Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Postmodern?

Op het EO-congres waar het resultaat van het onderzoek naar de opvattingen van de EO-leden besproken werd, was veel aandacht voor wat men noemt het postmodernisme en de postmoderne mens. Wat verstaat men daaronder?

Zij die spreken over postmodernisme, zien de laatste jaren een belangrijke omslag gekomen in het denken van de mensen. Tientallen jaren werd het levensgevoel in de westerse samenleving gestempeld door het modernisme. Daar is in betrekkelijk korte tijd een einde aan gekomen. Wij leven nu in de tijd na (in het Latijn "post") het modernisme. Vandaar het woord postmodernisme.

Het modernisme was een vrucht van de Verlichting, de beweging die in de achttiende eeuw overal in Europa doorbrak en die zich kenmerkte door een onbegrensd vertrouwen in de mogelijkheden van het menselijk verstand, en tegelijk door een zich niet langer meer willen stellen onder het gezag van Bijbel en kerk. De gevolgen zijn ingrijpend geweest. Zij hebben de samenleving in twee eeuwen onherkenbaar ten kwade veranderd.

Maar nu signaleert men een omslag in het levensgevoel. De mensen komen terug van de eenzijdige verheerlijking van het verstand. Dat was toch niet zo gezond als men dacht. Zie de vreselijke oorlogen in deze eeuw, de schrikkelijke milieuvervuiling en allerlei andere ernstige schaduwzijden van de eens zo geroemde vooruitgang. De postmoderne mens is de beperktheid van dat verstandelijke gaan inzien en houdt weer veel meer rekening met zijn gevoel. De New Age-beweging met allerlei verschijnselen eromheen is daarvan een duidelijk blijk. Zo'n cultuuromslag is ingrijpend. Die zit dan in de lucht, en of we het beseffen of niet, wij nemen er allemaal wat van mee.

Nu zijn er mensen, die deze ontwikkeling als volgt toepassen op de kerk: De Verlichting bracht een grote scheiding in de kerken. Veel mensen ging mee met haar ideeën. Zij werden de vrijzinnigen genoemd. Anderen moesten er niets van hebben. Zij waren de rechtzinnigen, de orthodoxen. Maar ... en nu komt het: de rechtzinnigen streden tegen de voortbrengselen van het modernisme, die zij verwerpelijk achtten. Maar tegelijk maakten zij er zelf gebruik van, juist in hun verdediging van de aloude geloofswaarheden. Zij deden dat namelijk met wapens die zij uit het tuighuis van de Verlichting gehaald hadden, wapens van verstandelijk, rationeel redeneren. Daar bereiken we nu in deze postmoderne tijd niets meer mee. Dat werd met klem betoogd op het EO-congres, vooral door dr. W.J. Ouweneel. Deze kwam er rond voor uit, dat hij zelf van modernist een postmodernist geworden was.

We citeren Ouweneel uit het RD van 19 november: "Er zijn een heleboel dingen die ik nog steeds zeker weet. Maar tegelijk zijn er een heleboel dingen die ik niet meer zo zeker weet, zoals bijvoorbeeld hoe we de scheppingsdagen nu precies moeten opvatten, de vraag of de vrouw in de gemeente inderdaad onder een volstrekt zwijggebod staat, de vraag of al het lijden door God gewild is, en ga zo maar door." Ouweneel stelde niet zozeer zijn opvattingen op een aantal punten te hebben veranderd. "Het is veelmeer zo dat ik het allemaal niet meer zo precies weet én dat me dat ook allemaal niet meer zo erg veel kan schelen. Ik ben, of ik het wil of niet, in allerlei opzichten behept met het postmoderne levensgevoel."

Volgens hem dreigt er nu in de kerken een kloof tussen de oudere generatie, die nog leeft in zekerheden, ingebed in de vastigheden van kerkelijke instituten, geloofsbelijdenissen en dogmatische leerstellingen, en anderzijds de jongeren die door die stelligheden heenprikken en die niet langer willen wonen in de denkbouwwerken uit het verleden, en dat terecht, volgens Ouweneel. Een paar elementair-bijbelse geloofszekerheden moeten overeind blijven, maar al die oude twistpunten, ach, wat doen ze ertoe? Liever een postmoderne christen die vasthoudt aan God en Zijn Woord, dan een "moderne" die krampachtig aan de oude theologisch-rationalistische systemen blijft vasthouden.

Let wel, wie hij met die "modernen" bedoelt. Dat zijn degenen die nog vasthouden aan wat Ouweneel "de oude theologische denksystemen" belieft te noemen. Wij ook dus. Nu, in de postmoderne tijd, zijn die denkgebouwen volgens hem hopeloos ouderwets geworden.

Daarom had Ouweneel er ook niet veel moeite mee, dat het EO-onderzoek "scheuren in het graniet" zichtbaar had gemaakt. We geven nog enkele feiten uit dit onderzoek door, toegespitst op wat in het onderzoek de "bevindelijk-gereformeerden" genoemd worden. Vorige week zagen we al, dat het daar niet gaat om wat gewoonlijk onder "bevindelijk-gereformeerden" wordt verstaan, maar overwegend om gereformeerde bonders en christelijke gereformeerden van de midden- en linkergroepen. Van deze mensen gelooft maar 70 procent, dat God de aarde in zes dagen heeft geschapen. Slechts 74 procent zou er problemen mee hebben, wanneer een eigen kind zou gaan trouwen met iemand die nergens aan doet. Liefst 38 procent is voorstander van vrouwenemancipatie. Minder dan de helft heeft bezwaar tegen vrouwelijke dominees. Minder dan de helft gelooft dat alle lijden uit Gods hand komt (Zondag 9 en 10). Minder dan de helft onderschrijft de uitspraak, dat er buiten Christus geen eeuwig leven is.

Gaat het hier om "verouderde denksystemen"? Of getuigen deze gegevens van bedenkelijke erosie, waarbij het stuk voor stuk gaat om wezenlijke dingen?

Wij geloven trouwens helemaal niet in dat verhaal over de recente omslag van modernisme naar postmodernisme. Hetzelfde gevoel dat nu het postmodernisme geeft, werd bijvoorbeeld in de directnaoorlogse jaren gewekt door het existentialisme. Het levensgevoel van de westerse cultuur van de laatste twee eeuwen heeft voortdurend zijn heen en weer gekend tussen verstand en gevoel, tussen leer en leven, tussen hoofd en hart, tussen gemeenschap en individu, enzovoort. Tegenover de verstandelijke Voltaire stond in de achttiende eeuw reeds de gevoelsman Rousseau. Veel fundamenteler dan deze schommelingen is de constante. Die constante is de verwerping van het gezag van Schrift en kerk. Die verwerping blijkt ook uit de bovenstaande percentages. Men is gewoon besmet door de tijdgeest. Of die tijdgeest nu modernisme heet, of de jongste variant, het postmodernisme, doet er in wezen niet toe.

En ook die oproep om alleen wat men beschouwt als het "authentieke", "elementair-bijbelse" vast te houden, hebben we die ook al niet vaker in de kerkgeschiedenis gehoord? Veel gevoel, maar geen leerinhoud. Niet zo strak, niet zo belijnd. Vooral niet dogmatisch! Niet de leer, maar de Heer! Geen ingewikkelde formulieren! Het echt belangrijke is op de nagel van je duim te schrijven, en zo meer? In de praktijk bleken dergelijke geesten altijd weer bij Arminius uit te komen. Het is ook niet waar, dat kerkelijke instituten en leerstelligheden "de" jongeren niets meer te zeggen zouden hebben. Dat is ook al oud gefluit. Alsof de leer der kerk alleen maar droog en dor zou zijn, zonder verband met de werkelijkheid van het leven van alledag.

Wanneer het EO-onderzoek onder ons zou zijn uitgevoerd, zouden de antwoorden er stellig anders hebben uitgezien. Maar dat neemt niet weg, dat de tijdgeest ons ook besmet. Het gezag van Schrift en kerk is ook onder ons niet onomstreden. Tegen het "zo spreekt de Heere" verzet zich het boze hart.

De kerk heeft zich dan ook te hoeden voor de blijvende verleiding om de leer aan te passen aan het levensgevoel van de (post)moderne mens. Wat wij nodig hebben, is luisteren naar de apostel Judas, die tot ons spreekt alsof hij nu onder ons leefde: "Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven, en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is." Die strijd is bitter nodig.

Wel hebben we daarbij ter harte te nemen, wat we lazen in een van de vele artikelen die over dit onderwerp verschenen: "De kracht moeten we zoeken in het positieve en niet in het negatieve; niet wat ons onderscheidt van anderen, maar wat ons draagt. Wij zoeken nog te vaak reactie, en dat werkt bij onze jongeren in het algemeen niet meer. Of je kweekt reactionaire jongeren met hete hoofden en koude harten." Iets om eens goed over na te denken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's