Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christinnereis is voor jong en oud

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

52

Na deze zag ik, dat zij gekomen waren in het land Beulah, waar de zon nacht en dag schijnt. Haar zij zich vermoeid geweiden, gaven zij zich aan een aangename rust over en daar de pelgrims vrij mochten genieten van al wat dit land opleverde, en de boomgaarden en wijnstokken het eigentlom waren van de Koning der Hemelstad, stond het hun vrij, zich te verkwikken naar hartelust.

Meer dan ooit mocht het hier gesmaakt worden, dat deze pelgrims de lleere dierbaar waren. Dierbaar was hen de lleere Jezus en door al htm heil en zaligheid in Hem te zoeken, mochten zij volharden in hel geloof. En dat geloof was het geloof der uitverkorenen Gods, waarin zij de Heere dierbaar waren. Zij werden dan ook als troetelkinderen geleid in Gods vaderlijke barmhartigheid.

Na een korte wijle gevoelden zij zich hier geheel verkwikt en het gelui der klokken en het trompetgeschal, dat zo welluidend klonk, weerde wel de slaap uit hun ogen, maar toch gevoelden zij zich buitengewoon verfrist als na een verkwïkkende sluimering. En door de straten ging het als van mond tot mond: ..Er zijn weer pelgrims aangekomen!” En anderen riepen: „En zovelen gingen over de rivier en mochten door de gouden poorten ingaan in de stad!” En dan weer riepen zij: „Een grote menigte lichtgcstalten is in onze stad gekomen, en daaruit blijkt, dat er nog meer pelgrims in aantocht zijn, want zij gaan hun tegemoet om hen te vertroosten na doorgestaan leed!” Toen stonden de pelgrims op en wandelden heen en weer. En hoc genoten zij van de tonen der hemelse muziek en hun ogen van een gezicht der hemelse dii gen. In dit land hoorden of zagen zij niets, dat hun ook maar in “t minst verdriet deed of hen hinderde, alleen toen zij het water, waar zij doortrekken moesten, proefden, vonden zij de smaak enigszins bitter voor het gehemelte, maar de nasmaak was zoet. Zoet is de gedachte voor de oprechte pelgrims altijd bij de Heere te zijn en Hem te dienen dag en nacht in Zijn tempel.

Op deze plaats was een gedenkboek, waarin de namen stonden geschreven van de pelgrims, die-er sedert de vroegste tijden geweest waren en een verhaal van hun roemruchtige daden.

Ook werd er veel over gesproken, hoe sommigen de rivier bijna ondoorwaadbaar hadden gevonden terwijl anderen er slechts tot aan de enkels doorheen gingen. Sommigen gingen er droogvoets door en bij anderen kwam het water tot aan de lippen In het gedenkboek kwam ook de naam Heman de Ezrahiet voor. De man die veeltijds geleefd heeft onder felle bestrijdingen en verdenkingen van het ongeloof. Als van de Heere verstoten tastte hij menigmaal in de duisternis naar vrolijkheid voor zijn ziel met de klacht: „Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaar-nissen, ik ben twijfclmocdig.” Met de vraag:„Zult Gij wonderen doen aan doden?” kwam hij tot de Heere. Het zou voor hem wel het grootste wonder zijn in te mogen gaan. Want vanuit de onzalige fontein van zijn verdorven bestaan kwam altijd dood en verderf naar boven. Dat bond hem met des te meer kracht aan de troon der genade. Vanuit al die banden bad hij in de volle zeki beid van het geloof. Het ruiste door alles heen: „O Hcere, God mijns hei Is, bij dag. bij nacht roep ik tot U”. In al die strijd ging het om de eer des I leeren, de verheerlijking van Zijn grote verbonds-naam. En dat is liet onaantastbare werk van Gods genade.

Op deze plaats, het heerlijk land Beulah, zag men ook menigmaal de kinderen der stad in de tuinen des Konings om er bloemruikers te plukken zooi-de pelgrims, en die hun vriendelijk aan te bieden. Door de heerlijke geur van deze schone bloemen van Gods verbondsbeloften, werden zij daartoe aangedreven. Voor vermoeide en fel bestreden pelgrims was deze heerlijke reuk een reuke des levens ten leven.

Hier groeide kamfer, nardus en saffraan, specerijriet en kaneel, wierook, myrrhe en aloë en allerlei welriekende kruiden; met de geuren werden de kamers van de pelgrims vervuld, zolang zij daar vertoefden en met de daaruit bereide oliën moesten zij hun lichamen zalven ter voorbereiding om de-rivier door te gaan.

Terwijl zij nu zich daar ophielden en hun ure verbeidden, vemam men een gerucht in de stad. dat er een bode uit de Hemelstad was gekomen met een zeer gewichtige tijding voor een zekere Chris-tinne. de vrouw van de Pelgrim die reeds lang zijn sterfelijk kleed in de rivier had achtergelaten en bekleed met het kleed der volmaaktheid in heerlijkheid was opgenomen, om altijd bij de Heere te zijn. Spoedig had men vernomen, waar zij zich bevond en nu reikte de bode haar een brief ener van de volgende inhoud: „Wel u, goede vrouw! Ik kom u mededelen, dat de Meester u roept en u verwacht om binnen tien dagen in onvergankelijk gewaad voor Zijn aangezicht te verschijnen!”

Nadat hij haar deze brief had voorgelezen, gaf hij haar een zeker teken, dat hij een waarachtige bode was, en gekomen om haar tot spoed aan te sporen. Het teken, dat hij haar gaf. was een pijl. door de liefde gescherpt, die zacht in haar hart indrong en langzamerhand in haar uitwerkte, dat zij begeerde op de haar aangewezen tijd heen te gaan.

Toen de eerste pijl, door de liefde gescherpt, in haar hart drong, werd zij in haar vijandschap getroffen tot verbreking van de kracht der zonde. om te komen tot de onberouwelijke keus de Heere te vrezen. Vanaf die ure werd haar aangezicht in het geloof gekeerd naar Sion. Maar de pijl der liefde die nu zacht in ’t hart indrong en langzamerhand in haar uitwerkte, maakte haar gewillig vanuit de wil des Heeren door de rivier te gaan naar het huis des Vaders.

Toen Christinne zag, dat haar ure gekomen was en zij de eerste zou zijn van het gezelschap, die de rivier zou overtrekken, liet zij Stoutmoedig verzoeken bij haar te komen en zeide hem hoe de zaken stonden. Hij gaf haar zijn vreugde te kennen over dit bericht, en zeide, dat het hem een oorzaak van blijdschap geweest zou zijn. indien de bode ook voor hem gekomen ware. Ontbonden te worden en met Christus te zijn is zeer verre het beste. Zij vroeg hem nu om raad. hoe zich het best voor het vertrek toe te rusten. Hij gaf haai dan ook gaarne de gewenste inlichtingen en zeide: „Wij, die overblijven. Lillen u vergezellen tot aan de rivier.”

Hierop ontbood Christinne haar kinderen en schonk hun haar zegen. Ook gaf zij haar blijdschap te kennen hierover, dat zij het zegel mocht aanschouwen op hun voorhoofd, en dat zij hier bij haar waren en hun klederen zo rein hadden bewaard.

In de Heere mocht deze moeder afscheid nemen van haar kinderen, door hen te betuigen dat de-zegen des Heeren rust op ’t wandelen in de weg der gehoorzaamheid. Wees met drang op het teken en zegel van Gods genade, opdat zij de vervulling van Zijn beloften tot zegen en zaligheid voor hun harten, met ernst zouden zoeken.

Eindelijk vermaakte zij een gedeelte van hetgeen zij bezat aan de armen, en vermaande haar zonen en dochters zich steeds bereid te houden voor de bode, die eenmaal ook voor hen zou komen.

Nadat zij deze woorden tot haar gids en tot haar kinderen gesproken had, liet zij Verdediger dei-Waarheid bij zich komen en sprak tot hem: „Mijn broeder, gij hebt u overal gelrouw onder ons betoond; wees getrouw tot in de dood, en de Heere zal u geven de kroon des levens. Ik wilde u verzoeken een wakend oog te houden over mijn kinderen en hen te bemoedigen als gij hen moedeloos ziet. Mijn dochters, de vrouwen van mijn zonen, zijn getrouw geweest en God zal Zijn belofte aan haar vervullen.”

Aan Standvastig gal zij een ring ten geschenke. Uiting van vreugde, daar zij hem en anderen met haar. biddende en volhardende in het geloof mochten aantreffen op het daar zo donkere pelgrimspad.

Biddende mocht hij in een zware beproeving staande blijven, en dat werd bezegeld met de ring van Gods vaderlijke liefde.

Hoe groot toch is het voorrecht bereid te mogen zijn in te gaan in de eeuwige rust. laat ons daarop toch lellen, want daar is mets heerlijker dan thuis gehaald te worden, en dat deed Christinne blijmoedig heengaan. Zal het ook ons deel zijn?

Nijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's