Onderwerpen maken!

De meeste jongens vinden het toch wel gezellig op de Vereeniging. Zij gaan er graag heen. Alleen dat onderwerpen maken, daar zien ze geweldig tegen op. Er zijn leden die kunnen dat zoo vlot. Je begrijpt niet, waar zij het vandaan halen. Het schijnt zonder eenige moeite; en er worden werkelijk mooie onderwerpen geleverd. Daar heb je b.v. die Gerrit Visser. Vanavond heeft hij weer een onderwerp. Je zult zien dat alle jongens met open ooren zitten te luisteren; dat het in één woord „af" is.

Het is ongeveer half acht. Alle jongens zijn aanwezig. De Voorzitter kijkt op zijn horloge. Vrienden! we gaan beginnen. Een psalm wordt gezongen, de voorzitter gaat voor in gebed, de secretaris leest de notulen van de vorige vergadering, het hoofdstuk dat behandeld zal worden wordt gelezen en het woord gegeven aan den inleider van dezen avond, vriend Visser.

De plaats achter het kathedertje wordt ingenomen door een tengere jongen, die, overtuigd van het gewicht van het oogenblik, een dik cahier openslaat om zijn zooveelste onderwerp voor te dragen.

Hij begint op rustige toon, nauwkeurig lettend op leesteekens en stembuiging. Maar spoedig komt er meer vuur in. In forsche trekken teekent hij de geschiedenis van Jeptha. Wat een man, wat een held was dat in den strijd tegen Ammon; dan zijn gelofte en zijn verdriet als hij merkt, dat hij zijn eenige dochter moet afstaan. Toch was Jeptha een geloofsheld ....

Terwijl de stem verder gaat, zijn de gezichten rond de tafel strak geworden. Die kan het, zeg. Dat is wat anders dan een stuk overgeschreven uit Matthew Henri. En wat voor zinnen gebruikt hij. Keurig heeft hij zijn stof verdeeld. Hij eindigt met bijna dezelfde woorden als hij begint. Ja, van Visser hoor je altijd een mooi onderwerp. Zooals die het doet, kan het niemand.

Daar staat hij achter het lessenaartje. Het gespannen gezicht is bleek, met glanzende oogen. In het dagelijksch leven is hij maar een nietig raadje in de maatschappij, maar hier is hij de spil waar alles om draait.

Bewonderend aangekeken door de anderen, is voor hem op het oogenblik niets belangrijker dan zijn onderwerp. Hij voelt de sfeer van algemeenen bijval en luistert naar zijn eigen stem.

Nog een enkele zin, dan is het uit. Visser gaat zitten en wordt hem door den voorzitter dank gebracht voor zijn referaat. Het valt de jongens op dat de voorzitter zoo weinig zegt over dat mooie onderwerp.

Het is halftien geworden. De vergadering wordt gesloten en in het schemerig portaaltje trekken de jongens hun jassen aan. Nog zenuwachtig grijpt Visser een jas van den haak. Hij trekt en trekt, maar deze is hem veel te nauw. Heeft hij de verkeerde? Dan opeens de stem van den voorzitter: „Ben je vanavond zoo gegroeid Gerrit, dat je jas je te klem geworden is?"

Het bovenverhaalde is historisch. Wat ik er mee zeggen wil is dit: Doe heel gewoon ook in het maken en voorlezen van onderwerpen, laten wij ook daarin toch niet boven onzen stand leven. Wij zijn toch heel gewone jongens. De een heeft meer gaven dan de ander, maar laten wij er toch niet grootsch op worden, wanneer wij gemakkelijk onderwerpen maken. In den regel is het zoo, dat degene, die zulke mooie onderwerpen maakt, over bronnen beschikt, die de andere jongens niet hebben.

En heusch vrienden, iedereen kan een onderwerp maken. En dan is het niet de bedoeling dat je maar een stukje overschrijft uit de verklaring, neen maar met eigen woorden moet je het te behandelen gedeelte weergeven. Mag ik je raad geven: Begin met de geschiedenis die je behandelen moet, rustig over te lezen. Lees ook de verklaringen die je hebt er over na. Leg dan al de boeken terzijde en begin te schrijven en dan zul je zien, dan gaat het. Laten dan de zinnen niet zoo hoogdravend zijn; het behoeven allemaal heusch geen stadhuiswoorden te zijn; al spreek je eens een woord uit in je eigen dialect, dat is toch zoo erg niet. Wij zitten toch als gewone jongens bij elkander.

En juist door zoo je onderwerp te maken, raak je thuis in de geschiedenis, word je kennis verrijkt. Zoo ga je Bijbelvast worden en kunnen wij, wanneer het noodig is Gods Woord gebruiken tegen onze tegenstanders.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen