Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De pastorale zorg voor ernstig zieken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De pastorale zorg voor ernstig zieken

In gesprek met J. M. Kleppe

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 17 augustus 1971 werd kandidaatJ. M. Kleppe doords. A. Vergunst bevestigd als predikant van de Gereformeerde Gemeente te Woerden. De docent van de theologische school leidde de kandidaat in zijn dienstwerk in met de woorden uit jesaja 62:6 "O. Jeruzalem, Ik heb wachters op uw muren besteld die geduriglijk al de dag en al de nacht niet zullen zwijgen, O gij, die des Heeren doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!". Ds. Vergunst sprak in deze dienst over de wachters op Jeruzalems muren en over de taak die aan de wachters wordt opgedragen. Inmiddels mag ds. Kleppe bijna 25 jaar dienstwerk in een drietal gemeenten verrichten. Sedert 1 mei 1985 is hij als herderen leraar verbonden aan de gemeente Rijssen, de grootste gemeente van ons kerkverband.

Rijssen neemt een eigen plaats in binnen onze gemeenten. De gemeente telt 6158 leden en doopleden en is daarmee groter dan de classis Amsterdam en bijna zo groot als de classis Gouda. Het unieke van Rijssen is dat het de enige plaats in ons kerkverband is waar twee kerkgebouwen en twee predikanten tot één gemeente behoren. In de stad Rotterdam zijn bijvoorbeeld wel zes kerkgebouwen, maar de gemeenten die er ter kerk gaan, vormen allen een afzonderlijke gemeente. Ds. j. M. Kleppe toont zich tevreden met de situatie in Rijssen. Het is weliswaar een grote gemeente, maar in goede samenwerking met ds. j. W. Verweij en met de broeders van de kerkenraad mag de gemeente gediend worden. De pastorale zorg van dat deel van de gemeente dat kerkt in de Noorderkerk rust op de schouders van ds. Kleppe.

Dominee, komt u als predikant van een grote gemeente veel verdrietige dingen tegen? Kunt u er enkele voorbeelden van geven?

In elke gemeente kom je verdrietige dingen tegen. Het leven is immers voi van moeite en verdriet. In een grote gemeente kom je er elke dag mee in aanraking. Ik mag wel zeggen: mijn leven is bijna niet anders dan omgaan met mensen in verdriet en lijden. De moeiten en het verdriet kunnen liggen op het terrein van huwelijk en gezin, in eenzaamheid, in verborgen kruisen, in ziekte, sterven en rouw. Het lijden vanwege een ongeneeslijke ziekte grijpt me altijd weer aan. Het feit dat je als predikant gedurig met het lijden in aanraking komt, stempeltje leven. In alle dingen zie je de vergankelijkheid. Dit leven gaat voorbij.

Brengt het sterven van iemand die je lief is altijd een groot verdriet? Is dat verdriet bijbels?

Veelal wel. En dat verdriet is begrijpelijk. Zelfs de Heere jezus weende aan het graf van Zijn vriend Lazarus.

Het verdriet kan groot zijn als de overledene een grote plaats heeft ingenomen in het gezin en de familie. Wat kan het verdriet overstelpend groot zijn als de Heere plotseling een dierbaar kind wegneemt. Het verdriet lijkt niet te dragen. De Heere kan echter het verdriet matigen en op een wondere wijze ondersteuning geven. Heel bijzonder is dat zo als de Heere bekend maakt dat dit kind een beter lot bereid is. Dan giet Hij Zijn vertroostende balsem in de geslagen wonden, en dat geeft tegelijk een wondere onderwerping.

Kan zo 'n groot verdriet ook tot de Heere brengen?

De Heere kan dit gebruiken om een andere wond in het hart open te leggen. Dan gaat een vader of moeder zien dat men nu zelf moet missen, wat hun dierbaar kind deelachtig is geworden. Als er een waar Codsgemis gewerkt wordt, drijft dat altijd uit tot de troon der genade met smeken en wenen om genade te mogen vinden voor onze schuldige en bedroefde ziel.

Is dat ten diepste het nut van en lijden? verdriet

Het lijden heeft nut als het ons dichter bij de Heere brengen mag. Wat is het een wonder als wij in het lijden het kruis dat God ons oplegt gewillig op ons mogen nemen, als we het Christus leren nadragen en mogen leren dat de Heere nooit onrecht doet. Dan worden we door lijden geheiligd; wel beproefd, maar ook gelouterd. Dan zien we tot onze droefheid dat wij door onze zonden de Heere vertoornd hebben en dan aanvaarden we van harte dat de Heere de zonden moet straffen. Zo brengt het lijden ons tot Christus, Die alle lijden van de Zijnen en voor de Zijnen geleden en gedragen heeft. Dan is dit het nut dat we voor onszelf mogen geloven hetgeen de profeet Jesaja zegt in hoofdstuk 53:5 "Maar Hij is om onze overtreding verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden". Dan vloeit er vertroostende balsem uit de wonden van Christus en is Hij onze Enige Troost beide in leven en sterven.

Als iemand ongeneeslijk ziek is, wordt u daar als predikant bij geroepen? Wat is dan uw taak?

Laat ik voorop stellen dat je als predikant veelal meegroeit met de situatie van het gemeentelid dat ziek is. Als de mensen voor een onderzoek naar een ziekenhuis gaan, dan weet je dat. je brengt ze een bezoek en je spreekt met hen over het ziek-zijn, over de werkelijkheid van het sterven.

Ik vraag dan ook hoe ze er voorstaan voor de eeuwigheid en mag de zieke wijzen op de ruimte van zalig worden in Christus, voor een zondig mens.

Het komt dus niet zo vaak voor dat ik na het bericht van de ongeneeslijke ziekte voor het eerst bij de patiënt kom. De begeleiding krijgt nu echter wel een bijzondere inhoud. We worden geroepen om te begeleiden, om een leidsman te zijn op reis naar het levenseinde en de eeuwige bestemming. Deze indrukwekkende werkelijkheid noemen we stervensbegeleiding.

Kunt u iets meer zeggen over de stervensbegeleiding?

In de praktijk is geen situatie dezelf-de. Elke ontmoeting met een ernstig zieke is anders en sterk afhankelijk van de persoon en zijn of haar omstandigheden. Er is geen vast patroon of schema voor te geven. We kunnen wel zeggen dat het om een hoogst ernstige zaak gaat. En zoals we iemand die ons de weg vraagt naar eer en geweten de goede weg wijzen en niet misleiden, zo geldt dat ook zeker wel wanneer we iemand begeleiden tot aan de grenzen van de eeuwigheid. Wat ontzettend als we de ernstig zieke geen rechte weg wijzen. We moeten de Schrift laten spreken. En de Schrift spreekt over zonde en genade, over verloren gaan en behouden worden.

Naast de geestelijke leiding met het Woord krijg je te maken met angsten, emoties, verdriet. Wat is er veel tact, begrip, geduld en liefde nodig. Zonder liefde, bewogenheid en zelfverloochening is het niet mogelijk om mee te leven en mee te lijden.

Hoe is het mogelijk en mee te lijden? om mee te leven

Aan het ziekbed moeten we steeds bedenken waar het tenslotte om gaat: de kwaal die doorzet. De soms ondraaglijke pijn. De afbraak van het lichaam. De onzekerheid. De angstgevoelens. De ingrijpende behandelingen. Het woord'kanker'of een ander woord of begrip dat de ernst van de situatie aangeeft. We moeten onszelf maar veel de vraag stellen: hoe zou ik mij voelen? Hoe zal het mij vergaan als ik moet zeggen: dit is nu het laatste. Dit is mijn einde. Nu ga ik het leven verlaten. Nu ga ik sterven. Nu moet ik afscheid nemen van alles wat mij dierbaar is en die ik lief heb. En nu is het bij de zieke zo dat datgene wat zo ver weg was en ver weg scheen; datgene wat altijd maar weer weggedrukt wordt, werkelijkheid wordt. Menigmaal klinkt het dan: "O, dominee, ik kan niet sterven, want ik heb geen genade". Wat hebben we dan toch ernst, bewogenheid en liefde nodig, maar ook oprechtheid, voorzichtigheid en wijsheid. Het moedwillig afzwakken van de ernst van de situatie is wreed en hard. Het kan de schijn hebben van bewogenheid en mededogen,

maar het houdt de schriftuurlijke troost buiten het gesprek.

Van een ambtsdrager wordt verwacht dat hij woorden van troost spreekt. Wat is troosten? Kunnen menselijke woorden wel troosten?

Een ambtsdrager moet het Woord laten spreken. Ik gebruik tijdens een gesprek vaak voorbeelden uit de Schrift en wijs altijd op de weg naar boven. Dat heeft de Heere Jezus en dat hebben de discipelen ook gedaan. Voor zover dat mogelijk is, spoor ik aan tot bidden en smeken. Het is immers nóg het heden der genade. Ik gebruik de ziekentroost niet zo vaak, maar spreek liever woorden uit de Schrift die heenwijzen naar de Grote Medicijnmeester. Ik stel ook wel het tollenaarsgebed: "Heere, wees mij de zondaar genadig" of het gebed van de moordenaar aan het kruis: "Wij toch rechtvaardig, maar..." ten voorbeeld. Als de patiënt het kan hebben, lees ik enkele verzen uit bijvoorbeeld de Psalmen of uit de profetie van Jesaja. Daarna doe ik een kort gebed en vraag de Heere of Hij in Zijn genade en ontferming wil gedenken.

Menselijke woorden kunnen ten diepste niet troosten, maar 't is heel erg als een stervende begeleid moet worden door iemand, die zelf nooit de minste ernst heeft gemaakt met de dingen van de eeuwigheid. Bij elk ziekbed en sterfbed moeten we spreken van het bloed van Christus dat reinigt van alle zonden.

Betrekt u ook de familieleden er bij?

Dat probeer ik wel. Vanwege schuchterheid en valse schaamte laat men het spreken over de geestelijke zaken met stervenden maar al te vaak aan de dominee of de ouderling over.

Aan het sterfbed of tijdens de ongeneeslijke ziekte wordt o zo dikwijls de rekening betaald voor het feit dat in gezonde dagen niet of nauwelijks met elkaar gesproken werd over de geestelijke en eeuwige dingen. Daarom verzanden de gesprekken rond het ziekbed vaak in algemene familie-aangelegenheden. De ambtsdrager moet proberen dit te doorbreken.

In het gezin mag het geestelijke niet achterwege blijven. En als men dan daarover niet durft te spreken, laat een van de gezinsleden dan iets lezen uit Gods Woord. En als de zieke daarover iets zegt, luister dan ook.

De weg naar het sterven verloopt vaak langer of korter tijd in het ziekenhuis. Hoe is uw ervaring met ziekenhuizen wanneer u ernstig zieke gemeenteleden bezoekt?

Zeer goed. De contacten met verplegend personeel en met de behandelde artsen zijn vaak positief. Als een predikant zijn tijd en wijze weet, krijgt hij vaak alle gelegenheid zijn mensen te bezoeken. Indien nodig is er zelfs vaak een aparte ruimte beschikbaar voor een persoonlijk gesprek.

In de meeste ziekenhuizen is het vandaag niet toegestaan of mogelijk om, zoals vroeger, alle patiënten op de zaal aan te spreken en stilte te vragen voor Schriftlezing en gebed. Op een ziekenkamer met enkele patiënten probeer ik dat nog wel, maar in de praktijk blijft het vaak beperkt tot

het ziekbed waaraan je geroepen wordt. Natuurlijk kun je dan nog de andere patiënten en het verplegend personeel opdragen in het gebed.

U bent voor u in Rijssen stond elders predikant geweest. Ziet u een verschil per streek in hetgeen er van een predikant verwacht wordt?

Ik denk niet dat er iets anders verwacht wordt, maar het functioneert wel anders. In Rijssen is de bevolking gemoedelijker. De predikant komt hier over het algemeen door de achterdeur binnen. En omdat het dagelijkse leven hier minder op afstand staat, wordt de predikant in alle mogelijke blijde en verdrietige zaken direct betrokken. De pastorale verbondenheid ervaar ik hier-ondanks de grote van de gemeente - als heel sterk.

Komt u ook weieens tegen dat de Heere troost aan het ziekbed? Hij troost toch het neergebogen Hoe doet de Heere dat? hart?

Wij hebben er niet op te rekenen dat de Heere troost aan het ziekbed of sterfbed, wanneer wij in onze gezonde dagen nooit hebben leren treuren over onze zonden. Voor troost moet plaats zijn in ons leven. De Heere zegt: zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden.

Er is voorzichtigheid en wijsheid nodig om te onderscheiden of de droefheid een droefheid is over de gevolgen van de zonden of de zonde zelf. En waar de Heere troost, daar troost Hij altijd door Zijn Woord. We mogen zeggen dat we dit nog weieens tegen komen. Dat de Heere alles wil zijn voor een neergebogen ziel. Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht! ja, bij de Heere is goedertierenheid en veel verlossing.

Dominee, hartelijk dank voor uw medewerking aan dit gesprek. We

hopen dat het ook voor onze jonge mensen tot onderwijs mag zijn. Heeft u nog een slotopmerking voor de (jonge) lezers van ons blad?

Voor ons allen geldt dit: het komt niet aan op ons levenseinde of op ons laatste woord, maar op ons leven. Daarom de vraag: hoedanig is uw/jouw leven? Wij allen moeten behoud vinden in Christus. Alleen dan zijn we veilig. Daarom, jonge mensen: Gedenk aan je Schepper in de dagen van je jeugd. Dat zijn immers de beste dagen om tot God bekeerd te worden.

Kamerik/Woerden

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1996

Daniel | 32 Pagina's

De pastorale zorg voor ernstig zieken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1996

Daniel | 32 Pagina's