Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE LANDSTREEK DER JORDAAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE LANDSTREEK DER JORDAAN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde vriend in Mesech.

Geliefde Vriend!

Het derde grote feest, dat jaarlijks door Israël moest worden gevierd, was het Loofhuttenfeest. Dat was het feest der inzameling van de oogst. Dit feest duurde zeven dagen. Op al die dagen werden er feestoffers aan de Heere gebracht. Tevens moest men dan takken nemen van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen en in loofhutten wonen. Door dit wonen in loofhutten werden de kinderen Israels er aan herinnerd hoedat hun vaderen in loofhutten hadden gewoond toen God hen uit

Egypteland had uitgevoerd. De leiding Gods met Israël door de woestijn was een treffende afbeelding van de leiding Gods met Zijn geestelijk Israël door de woestijn van dit aardse leven. Heel de wereld is een woestijn voor het geestelijk Israël. Het is hier de tijd van hun vreemdelingschap en 't Hemelse Kanaan, het land waar ze naar toe reizen. Van dat Hemelse Kanaan had God het aardse Kanaan als een onderpand aan het gelovig Israël gegeven. Door het geloof hebben de vaderen van het Oude Verbond door dat aardse Kanaan op het Hemelse Kanaan mogen zien, zoals dat door de apostel in Hebreen II zeer duidelijk verklaard wordt. Over het vreemdelingschap hier op aarde van het geestelijk Israël Gods, is door U aan de hand van het 19e vers van Psalm 119 reeds geschreven en het is dan ook mijn bedoeling niet om daar weer op terug te komen. Het Loofhuttenfeest echter bepaalde Israël meer bij de getrouwe leiding des Hceren in de verlossing uit Egypteland, in het veertig-jarige omzwerven in de woestijn en het inbrengen in Kanaan. Hij had hen in die barre wildernis met Zijn wolk bedekt, gespijzigd met het brood der Machtigen en gedrenkt met het water uit de rotssteen.

Zo wees dus het Loofhuttenfeest er op. Wie de Heere voor Zijn Israël zijn wil, in de barre wildernis van dit moeitevolle leven. In Kanaan gekomen zijnde, kon Israël op dit feest de weldaden des Heeren erkennen in de oogst, zo rijkehjk geschonken. De volle oogst van ware blijdschap, vreugde en verzadiging, wacht het geestelijk Israël in het Hemelse Kanaan. Maar hier worden toch de eerstelingen, de voorsmaken daarvan reeds genoten. Dat zijn de eerstelingen van die oogst van eeuwige zaligheid, die dcor Christus' verdiensten is aangebracht. En de eerstelingen van die oogst geeft Hij Zijn volk hier, door de bediening des Geestes te smaken. Opmerkelijk is dan ook wat door Christus in verband met het Loofhuttenfeest, in Johannes 7 gezegd is.

We lezen daar dat Hij op de laatste dag, zijnde de grote dag van het feest, geroepen heeft: „Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke; Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levende waters zullen uit zijn buik vloeien" .(En dit zeide Hij van de Geest, Dewelke ontvangen zouden, die in Hem geloven, want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.) Met deze woorden werd door Jezus gezinspeeld op een verrichting, die op de laatste dag van het Loofhuttenfeest plaats vond. Dan ging de priester, begeleid door de menigte der feestvierders, water halen uit de bron Siloah in een gouden kruik. Hij keerde daarmede dan weder tot de voorhof, om, onder muziek en zang, dit water met wijn gemengd, bij de opgang tot het altaar uit te storten voor het Aangezicht des Heeren. En, zoals algemeen wordt aangenomen, werden bij deze waterplenging de woorden door de priester uitgesproken uit Jesaja 12 : 3: , , En gijHeden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils";

Op deze plechtigheid .heeft Jezus gezinspeeld als Hij die woorden uit Joh. 7 sprak, daarmede gelijk het volk aftrekkende van die ceremoniële verrichting en wijzende op Zichzelf, als de ware fontein des heils. Die de Zijnen te drinken geeft van het water des levens om niet. Dit nu doet Hij door de dierbare bediening des Geestes, v/aardoor het water dat Hij de Zijnen geeft, in hen zal worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.

Ziedaar vriend, wat of het geestelijk Israël op de pelgrimsreis door deze aardse woestijn te genieten krijgt. In Christus is alles te vinden wat de zielsbehoeften van dat arme volk in de woestijn van dit leven vervullen kan. Om de heerlijkheid, de begeerlijkheid en de schoonheid van die allerdierbaarste en beminnelijke Persoon, leren ze al wat van de wereld is verachten, en houden dat voor diek en zwijnendraf. O vriend, slechts éne dronk uit deze heils fontein overtreft zeer verre alle genot, alle blijdschap en al het vermaak dat van deze wereld is. De versmaadheid van Christus zelfs achtte Mozes een meerdere rijkdom te zijn dan al de schatten van Egypte. Die Christus heeft, heeft alles en die Hem mist, mist alles. Maar uit Hem wordt de ganse kerk bediend en het minste dat de ziel uit die Persoon ontvangt, is zo oneindig veel en groot, dat er de hele wereld niet tegen op kan wegen. In die Persoon is een oneindige rijkdom, een onuitputtelijke volheid, een allesoverklimmende schoonheid, een allesovertreffende heerlijkheid, een weergaloze liefde, een onuitsprekelijke dierbaarheid. In Hem zijn schatten van wijsheid en van kennis; in Hem is een volheid van licht en van leven; in Hem is een bronwei van heil en van zaligheid. Dat is een fontein die sprir^i ^ot in het eeuwige leven. Al Avat van de'wereld is, is tijdelijk en vergankelijk. Maar omdat de geestelijke Pelgrim het ontwaart, dat al wat of hij uit die Persoon geniet en ontvangt een eeuwig heil in zich behelst, hindert hem niet, al moet hij ook vele aardse goederen ontberen. Christus wordt toch het één en het alles voor de ziel. Heel de wereld valt daarbij weg, heel het leven heeft daarbij geen waarde.

Zie, dat is het manna dat de geestelijke Pelgrim in de woestijn van dit leven tot verzadiging wordt geschonken. „Die overwint. Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is", zo heeft Johannes in opdracht van de verheerlijkte Immanuël aan de opziener van de gemeente van Pergamus moeten schrijven. Hoe verborgen is dat Hemelse man. na. De mens van nature kent dat manna niet en het is dan ook geen wonder dat alleen dit aardse leven waarde voor Hem heeft. Maar buiten het smaken van dit Hemelse manna, zou er voor de ware pelgrim geen leven hier op aarde zijn. Indien Gods Wet toch niet ware geweest al zijn vermaking, hij was in zijn druk al lang vergaan. Over dat verborgen manna zou op zichzelf al genoeg te schrijven zijn, alsook over het water uit de rotssteen. Dat is toch de enigste ware verkwikking, hier in dit vreemdelingsland. Vriend, wc moeten hier maar in hutten wonen. In het huis des Vaders zijn geen hutten meer. Daar is „een eeuwige blijvende woning. Dat we dan'hier onze pinnen maar niet te vast mochten inslaan. Dit land zal de rust niet zijn, omdat het verontreinigd is. David is daar ook wel goed achter gekomen, toen hij in de landstreek der Jordaan verkeren moest. Maar toen heeft hij zodoende Loofhuttenfeest in de praktijk gevierd, al was het hem ook tot smart, dat hij niet op kon gaan met de feesthoudende menigte. Nu, tot een volgende keer weer, zo de Hëere Avil en wij leven. De hartelijke groeten van

Uw liefhebbende vriend ait de landstreek der Jordaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's

UIT DE LANDSTREEK DER JORDAAN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's