters en ongelovigen worden nu scherp veroordeeld: hun wacht de brandende hel, terwijl voor de gelovigen een waar paradijs van vrede en aangename rust bestemd is. Van meet af aan bestond binnen de gemeenschap (umma) van Allah de spanning tussen de gedachte dat de islam een universele religie was (die de trouw eiste van de hele mensheid), en het idee dat de Arabieren de laatste versie waren van het uitverkoren volk. Mohammeds eerste zorg was om zijn monotheïstische gemeenschap te onderscheiden van de afgoderij en het veelgodendom in Mekka en de rest van Arabic. De gelovigen en degenen die zich overgeven (muslimun) staan tegenover de ongelovigen en afgodenaanbidders. De koran begint de moslims steeds meer te onderscheiden van joden en christenen. Dat gebeurt met de notie van het "geloof van Abraham", het geloof van een gemeenschap die nog ouder is dan het jodendom en christendom en waarvan de moslims de meest authentieke vertegenwoordigers zijn.

Is de islam een religie van geweld? De koran stelt in soera 2:256: Er is geen dwang in de godsdienst", maar de algemene tendens is volgens Peters duidelijk: e mensen van het Boek moeten bestreden worden totdat zij zich overgeven en het tribuut betalen dat van de overwonnen geëist wordt. Een hadith zegt: Zij die weigeren de islam te aanvaarden zouden ter dood gebracht moeten worden." De meest duidelijke oproep tot geweld is in soera 9:5: Dood de polytheisten waar u hen vindt". In theorie is het Huis van de Islam (het gebied waar het recht en het gezag van de islam heersen), in permanente staat van oorlog met Huis van de Oorlog, de landen die nog niet onderworpen zijn aan de islam. De jihad is het instrument om die onderwerping te bereiken. De vijandelijkheden tussen de beide sferen kunnen worden opgeschort door middel van bestanden en wapenstilstanden, maar ze kunnen nooit worden beëindigd door het sluiten van vrede. Alleen onderwerping geeft de oplossing. De schrijver concludeert dat fanatisme verankerd zit in de genen van alle drie de monotheïstische gemeenschappen, maar het kan zich het meest onbelemmerd uiten in de islam. Deze heeft vanaf het begin geen andere soevereiniteit heeft erkend dan die van God, terwijl joden en christenen zich doorgaans moesten aanpassen aan seculiere staten die over hen heersen.

Uitgeverij Buijten & Schipperheijn gaf enkele interessante publicaties over de islam uit vanuit orthodoxchristelijk perspectief. Dat is bijvoorbeeld een praktisch getoonzet boekje over het christelijk geloof voor moslimjongeren. In Wat zijn de zuilen van het christelijk geloop (70 pagina's, €7, 50) worden 100 vragen gesteld door moslims en vervolgens beantwoord vanuit de christelijke leer. Het boekje is geschreven door islam-kenner Herman Takken, werkzaam bij stichting Evangehe en Moslims.

Samen met Willem van der Deijl schreef hij ook Hoop voor moslimjongeren (80 pagina's, € 8, 50). Daarin staan artikelen over de complexe leefwereld van moslimjongeren in Nederland, de mogelijkheden om de missionaire uitdaging aan te gaan en een interview met drie directeuren van 'gekleurde' scholen: Ton Senf, Jan Boer en Kars Veling. Uit dit boekje blijkt dat vrijwel alle jonge Turken en Marokkanen in Nederland zich sterk identificeren met de islam. Voor de meesten van hen is moslim-zijn een belangrijk deel van hun zelfbeeld. Het aantal moslimjongeren dat bewust kiest voor de islam neemt toe. Terwijl het dagelijkse nieuws zich focust op een bedreigende, politieke en gewelddadige islam, groeit in Nederland het aantal moslims dat zich met heel anderen dingen bezig houdt en vooral de geestelijke waarde van de islam beleeft, aanleunend tegen een (gematigde) soefï-interpretatie van de islam.

In de discussie rond de islam komt vaak de positie van de vrouw naar voren. Twee christenen van verschillende afkomst, Ida Glaser (Edinburgh) en Napoleon John (Pakistan) onderzoeken de spanning tussen de traditioneel-islamitische leer over de vrouwen en de manier waarop moslimfeministen hun eigen religieuze geschriften interpreteren. In het boek Geliefde of gevangene? Christenen denken na over vrouwen en de islam (240 blz.; prijs € 17, 50) leggen zij de vinger bij de vernedering van vrouwen in islamitische culturen, maar ook bij ontsporingen in de christelijke traditie. De islam heeft hervormingen gebracht en het leven voor vrouwen in het Arable in de tijd van IWohammed verbeterd, maar de islam bevat ook regelingen die onderdrukking van vrouwen in de hand werken. Een man kan bijvoorbeeld van zijn vrouw scheiden naar zijn eigen goeddunken, waarbij de vrouw rechteloos achtergelaten wordt. Vooral in moslimlanden is de situatie soms dramatisch, getuige de voorvallen die in het boek te lezen zijn. Ook aangaande de eeuwige bestemming van de mens is het schokkend te lezen dat er in Pakistan een gezegde luidt: "Terwijl er van elke duizend mannen slechts één naar de hel zal gaan, zal er van elke duizend vrouwen slechts één in de hemel worden aangetroffen." De schrijver Napoleon John commentarieert: "In haar tegenwoordige leven is ze het slachtoffer van een godsdienst en in het hiernamaals zal ze het slachtoffer van dezelfde godsdienst blijven. Op deze wereld wordt ze misbruikt en veracht. In het hiernamaals loopt ze het gevaar van het eeuwigdurende vuur van Allah" (p. 96).

Een sterke nadruk op het gewelddadige karakter van de islam lezen we in het boekje van ds. K. Moshé Pülz, Religieuze achtergronden van het terrorisme vanuit de leer van de islam (uitgave van Stichting ZeLeM-Nederland. Postbus 45, 9200 AA Drachten, zelem'" planet.nl). Mohammed verbreidde zijn geloof met wapengekletter en dat is ook nu nog het geval. Het boek wil het westen maar ook de kerken wakker schudden in verband met de toenemende infiltratie door de islam. Het boek is wat rommelig geschreven maar opent wel de ogen voor een wereldwijde opmars van een gewelddadige religie.

Gelijkwaardig is de brochure van Abd al-Masih, De heilige oorlog van de islam, uitg. Licht des Lebens, Villach, Oostenrijk, te bestellen door € 3 over te maken op giro 7370665 t.n.v. Stichting Jozua (email: j2006("hetnet.nl). Christenen dienen volgens de auteur (die niet verder aangeduid wordt) te begrijpen dat het eigenlijke, werkelijke doel van de islam het scheppen van Allah's rijk op aarde is. De Heilige Oorlog vormt een essentieel bestanddeel van de sjaria en zal dit blijven totdat de hele wereld zich aan Allah heeft onderworpen, zo menen moslims. De islamitische wet is daarbij basis en middel voor het bereiken van het doel. Het boekje heeft iets apocalyptisch. "Plannen voor een islamitische atoombom zijn volop in de maak". De moslims verwachten dat de tweede komst van Christus de vervulling van de islam gaat brengen. Mohammed zal de moslims oordelen, Jezus zou rechtspreken over alle joden en christenen die zich niet hebben onderworpen aan de islam. De positieve boodschap is echter: Mohammed is dood maar Jezus leeft. Jezus heeft de Heilige Oorlog overwonnen.

Ook boeiend is een themanummer van Profetisch Perspectief over de islam (uitgave Christenen voor Israel, Postbus 1100, 3860 BC Nijkerk, los nummer € 7, 50). Het bevat uiteenlopende bijdragen van maar liefst veertien auteurs onder het veelzeggende motto "De gesel van de islam". Eindredacteur Hette Abma wil geen ongenuanceerde anti-islamitische kreten slaken, tegelijk is het een mythe als gesproken wordt over de gematigde islam.

De journalist Martijn de Rijk beschrijft in De nieuwe moskee. Politiek en geloof in een provinciestad (uitgeverij Atlas, Amsterdam/ Antwerpen, 2006; 352 blz.; € 19, 90) de wederwaardigheden van een geplande nieuwe moskee voor de Turkse gemeen­ schap in Haarlem. Het boek is een levendige beschrijving van elkaar tegenzittende instanties, conflicterende politieke belangen, conflicten tussen wijkraad, gemeenteraad en moskeebestuur, strubbelingen in het integratieproces. Soms verrassend hoe te zien hoe moslims denken. Zo vroeg een Turkse mosinn aan de schrijver: "Hoe kan het dat ze een Marokkaanse imam die iets doms zegt over homoseksuelen het land uit willen zetten, en dat ze Hirsi Ali die onze profeet beledigt lid van de Tweede Kamer maken? ' De Rijk: "Ik begreep dat ze zich echt niet konden voorstellen dat iemand niet in God gelooft." Het boeiende van het boek is dat het valt in de periode van vlak na de moord op Fortuyn (2002) tot eind 2005, waarbij ook de gevolgen van de moord op Van Gogh aan de orde komen.

Arnulf Camps gaat in zijn Even de Koran opslaan? Pleidooi voor een beter begrip van de koran als een heilig boek (uitgeverij Meinema Zoetermeer, 104 blz.; € 12, 50) in op de vraag hoe de relatie is tussen het fundamentalisme en de islam. Hij bespreekt twee radicale hervormers van de islam en ook twee vernieuwers van de islam in de 20ste eeuw. Islamitische terroristen rechtvaardigen hun acties door te verwijzen naar heilige teksten uit de koran. De plicht tot jihad rust zwaar op de islamitische gemeenschap. Een voortdurende verheerlijking van dit heldendom en de nadruk op jihad als onontkoombare religieuze plicht ligt ten grondslag aan het offervaardige besluit tot zelfmoord. Hij wijst bijvoorbeeld op de radicalisering via media als internet.De stelling van Caraps, voormalig hoogleraar missiologie in Nijmegen (1925-2006), is dat de radicale en extreme fundamentalisten aansluiten bij het gewone geloof van de moslims inzake de volmaakte en onfeilbare koran en de normativiteit van de sharia. "Dit gewone moslimgeloof bevat in aanleg de verdere uitbouw naar het radicalisme toe. Er is geen tegenstelling tussen het geloof van de gewone moslim en dat van deze extremisten" (61). Camps hoopt dat Europa, waarin moslims steeds meer een vaste plek hebben, een leer-

huis wordt. We mogen niet langer vasthouden aan oude, statische en belacheUjk makende etiketten. "De jonge moslim-intellectuelen doen niet aan dogmatisme en slaafs volgen van de islamitische voorschriften. Zij beschouwen het leven in het Westen als een voorwaarde om de islam te doen floreren." Deze nieuwe moslims streven geen politieke islam na, maar willen in de maatschappij opgenomen worden, maar dan wel als moslim. Camps bepleit inzake de islam voor een democratisch getoonzette religie die het mogelijk maakt dat jongeren afzien van hun fundamentalistische opvattingen.

Omvattend is het werk van Hans Küng, De islam. De toekomst van een wereldreligie (uitgeverij Ten Have, Kampen; 893 blz.; prijs € '59). Het boek is de afsluiting van een trilogie die begon met Het jodendom (1991) en Hel christendom (1994). Het werk is de vertaling van de Duitse uitgave die in 2004 uitkwam. De kern van Küngs denken is dat er geen vrede in de wereld mogelijk is zonder vrede tussen de godsdiensten, geen vrede tussen de godsdiensten zonder dialoog tussen de godsdiensten en geen dialoog tussen de godsdiensten zonder mondiale ethische normen. Zijn boek getuigt van een enorme belezenheid. De islam wordt in zijn leer en geschiedenis en wereldwijde ver­ spreiding inzichtelijk beschreven, met behulp van kaders, grafieken en kaartjes. Ook waardevol is dat hij ingaat op allerlei actuele discussies, zoals de hoofddoekjesaffaires in verschillende landen, de oorlog in Afghanistan en Irak, de politieke islam, ontwikkelingen binnen de islam in de Arabische wereld, de verhouding politiek (staat) en godsdienst, de sharia, enzovoorts. Het boek heeft het karakter van een handboek. Küng bepleit een eerlijke toenadering tussen de godsdiensten. Joden, christenen en moslims moeten elkaar niet als tegenstanders maar als partners beschouwen om de uiteenlopende mondiale problemen samen op te lossen. Kling wil de mensen klaarmaken voor een dialoog tussen de wereldgodsdiensten, uiteindelijk met als utopie een nieuwe wereld.

Hij verbloemt niet het gewelddadige karakter van de islam (daarin onderscheidt Mohammed zich van Jezus die volgens Kung alle geweld afzweert), maar daar wil Küng niet bij blijven stilstaan. Hem interesseert niet primair het verleden maar het heden: hoe de islam geworden is wat hij op het ogenlijk is - met het oog op wat hij zou kunnen zijn. Küng is beducht voor het beeld van de islam als principieel gewelddadig en intolerant, een vijand als behorend tot 'het rijk van het kwaad'. Voortdurend wijst Küng ook op eigen schuld en fouten in de geschiedenis van jodendom en christendom (waarbij hij als dissident vooral het instituut van de Rooms-Katholieke Kerk kritiseert). Hij stelt dat de islam de dominerende godsdienst zal worden voor de toekomst. Daarbij wijst hij op de verdergaande re-islamering van islamitische staten en activering van islamitische minderheden in het Westen. De djihad wordt steeds duidelijker geformuleerd als gewapende geloofsstrijd tegen de ongelovigen. Maar tegenover de geweldexcessen van islamitische extremisten vraagt Küng aandacht voor het vredespotentieel van de islam. Duidelijk is wat Küng wil; de islam als een bruggenbouwer. Noch een goddeloos secularisme noch een wereldvreemd fundamentalisme heeft zijn voorkeur. Hij hoopt op een reformatie en verlichting van de islam, zoals hij die ook wenselijk acht bij de andere twee monotheistische religies; jodendom en christendom. De beslissende vraag is voor Küng of de islam in overeenstemming met de moderne tijd gebracht kan worden.

Interessant voor Ztcht-lezers is de verhouding staat en godsdienst bij de islam. Kung stelt dat de islamitische gemeenschap van het begin af aan tegelijk een religieuze en politieke gemeenschap is, een 'godsstaat'. Een scheiding van staat en godsdienst bestaat niet. Wat de politieke dimensie betreft, is het de uitdaging of islam en moderne democratie elkaar vinden en dat een democratisch systeem met scheiding van de machten totstandkomt. Anders gezegd: cruciaal voor de toekomst is of de islam een achterwaarts gerichte, aan de letter gehechte orthodoxe islam zal zijn of een een op de toekomst georiënteerde, constructief-hervormde islam. "Het is te hopen dat steeds meer moslims tot de overtuiging komen dat een modernisering zonder verlichting, zonder een bepaalde mate van secularisering (niet te verwarren met secularisme!) niet te realiseren is.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Zicht | 52 Pagina's

Boekenschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Zicht | 52 Pagina's