Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe inkomensgrenzen voor premievrijstelling en premiereductie voor de volksverzekeringen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe inkomensgrenzen voor premievrijstelling en premiereductie voor de volksverzekeringen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met mgang van 1 januari 1988 zijn de premievrijstellings- en reductiegrenzen voor de volksverzekeringen aangepast.

De regeling voor vrijstelling of reductie van premiebetaling is bedoeld voor mensen van wie de premies volksverzekeringen (AOW, AWW. AKW, AWBZ en AAW) w/orden geïnd via een aanslag en die beschikken over een gering inkomen. Het betreft hier onder meer kleine zelfstandigen en mensen die w; erk verrichten zonder een dienstbetrekking te hebben (zoals thuiswerkers en alfahulpen) en die niet onder de loonbelasting en de werknemersverzekeringen vallen, omdat zij minder dan 40% van het wettelijk minimumloon verdienen. De regeling geldt niet voor mensen die een aanslag voor de premies volksverzekeringen ontvangen, waarmee al betaalde premies AOW en AWW worden verrekend. Degenen van wie premie wordt ingehouden met toepassing van de zogenaamde rose loonbelasting- en premietabellen (met name mensen onder de 65 jaar met een pensioen), kunnen in beginsel wel een beroep doen op de regeling. Op grond van de premievrijstellingsen reductieregeling worden bij een gering inkomen de premies volksverzekeringen niet of slechts gedeeltelijk ingevorderd. De inkomensgrenzen, die daarbij gehanteerd worden, gelden voor iedere premieplichtige afzonderlijk, terwijl bovendien alleen het eigen inkomen wordt betrokken bij de beoordeling of men in aanmerking komt voor vrijstelling of reductie.

Premievrijstelling

De premievrijstellingsgrens bedraagt 90% van de belastingvrije som. Dat wil zeggen dat men vrijgesteld is van premiebetaling als het premie-inkomen lager is dan dit bedrag. Uitkeringen op grond van de AOW en de AWW worden bij de berekening van de hoogte van het premie-inkomen meegeteld. De belastingvrije som is voor iedereen verschillend. Deze kan bestaan uit de algemene belastingvrije som. een tariefstoeslag, de arbeidstoeslag, de aanvullende arbeidstoeslag of de aanvullende alleenstaande-ouder-toeslag. Voor tweeverdieners kan daar eventueel nog het bedrag van de voetoverheveling bijkomen; daarmee wordt het onbenutte deel van de belastingvrije som van de (huwelijks)partner bedoeld.

De reductiegrens is vastgesteld op 70% van de premievrijstellingsgrens. Bij een inkomen tussen de vrijstellingsgrens en de reductiegrens is een oplopend percentage van de premie verschuldigd. Bij een inkomen gelijk aan of hoger dan de reductiegrens moet de volledige premie worden betaald. De premie wordt eveneens volledig ingevorderd als de verzekerde (of zijn/haar partner) in aanmerking komt voor een aanslag in de vermogensbelasting .

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

RMU Contact | 16 Pagina's

Nieuwe inkomensgrenzen voor premievrijstelling en premiereductie voor de volksverzekeringen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

RMU Contact | 16 Pagina's