Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CHRISTELIJKE STRIJD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CHRISTELIJKE STRIJD

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot hot dragen van Christus' kruis is niet minder nodig het afleggen van een zekere valse schaamte. Maar al te veel wordt zij onder ons gevonden. In haar ligt de oorzaak dat wij zelfs in een tijd van vrede, wanneer wij buiten alle vervolging zijn, wanneer wij onder onze vrienden verkeren, toch niet de moed hebben om over God en Zijn Woord te spreken."

Ds. Pierre du Moulin 1568 - 1658 uit: „De Christelijke strijd"

„Heeft niet de mens een strijd op aarde? ", vraagt Job. Hij bedoelt hiermee de worsteling om moeite en lijden te boven te komen, en een begeerlijk doel te bereiken. Als een dagloner, die hijgt naar het einde van zijn dagtaak, naar de rust. Het Hebreeuwse woord in Job 7 : 1 wordt dikwijls gebruikt voor een strijd, kamp of heir, die óf werelds, of kerkelijk óf geestelijk is (kanttek.). In de praktijk van het leven wordt dit zichtbaar.

a. wereldse strijd

In het persoonlijk leven om een studie te voltooien en een plaats in de maatschappij te verkrijgen. In het volkerenleven om grondgebied uit te breiden of te verdedigen. Om rechten of aanspraken te doen gelden of te verwezenlijken. Met geoorloofde middelen, maar ook door akties of met geweld (terrorisme). Het kan een gewettigde strijd zijn, maar ook een onrechtvaardige, wanneer met Gods gebod en de belangen van de naaste geen rekening wordt gehouden.

b. kerkelijke strijd

De Levieten werden tot de strijd in de tabernakel aangenomen, om in goede orde dienstbaar te zijn aan de Heere en Zijn volk (Num. 4 : 3). Ook de apostel Paulus noemt zijn bediening van het Evangelie een strijd, en Timotheüs wordt door hem opgewekt tot de goede strijd, waartoe deze jonge evangelist geroepen was (1 Tim. 1 : 18).

In de dienst der kerk kan zulk een „strijd" ontaarden in een kampen voor menselijke inzettingen en gebruiken. Zoals bij de farizeeën en in de Roomse kerk. Waakzaamheid is daarom geboden, opdat geen leringen van mensen het Woord Gods verdringen. Ook mag er geen strijd zijn voor eigen kerkelijke positie door deze te stellen boven Gods Woord. De strijd dient zuiver gehouden te worden.

c. geestelijke strijd

De apostel schrijft in Efeze 6, dat de strijd niet is tegen vlees en bloed, maar tegen overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Hiermee wijst hij op de boze geestelijke macht van satan en zijn duivelen.

Deze is ook werkzaam in de machtigen van deze wereld en in alle ongehoorzame mensen, zelfs ook in het vlees van de kinderen Gods, om tégen de Heere en Zijn Gemeente te strijden. In Zondag 52 Iieid. Cat. worden daarom de duivel, de wereld en ons eigen vlees doodvijanden genoemd, die niet ophouden ons aan te vechten.

De geestelijke wapenrusting

Tot die geestelijke strijd is een wapenrusting of wapening nodig, die bij de natuurlijke mens ontbreekt, ook al is deze kerkelijk of godsdienstig. Zonder die wapening kan tegen de verzoekingen en verleidin-

gen van de boze geen weerstand geboden worden. Paulus noemt het de wapenrusting-Gods of van God gekregen. Zij bestaat uit:

— de gordel der waarheid d.i. de oprechtheid of ongeveinsdheid.

— het borstwapen gerechtigheid d.i. een goed geweten en godzaligheid des levens.

— het schoeisel van de bereidheid van het Evangelie des vredes d.i. bereidheid naar het Evangelie te belijden en rekenschap te geven.

— het schild des geloofs d.i. het ware vertrouwen op God door Christus.

— de helm der zaligheid d.i. de hoop op de zaligheid, waardoor de vergankelijke dingen veracht worden.

— het zwaard des Geestes d.i. Gods Woord door de Heilige Geest krachtig en scherp, volgens Hebreeën 4 : 12 en door Christus gebruikt bij de verzoeking in de woestijn (Matth. 4).

Deze wapenrusting kan alleen door Gods genade aangedaan en in Zijn kracht gedragen en gehanteerd worden. Daarom is bijgevoegd: met alle bidding en smeking.

We vinden dit gebed ook in Zondag 52 Ii.C. „Wil ons toch sterken door de kracht uws Heiligen Geestes, opdat wij in die geestelijke strijd (tegen de doodvijanden duivel, wereld en eigen vlees) niet onderliggen enz." De Heere Jezus heeft Zelf het voorbeeld gegeven in Zijn geestelijke strijd in Gethsémané: „en in zware strijd zijnde bad Hij te ernstiger".

Uit bovenstaande blijkt, dat strijden of kampen uit verschillend beginsel kan geschieden. Wat drijft ons in dit leven? Zijn wij nog gehéél vleselijk en dus aards gericht, of is door genade een beginsel van nieuw geestelijk leven ontvangen? De strijd op werelds of kerkelijk terrein kan daarom niet altijd christelijk genoemd worden. Zij is veelmalen zelfs anti-christelijk, zelfs dan, v/anneer de naam christelijk gevoerd wordt. Dan is deze slechts een etiket of vlag, die een valse inhoud of lading moet dekken. Zelfs de geestelijke strijd is niet uitsluitend van christelijke aard, omdat er vele geesten uitgaan die niet uit God zijn. Satan zelf verandert zich in een engel des lichts.

„Christelijke" strijd?

Omdat in deze tijd zich véél aandient onder de naam christelijk, dat niet de geest van Christus ademt, heeft deze benaming sterk aan waarde ingeboet. Dit is trouwens ook het geval met de aanduiding „gereformeerd". En ook de thans veelvuldig voorkomende benaming „reformatorisch" ontkomt niet aan de devaluatie of waardevermindering. Steeds meer gaat of zal zich aandienen als reformatorisch, dat niet in „leer" en/of „leven" overeenkomt met hetgeen God in de Reformatie schonk.

En in beide, leer én leven, moet de christelijke strijd hoorbaar en zichtbaar worden. God heeft dit samengevoegd, de mens scheide niet.

De benaming „Christelijke" strijd kan dus gebruikt worden, mits de rechte maar in het oog gehouden wordt. betekenis

Christen zijn is niet mogelijk zonder inlijving in Christus door een waar geloof (Zondag 7 Heid. Cat.). De Heere Jezus toont dit aan, in Johannes 15, door het beeld van de Wijnstok en de ranken.

Dode ranken zijn wel aan de wijnstok, doch zonder levende verbinding.

Dit zijn degenen die de naam Christen dragen, doch dood zijn in zonden en misdaden. Indien er geen verandering komt worden zij aan het einde van hun aardse leven weggenomen door de Landman (God de Vader) en in het helse vuur geworpen. Alleen levende ranken ontvangen sap uit de Wijnstok en wanneer zij in Deze blijven, dragen zij vrucht.

Daarom wordt bij de Doop reeds gebeden of God in grondeloze barmhartigheid de in zonden ontvangen en geboren kinderen genadig wil aanzien en door Zijn Heilige Geest Zijn Zoon Jezus Christus inlijven. En in het dankgebed, dat zij door deze genade onder de enige Koning Jezus Christus vromelijk tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk strijden en overwinnen mogen.

Een „Christen" is dus door de Heilige Geest wedergeboren en de zalving van Christus deelachtig. Dat is: de Heilige Geest woont en werkt in hem en daardoor strijdt hij ook met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel (Zondag 12 Heid. Cat.)

Geestelijke werkingen

Dezelfde geestelijke werkingen, die in Christus zijn, worden ook in de christenen gevonden. In Fil. 2 : 5 wordt dit genoemd het „gevoelen" hetwelk ook in Christus was, namelijk: ijn nederigheid, zelfverloochenende liefde en gehoorzaamheid. En in Koloss. 3 zegt Paulus: Doet aan de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, verdragende elkander en vergevende de een de ander". Alles naar het voorbeeld van Christus.

„En bovenal, cloet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid". In Filipp. 1 : 8 is de liefde ook in de strijd van Paulus, tot Gods eer en het behoud van de naaste, werkzaam door „innerlijke bewegingen van Jezus Christus".

De volmaakte Strijder is de Heere Jezus Christus. In volstrekte zuiverheid, naar de wil van Zijn Vader, in volkomen gehoorzaamheid. In de rechte gezindheid, met gehele verloochening van Zichzelf, alleen de eer Gods en de overwinning van het kwaad voor ogen. In trouw en volharding en in de geest van zachtmoedigheid en liefde. In dit alles heeft Hij een voorbeeld gegeven. „Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart" (Matth. 11 : 29).

Christelijke strijd is de voetstappen van Christus drukken.

Vóór de ere Gods en tégen het kwade. Doch dan allereerst tegen het kwade in zichzelf. Want christenstrijders zijn zondaren, die zich zodanig mogen kennen.

Dat geeft droefheid, omdat Gods eer geschonden en Zijn schepsel verdorven is. Het brengt ook tot vernedering, en in afhankelijkheid. Om de wapening door Gods Geest te ontvangen. Om oprecht, zuiver, dat is „vromelijk" te mogen strijden.

Opdat het vaandel niet door wandaden bevlekt, de zaak van Christus niet tot oneer zal zijn, door „verkeerde" strijd. De liefde werkt ook de lijdzaamheid. Om verdrukkingen te lijden als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. Om gescholden, niet terug te schelden; om zelfs alles te verdragen om Christus en des Evangelies wil. De vijanden lief te hebben en goed voor kwaad te vergelden.

Wie worden geroepen tot Christelijke strijd?

Allen die het merk-en veldteken van Christus dragen, d.i. gedoopt zijn, worden geroepen tot Christelijke strijd.

Dit teken maakt niet geschikt of bekwaam. Dat doet de Heilige Geest. Het stelt wel verantwoordelijk! God roept er door tot strijd om het kamp van Zijn tegenstander te verlaten. Hij verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid (doopformulier). Hij wil deze Zelf werken, zodat er geen verontschuldiging van onbekwaamheid ingebracht kan worden. Hij vraagt overgave als een geheel ongeschikte en nutteloze, om door Hem bereid te worden tot Zijn dienst en eer!

Waar moet Christelijk gestreden worden?

Er is geen terrein, waarvan Christus niet zegt: „Het is Mijn!" In gezin, maatschappij en kerk. Op politiek, sociaal en godsdienstig gebied. Waar God plaats en gelegenheden geeft. Ook aan jonge mensen! Het dienstmeisje in het gezin van Naaman. De jonge Timotheüs als helper van Paulus.

In deze tijd daar, waar de Heere ons stelt, in onze school-, werk-en leefsituatie. Doch altijd „vromelijk", dat is niet in eigen wijsheid en kracht met al wat er aan verbonden is. Want in de wereld te zijn en niet „van de wereld" brengt wrijving, botsing der geesten, verachting door die wereld, haat, vervolging. Gesteld worden tot aller uitvaagsel en afschrapsel, wanneer waarlijk Gods eer en zaak verdedigd en voorgestaan mag worden.

Doch: „zijt geduldig in de verdrukking" en „zijt getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens".

„Wettig" gestreden brengt een onverwelkelijke kroon. Niet door verdienste, doch uit genade, omdat Hij Zijn kracht in zwakheid volbracht en niet ik, maar de genade Gods alles gedaan heeft. Daarom wordt de verkregen kroon aan de voeten gelegd van Hem, door welke alle ware christenstrijders méér dan overwinnaar mogen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1978

Daniel | 24 Pagina's

CHRISTELIJKE STRIJD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1978

Daniel | 24 Pagina's